- ATHENE Eindhoven:
- kleine reactor aan de TH (later Technische Universiteit) in Eindhoven
Advies: sluit LFR en ATHENE
De Wetenschappelijke Raad voor de Kernenergie adviseert de minister (O&W) de Lage Flux Reactor (RCN) en de ATHENE-reactor op de Technische Hogeschool Eindhoven te sluiten. Volgens de WRK dragen de reactoren te weinig bij aan het wetenschappelijk onderzoek om hun bestaan te rechtvaardigen. ATHENE is pas anderhalf jaar in bedrijf. Minister Nelissen (EZ) laat in maart 1971 weten absoluut geen reden te zien om de LFR stop te zetten.
Kernenergienota: in 2000 50% van elektriciteit uit kernenergie
Vier ministers bieden de 'Nota inzake het kernenergiebeleid’ aan. Uitgangspunt van de Nota (bekend als de nota Langman, genoemd naar de minister van EZ) is dat de overheid ten aanzien van kernenergie een stimulerende en ondersteunende taak heeft, “uiteraard binnen de grenzen van de financiële mogelijkheden.“ Belangrijkste middelen die ten dienste staan van de overheid om dat beleid te realiseren zijn het RCN en het Nucleair Ontwikkelingsfonds. Uit een overzicht blijkt dat vanaf 1955 er ongeveer f 1.3 miljard uitgegeven is (incl. internationale samenwerking) en “thans f 180 miljoen p/j.“
In Hoofdstuk II, ‘De plaats van de kernenergie in het nationale energiebeleid’ gaat de regering er van uit dat het totaal opgesteld elektrisch vermogen in 2000 acht keer zo groot is dan in 1970 en dat kernenergie daarvan de helft (35.000 MW!) voor haar rekening zal nemen. Ter vergelijking, in 2000 was het totaal opgestelde elektrisch vermogen –inclusief WKK- ongeveer 19.000MWe.
Na de Kernenergienota uit 1957, hebben de dalende olieprijzen en de grote beschikbaarheid de commerciële invoering van kernenergie 25 jaar vertraagd, maar nu de olieprijzen sterk stijgen, is het te verwachten “dat reeds in dit decennium het verlenen van opdrachten voor de bouw van kernenergiecentrales ook in Nederland in grotere omvang zal plaatsvinden dan tot voor kort werd verwacht.“
De Nota gaat ook dieper in op de deelname in Kalkar, zegt dat die 15% zal zijn, en “dat de financiering geheel uit een heffing in de energiesector zal komen, omdat door de sterk gestegen kosten voortzetting van de deelneming alleen mogelijk is door middel van een bijzondere financieringsregeling.“
Verder wordt meegedeeld dat de reactor op de universiteit van Eindhoven (ATHENE) uiterlijk mei 1973 gesloten moet worden. Er ligt al lang een advies van de WRK voor sluiting. Argumenten voor de minister zijn de kosten in relatie tot het geringe animo om van de reactor gebruik te maken.
In mei in het debat vindt de vaste Kamercommissie voor de Kernenergie dat er in de Nota onvoldoende aandacht besteed wordt aan de veiligheid rond kernreactoren en aan de gevolgen van kernenergie voor het milieu.
ATHENE-reactor ontmanteld
Anderhalve kilo hoogverrijkt uranium uit de Athene reactor in Eindhoven wordt vervoerd naar Mol (België). Hiermee is de ontmantelings-fase ook ongeveer afgerond want door het zeer lage vermogen en de korte bedrijfsperiode is er vrijwel geen radioactief besmet materiaal. De betonnen biologische afscherming zal gebruikt worden als opslag voor radioactieve bronnen. Zoals aangekondigd in de Kernenergie Nota van Langman (maart 1972) en na een advies van de Wetenschappelijke Raad voor de Kernenergie uit november 1970 (1,5 jaar na de ingebruikname) om de reactor te sluiten omdat die te weinig bijdraagt aan wetenschappelijk onderzoek om het te rechtvaardigen, is de ATHENE gesloten. Onduidelijkheid bestaat over wanneer precies de laatste keer gebruik is gemaakt van de reactor (sommigen bronnen zeggen al 1971!), maar na mei 1973 was het definitief afgelopen. Er bestaat momenteel geen duidelijke onderwijs- of onderzoeksbehoefte meer aan een reactor van het type van de ATHENE.