Superphenix, met Nederlands plutonium, in gebruik

7 september 1985

De snelle kweekreactor Superphenix in Zuid-Frankrijk wordt eindelijk in gebruik genomen. Veel later en duurder dan gepland; de bouw heeft 10 jaar geduurd en heeft 20 miljard franse franc gekost (6,6 miljard gulden). De elektriciteit zal naar verwachting twee keer zo duur zijn als uit een ‘conventionele’ kerncentrale. In januari ’86 wordt de reactor op het elektriciteitsnet aangesloten, en in oktober zijn er dan al 20 noodstops gemaakt.
De discussie over eventueel militair gebruik van het in de Superphenix gekweekte plutonium woedt nog steeds, zo zijn er berichten dat het gebruikt zal gaan worden voor de neutronenbom. De officiële respons is altijd dat het materiaal valt onder de Euratom-safeguards (Frankrijk heeft het NPV nog steeds niet ondertekent). Euratom verbiedt geen militair gebruik, wel een onttrekking van materiaal aan het ‘bestemde’ gebruik. “Niets is nog bekend over de bestemming van het plutonium na gebruik in de Superphenix. Daarom is het niet mogelijk een uitspraak te doen over de vraag of het materiaal onderworpen zal zijn aan veiligheidscontrole”, antwoord minister van BuZa Van der Broek in december 1984. Maar het door Nederland geleverde materiaal voor de kern (ongeveer 240 kg plutonium, volgens de minister) valt onder Euratom controle, zegt hij. Volgens proliferatie-experts kan Frankrijk, als kernwapenstaat, elk moment onttrekken aan IAEA en Euratom controles. In april ’85 wordt in de Tweede Kamer een PvdA-motie verworpen die het zou verbieden dat plutonium van Nederlandse origine direct of indirect wordt gebruikt voor kernwapenproductie.