- Brede Maatschappelijke Discussie:
- Brede Maatschappelijke Discussie; door de milieubeweging afgedwongen door de overheid georganiseerde discussie (1982-‘84) over het energiebeleid met als belangrijkste inzet het gebruik van kernenergie
Het Eindrapport van de BMD verschijnt
In de discussiefase van de BMD zijn er ongeveer 2000 publieksbijeenkomsten georganiseerd, hebben honderden scholen lessen gewijd aan energie, is er een krant verspreidt met een oplage van 1.1 miljoen en zijn er tenslotte een aantal bijeenkomsten met deskundigen geweest.
De belangrijkste conclusie uit het Eindrapport (dat op de resultaten van de discussiefase gebaseerd is) is dat het niet voor de hand ligt nu een beslissing te nemen over uitbreiding van het aantal kerncentrales, maar dat Dodewaard en Borssele kunnen open blijven. Er is een ruime meerderheid tegen kernenergie: 57% vindt zelfs dat de twee bestaande kerncentrales ook gesloten moeten worden. Ongeveer 30% is weliswaar tegen kernenergie maar vindt sluiting van de twee kerncentrales niet noodzakelijk. 21% is voor uitbreiding van kernenergie. De Stuurgroep vindt daarom dat er 51% voor openblijven van Dodewaard en Borssele is. Verder vindt een ruime meerderheid dat er meer aandacht voor energiebesparing moet komen en is er een voorkeur voor decentrale opwekking. De milieubeweging is weliswaar redelijk tevreden, maar vreest wel dat het kabinet zich weinig gelegen zal laten liggen aan de uitkomsten.
Het Eindrapport vermeldt twijfels over criteria voor opslag van kernafval, maar stelt tevens dat het vertrouwen “in kringen van deskundigen“ groeit dat het probleem binnen tien tot twintig jaar is opgelost. Wie die deskundigen zijn, wordt niet vermeld.
De BMD heeft ruim f 27 miljoen gekost. Het wordt algemeen niet als een geslaagd inspraakexperiment gezien maar als een hele dure opiniepeiling. Maar dat heeft veel te maken met de onmiddellijke reacties van vooral minister Van Aardenne (EZ). In Intermediair wordt daarover (later) gezegd: “Doordat de overheid haar legitimiteit niet meer aan het draagvlak van haar besluiten ontleent maar aan de economische consequenties die haar verzekeren van steun van de sterke delen van de maatschappij, kan zij voorbij gaan aan de uitslag van de MDE. Het samenspel van vereconomisering van de argumentatie en inperking van de groep op wiens steun men een beleid baseert, geeft de overheid in toenemende mate een autoritair karakter.“
De uitslag van de BMD wordt pas in het najaar in de Kamer officieel besproken, kort daarna in november, overlijd De Brauw, nog voor het officiële standpunt van het Kabinet over de BMD.
‘Binnen jaar afronding besluitvorming’ kerncentrales
Een ambtelijke notitie, vastgesteld op 14 mei, van het Ministerie van EZ lekt op 29 mei uit: 4.000MW nieuw kernenergie vermogen, met de ingebruikneming van de eerste kerncentrale in 1995 en nu nog een jaar om de besluitvorming af te ronden. Het heeft veel weg van een ontwerpregeringsstandpunt. De Brauw reageert diezelfde avond nog woedend en noemt de f 27 miljoen die de BMD heeft gekost “weggegooid geld.“ Van Aardenne schrijft dat het kabinet “op of rond de derde dinsdag in september“ een positief standpunt over de kerncentrales moet publiceren. Tijdens een interpellatie in de Kamer hierover op 27 juni geeft Van Aardenne toe dat er actief geprobeerd wordt elektriciteitsmaatschappijen een vergunning aan te laten vragen en dat hij overweegt een miljoen uit te trekken om een offerte aan te vragen. En zoals later zal blijken uit stukken die bij een inbraak bij EZ buitgemaakt worden, is dat niet het enige.