'Afwijzen bezwaren onzorgvuldig'
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vindt dat het afwijzen van (in 1992 ingediende) bezwaren tegen de vergunningen van de centrales in Borssele en Dodewaard zo onzorgvuldig is gebeurt, dat dat overnieuw moet gebeuren. Volgens de uitspraak hebben ambtenaren (in 1993) de bezwaren afgewezen, terwijl nergens vermeld is dat ze in deze kwestie bevoegd zijn om op te treden namens het kabinet.
Urenco tekent contract voor export verarmd uranium
Urenco maakt bekend dat ze een contract hebben gesloten met het Russische Tenex. De ‘service-agreement’ gaat over de verwerking van verarmd uranium: waaruit in de Russische verrijkingsfabrieken “uranium met de natuurlijke concentratie splijtbare isotopen“ zal worden gemaakt. “Nog dit jaar“ zal, volgens het persbericht van Urenco, met de uitvoering begonnen worden. De transporten (van Gronau en Almelo) zullen per trein en vrachtwagen naar Rotterdam gaan en vandaar per boot. Het contract met Tenex heeft een looptijd van 10 jaar en een waarde van “enkele honderden miljoenen guldens.“ De waarde voor Urenco is ook dat ze niet hoeft te betalen voor de opslag van de grote hoeveelheden radioactief afval in Nederland en door velen wordt dit ook gezien als export van afval, omdat slechts een zeer klein gedeelte (minder dan 20%) terug komt.
Mogelijkheid vestiging kerncentrale tot 2010 mogelijk
De gemeente Borsele legt zich neer bij de eis van het Rijk om het bestemmingsplan Sloegebied zodanig aan te passen dat er minder belemmeringen komen voor het vestigen van een kerncentrale {‘Waarborgingsbeleid’). In het bestemmingsplan staat dat de gemeente vrijstelling kan verlenen aan bedrijven die niet voldoen aan de strenge milieueisen van de gemeente. Nu komt er in dat de gemeente vrijstelling mòet verlenen van de strenge milieunormen als een tweede kerncentrale aan de orde is. De uitbreiding van kernenergie moet in elk geval tot 2010 mogelijk gehouden worden.
Aanvraag opslag splijtstof in LAVA-gebouw
“Begin dit jaar werd duidelijk dat niet langer gerekend mag worden op afvoer van de gebruikte splijtstofelementen van de onderzoeks-reactoren in ons land naar de VS”, zegt minister De Boer (VROM) en daarom is er door de eigenaar van de HFR een vergunning aangevraagd voor de opslag van hoogradioactieve splijtstof (in transportcontainers) in gebouwen van de Covra voor laag- en middenactief afval. De minister weet nog niet of dat acceptabel is: “een oordeel is pas mogelijk als alle elementen die vereist zijn voor de beoordeling (…) beschikbaar zijn.“ Covra zit in financiële problemen door minder afval dan begroot. Op 15 augustus is er een vergunning aangevraagd voor de bouw van een bunker voor de opslag van hoogradioactief afval (de HABOG). Met de bouw is ongeveer 275 miljoen gulden gemoeid.
Verkoop Kalkar aan Nederlandse zakenman
Op 17 februari zijn in Duitse kranten advertenties gezet waarin het terrein, inclusief gebouwen, van de niet in bedrijf genomen Duits-Nederlands-Belgische kweekreactor Kalkar te koop wordt aangeboden.
Op 4 november tekent uiteindelijk een Nederlandse zakenman de koop-akte. Verkoopprijs is naar verluid ongeveer 10 miljoen gulden, de verkoop van op het terrein opgeslagen oud-ijzer zou al meer opbrengen. Omdat de reactor nooit is geladen is er geen sprake van radioactieve besmetting.
De zakenman gaat er een pretpark van maken: Kalkar Kernwasser Wunderland.
Vergunning voor conversie IRI-Delft
De TU in Delft vraagt een vergunning aan voor omschakeling van de IRI- reactor op laagverrijkt uranium. Dit is de belangrijkste voorwaarde van de VS, die weigeren hoogverrijkt uranium te leveren en ook het afval terug te nemen. Daardoor is al een probleem ontstaan met de opslag van de brandstof in Delft, maar omdat als een soort noodsituatie de VS in 1994 alsnog 33 elementen terugnamen, hoeft de reactor niet stilgelegd te worden.
Hoogverrijkt uranium is eenvoudig te gebruiken in kernwapens en daarom hebben de VS al sinds 1977 een beleid om onderzoeksreactoren die zij van brandstof voorzien om te laten schakelen naar laagverrijkt uranium. Dat geldt ook voor de HFR.
Energienota: bouw kerncentrales niet aan de orde
De Derde Energienota (1996) van EZ-minister Wijers (Kabinet Kok-I) betekent ook een trendbreuk: enerzijds omdat gesteld wordt dat er geen sprake is van schaarste, maar dat de nota noodzakelijk is door de veranderde verhouding tussen economie en milieu en de politieke wens concrete stappen te zetten naar een duurzame energiehuishouding. Daarnaast “nopen internationale ontwikkelingen in de richting van meer marktwerking en globalisering tot een heroriëntatie op de rol van de overheid bij het energiebeleid.“ Wijers ontwikkelt een tweesporenbeleid: duurzame energiehuishouding en meer marktwerking (waar hij een groot voorstander van is).
Er worden ook concrete doelen benoemd: 30% energiebesparing in de komende 25 jaar en van de hele energieproductie moet in 2020 10% duurzaam geproduceerd worden (voor elektriciteit betekent dat 30%). Verder moet de overheid meer ruimte geven aan de markt.
Nieuw vermogen zal vooral gericht zijn op schone technologie, alhoewel er ruimte blijft voor nieuw kolenvermogen. De bouw van nieuwe kerncentrales in de komende jaren is niet aan de orde. Door onderzoek wordt evenwel de mogelijkheid opengehouden om in de volgende eeuw desgewenst “op de trein te kunnen stappen.“
In aanloop naar de energienota laat Wijers weten niet te willen tornen aan de afgesproken sluitingsdatum van Borssele (1-1-2004). CDA en VVD willen “het verbod over nadenken over kernenergie“ opheffen, en vinden dat de regering “het lef moet hebben“ het een jaar daarvoor genomen besluit te herzien.
Omdat de rol van de overheid anders wordt en meer ruimte gegeven moet worden aan de markt, is er, volgens de minister, ook niet de noodzaak voor uitgebreide energienota’s. De algemene ontwikkelingen op de energiemarkt zouden iedere vier jaar moeten worden geanalyseerd in een Energiebericht. Maar, omdat de Kamer dat te bescheiden vindt, het lijkt te veel op ‘weerbericht’, wordt er ‘Energierapport’ van gemaakt.
In maart, bij het kamerdebat over de Energienota, stelt Wijers 19 miljoen beschikbaar voor kernenergieonderzoek, maar schrapt geld voor PINC (Programma Instandhouding Nucleair Competentie). De coördinator van PINC doet een dringend beroep op de Kamer omdat anders Nederland “in de toekomst niet meer op een rijdende trein kan springen.“
Rapportage storingen in kerncentrales 1995
In 1995 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 22 storingen voorgedaan: 8 in Borssele, 14 in Dodewaard. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1995 van de Kernfysische Dienst publiceert op 23 juli 1996.