- Energienota:
- vaak (maar niet uitsluitend) door regering gepubliceerde visie op toekomstig energiebeleid en de rol van kernenergie daarin
Energienota: bouw kerncentrales niet aan de orde
De Derde Energienota (1996) van EZ-minister Wijers (Kabinet Kok-I) betekent ook een trendbreuk: enerzijds omdat gesteld wordt dat er geen sprake is van schaarste, maar dat de nota noodzakelijk is door de veranderde verhouding tussen economie en milieu en de politieke wens concrete stappen te zetten naar een duurzame energiehuishouding. Daarnaast “nopen internationale ontwikkelingen in de richting van meer marktwerking en globalisering tot een heroriëntatie op de rol van de overheid bij het energiebeleid.“ Wijers ontwikkelt een tweesporenbeleid: duurzame energiehuishouding en meer marktwerking (waar hij een groot voorstander van is).
Er worden ook concrete doelen benoemd: 30% energiebesparing in de komende 25 jaar en van de hele energieproductie moet in 2020 10% duurzaam geproduceerd worden (voor elektriciteit betekent dat 30%). Verder moet de overheid meer ruimte geven aan de markt.
Nieuw vermogen zal vooral gericht zijn op schone technologie, alhoewel er ruimte blijft voor nieuw kolenvermogen. De bouw van nieuwe kerncentrales in de komende jaren is niet aan de orde. Door onderzoek wordt evenwel de mogelijkheid opengehouden om in de volgende eeuw desgewenst “op de trein te kunnen stappen.“
In aanloop naar de energienota laat Wijers weten niet te willen tornen aan de afgesproken sluitingsdatum van Borssele (1-1-2004). CDA en VVD willen “het verbod over nadenken over kernenergie“ opheffen, en vinden dat de regering “het lef moet hebben“ het een jaar daarvoor genomen besluit te herzien.
Omdat de rol van de overheid anders wordt en meer ruimte gegeven moet worden aan de markt, is er, volgens de minister, ook niet de noodzaak voor uitgebreide energienota’s. De algemene ontwikkelingen op de energiemarkt zouden iedere vier jaar moeten worden geanalyseerd in een Energiebericht. Maar, omdat de Kamer dat te bescheiden vindt, het lijkt te veel op ‘weerbericht’, wordt er ‘Energierapport’ van gemaakt.
In maart, bij het kamerdebat over de Energienota, stelt Wijers 19 miljoen beschikbaar voor kernenergieonderzoek, maar schrapt geld voor PINC (Programma Instandhouding Nucleair Competentie). De coördinator van PINC doet een dringend beroep op de Kamer omdat anders Nederland “in de toekomst niet meer op een rijdende trein kan springen.“