- Nieuwe kerncentrales:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een lokatie-gebonden procedure begint
- nieuwe centrales algemeen:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een locatiegebonden procedure begint
- Energienota:
- vaak (maar niet uitsluitend) door regering gepubliceerde visie op toekomstig energiebeleid en de rol van kernenergie daarin
Kernenergienota: 5-6 nieuwe kerncentrales tot 2000
De nieuwe Kernenergie nota (Brandstofinzet centrales) van de regering wordt gepubliceerd. Het is het derde deel van de Nota Energiebeleid (Deel I = uitgangspunten en besparingsprogramma uit sept. 1979; Deel II = Steenkool uit februari 1980). Het is het uitgangspunt voor de BMD die op 1 januari van start moet gaan. Het is ook de dikste tot nu toe: 459 bladzijden. Er moet binnen twee jaar besloten worden tot de bouw van drie 1000MW kerncentrales en dan tot 2000 nog eens twee of drie. Bij voorkeur moeten de eerste drie worden gebouwd bij de westelijke Noordoostpolderdijk (Urk -2) en een in Borssele. De gemeentebesturen zijn niet blij.
Over veiligheid: “De conclusie van deze (Rasmussen) studie is dat het risico van kernenergie centrales –zelfs in aanmerking nemend de onnauwkeurigheid in de berekeningen van de kansen en de gevolgen van ongevallen – buitengewoon klein is wanneer dat wordt vergeleken met andere risico’s waaraan de samenleving blootstaat of zichzelf bloot stelt.“ Over afvalopslag staat er: “De regering is van oordeel dat de methode voor het opbergen van radio-actief afval in diepgelegen, stabiele geologische formaties zonder onaanvaardbare risico’s voor de mens en zijn leefwereld in beginsel aanwezig is.“
Een ‘flodderstuk’ wordt het genoemd, gebaseerd op archaïsche standpunten en uitgangspunten, “geen flauw benul van de breed uitgemeten bezwaren en kritieken op kernenergie, valse redeneringen, slechte argumenten en fantasieën voeren de boventoon.“ NRC schrijft: “Zo barst en kraakt de Nota van alle kanten. En die moet dan de inzet zijn van de 'brede maatschappelijke discussie'; een discussie over een nota die rammelt en waarover men kan discussiëren zoveel men maar wil.“