- Commissie:
- door de overheid ingestelde groep ‘experts’ voor het geven van advies hetzij structureel of eenmalig, hetzij lokaal of nationaal
OPLA: 7 zoutkoepels geschikt
De OPLA komt met het 'Aanvullend Onderzoek Fase 1'. De totale kosten van het Aanvullend Onderzoek zijn opgelopen tot 29 miljoen gulden (oorspronkelijk was Fase 1 begroot op f 17 miljoen en een looptijd van twee jaar, nu heeft het in totaal bijna 10 jaar geduurd en f 66 miljoen gekost). Een belangrijk thema in dit rapport zijn de rekenmodellen om de veiligheid van de opslag te kunnen berekenen. Van de geleverde kritiek op de modellen, de onzekerheid van model voorspellingen, is weinig in het rapport terug te vinden. Dat, terwijl de conclusie in een RIVM studie (in gewoon Nederlands) is dat veiligheidsmodellen niet kunnen worden getoetst omdat daarvoor dertig tot vijftig procent van de totale opslagtijd van enkele honderdduizenden jaren nodig is.
Een bijlage geeft een nieuwe lijst van geschikte zoutkoepels, gemaakt door het RGD. De algemene voorwaarden waar opslag in zout aan moet voldoen zijn gewijzigd en aan deze eisen voldoen 7 zoutkoepels: Ternaard in Friesland; Zuidwending, Pieterburen, Onstwedde en Winschoten in de provincie Groningen; Schoonlo en Gasselte-Drouwen in Drenthe. Op ambtelijk niveau komt er geen advies om over te gaan tot proefboringen en de Tweede Kamer neemt het OPLA advies voor kennisgeving aan.
‘Dossier’ als bouwsteen besluitvorming volgend kabinet
"Daar het kabinet al in een vroegtijdig stadium heeft laten weten tijdens haar zittingsperiode geen initiatieven te zullen nemen die gericht zijn op eventuele besluitvorming over nieuwe kerncentrales is dit aspect in dit dossier niet aan de orde. Ook wordt niet ingegaan op de relatie tussen de kernenergie en de bredere beleidsproblematiek van de elektriciteitsvoorziening en de energievoorziening meer in het algemeen. Deze zogenaamde veiligheidsaspecten met betrekking tot kernenergie zijn immers pas relevant, wanneer ten principale de vraag is beantwoord of uitbreiding van de nucleaire capaciteit in ons land wel mogelijk is.“
Met als doel “bouwstenen aan te reiken voor de besluitvorming over kernenergie“ voor het volgend kabinet, publiceert minister Andriessen (EZ) samen met de ministers van VROM (Alders), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de Vries), en Buitenlandse Zaken (Kooijmans) het 'Dossier Kernenergie'.
Belangrijke conclusies uit de achterliggende onderzoeken zijn o.a.
- de nu leverbare Westerse reactoren zijn veilig genoeg (al is er misschien een aanpassing noodzakelijk bij het omhulsel -containment);
- de geavanceerde “passief veilige“ reactoren van de “tweede generatie“ die “omstreeks 1995“ op de markt komen, voldoen zeker aan de Nederlandse veiligheidseisen;
- opberging van radioactief afval in zoutvoorkomen is “technisch haalbaar“ en kan naar verwachting “op veilige wijze“ geschieden. Maar maatschappelijk verzet maakt dat “definitieve opberging in steenzout thans niet zonder meer binnen bereik ligt.“
- milieu en proliferatie bezwaren van kernenergie zijn volgens het ‘Dossier’ niet noemenswaardig.
De Algemene Energieraad (AER) komt eind januari met een ‘Advies naar aanleiding van het dossier kernenergie’ dat stelt dat een snel besluit over nieuwe kerncentrales helemaal niet noodzakelijk is: ingebruikname van kerncentrales voor 2010 zou, mede gezien de plannen voor warmte-kracht-koppeling, zelfs tot overcapaciteit leiden.