- NERO:
- ontwerp van en discussie over Nederlands Eerste Reactor Ontwerp (NERO) en over nucleaire onderzeeërs.
- Industrie:
- betrokkenheid en rol van bedrijven
Scheepsreactoren
De ‘Stichting Kernvoortstuwing Koopvaardijschepen’ (SKK) wordt opgericht door 11 reders en werven met in het bestuur ook vertegenwoordigers van RCN, TNO en TH Delft. In opdracht van deze stichting wordt wat werk gedaan door de RCN, maar de activiteiten lopen al snel terug. In 1958 geeft de NV Scheepsbouwbelangen, een kleinere groep werven, opdracht aan het RCN om een meer gedetailleerde studie uit te voeren naar mogelijkheden van een scheepsreactor, die ook de belangstelling van de Koninklijke Marine heeft. Deze studie, die zich baseert op de drukwaterreactor, zal zich gaan ontwikkelen tot het NERO-project (Nederlands Eerste Reactor Ontwerp) en een belangrijk deel van het RCN-programma gaan bepalen.
Scheepsreactor op land
RCN deelt mee dat ze in het kader van het NERO-project een voorstel voor een prototype scheepsreactor, genaamd Proteus (af en toe ook Nereus genoemd), heeft uitgewerkt en die in Petten (dus op land) wil gaan bouwen. De regering moet dan wel f 20 miljoen op tafel leggen voor de bouw van Proteus, vindt RCN. Aan Philips wordt de opdracht gegeven splijtstofelementen te leveren voor de KRITO-installatie, een kritisch-experiment dat voor de ontwikkeling noodzakelijk is. KRITO is in maart 1963 in gebruik genomen en is eigenlijk een kleine (45 cm hoge) pseudokern van NERO. Als constructiemateriaal voor de elementen wordt niet gekozen voor zirkaloy (wat wel voorzien is in de NERO-reactor) maar voor aluminium omdat dat veel goedkoper is. De splijtstof zelf komt uit het buitenland. Dit is ook het begin van de splijtstofelementenfabricage waarvoor op het terrein van het RCN een ruimte ontstaat die in 1966 klaar zal zijn.