- Urenco/UCN Almelo:
- De uraniumverrijkingsfabriek en de fabriek voor de ontwikkeling en bouw van centrifuges in Almelo en de samenwerking tussen Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland
- Vergunningen:
- (juridische) procedures van en bezwaren tegen vergunningen en bestemmingsplannen voor specifieke bezigheid of installatie
Urenco krijgt vergunning voor 300 ton meer
Het ‘bevoegd gezag’ (de ministers van EZ, VROM en SZ) ‘vergunt’ Urenco Nederland BV capaciteitsuitbreiding. Op 30 augustus 2002 had Urenco de vergunningsaanvraag ingediend voor uitbreiding naar 2800 ton. Hoewel in eerste instantie Urenco uitbreiding wilde naar 3500 ton, waarvoor op 8 maart 2001 ook een startnotitie MER ingediend is, ging dat te lang duren. Men gaat nu de modules van de SP5 verlengen, waarmee een uitbreiding van 300 ton mogelijk is.
Er zijn 101 bezwaren ingediend, maar “de ingebrachte bedenkingen hebben niet geleid tot een wijziging ten opzichte van de ontwerp-beschikking“
Weer Urenco vergunning vernietigd door Raad van State
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigt wegens vormfouten de vergunning van Urenco voor uitbreiding van 2800 naar 3500 t. Urenco heeft de vergunning op 23 mei 2003 aangevraagd en op 23 februari 2004 ontvangen. De overheid heeft niet aan haar wettelijke plicht voldaan om de omwonenden van de uitbreiding schriftelijk op de hoogte te stellen. De Raad van State is door deze fout niet toegekomen aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak.
Urenco: vergunning tot 3500 ton
Nadat de Raad van State in oktober de afgegeven vergunning heeft vernietigd, doet Urenco een nieuwe aanvraag en de nieuwe ontwerpbeschikking wordt op 25 februari 2005 afgegeven. Maar tijdens de inzageperiode daarna blijken er ‘omissies’ in de aanvraag te zijn. Als die door Urenco zijn opgelost, wordt er op 7 juni een nieuwe ontwerpbeschikking bekendgemaakt, waar tegen door 223 personen of organisaties bezwaar wordt gemaakt. Op 12 oktober wordt er een vergunning in het kader van de kernenergiewet afgegeven aan Urenco voor uitbreiding naar 3500 ton. Urenco heeft al eerder een vergunning voor 3500ton gehad, maar die werd in april 1991(!) door de Raad van State vernietigd.
Weer uitbreidingsvergunning voor Urenco
Op 19 oktober 2006 vraagt Urenco een vergunning aan voor verdere uitbreiding van de uranium verrijkingsfabriek in Almelo. De SP5 moet uitgebreid worden tot 4500 ton scheidingsarbeid per jaar. Op 25 juni komt de ontwerpbeschikking waaruit blijkt dat het bevoegd gezag “voornemens is de aangevraagde vergunning te verlenen”. Ook wordt de vergunning aangevraagd om de SP4 te decontamineren(de SP-3 is ondertussen helemaal afgebroken, nadat die in september 2005 is stilgelegd). Nadat 398 personen en organisaties bezwaar hebben gemaakt, wordt op 15 oktober door het ministerie van VROM de vergunning aan Urenco verleend.
Urenco mag uitbreiden tot 6200 tSW/jaar
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de definitieve beschikking verleend aan Urenco Nederland BV voor uitbreiding van de uraniumverrijkingscapaciteit naar 6.200 tSW/jaar. De naar aanleiding van de ontwerpbeschikking ingebrachte zienswijzen "hebben niet geleid tot een inhoudelijke aanpassing van de definitieve beschikking ten opzichte van de ontwerpbeschikking."
De beschikking heeft in het bijzonder betrekking op de volgende wijzigingen:
1. Vergroting van de verrijkingscapaciteit van 4.950 tSW/jaar naar 6.200 tSW/jaar.
2. Evenredige vergroting van de maximaal aanwezige hoeveelheid UF6 (feed, product en tails).
3. Uitbreiding van de verrijkingsfabriek SP5 met de hallen 8 en 9.
In juni had Verhagen al laten weten dat er ruim 2000 zienswijzen zijn ingediend tegen de voorlopige ontwerpbeschikking, al zegt Verhagen dat op een nogal omslachtige manier: "In totaal zijn 29 zienswijzen op het MER ontvangen. Van deze zienswijzen zijn er 7 uniek. De overige gelijkluidende zienswijzen zijn ondertekend door 2035 personen. De gelijkluidende zienswijzen laten zich overwegend negatief uit over de voorgenomen uitbreiding bij Urenco. Uit bestudering van deze zienswijzen is af te leiden dat dit vooral gedreven wordt doordat deze indieners tegen het gebruik van kernenergie in het algemeen zijn."