- Internationaal:
- gebeurtenissen die niet plaatsvinden in Nederland, waarbij Nederland ook niet (direct) betrokken is, maar die wel belangrijk zijn voor kernenergie(-beleid) in Nederland
Dumpen van radioactief afval in zee
Nederland wordt door het net opgerichte IAEA uitgenodigd zitting te nemen in een werkgroep die een in april in de VN aangenomen resolutie moet uitvoeren. In de motie wordt verzocht “door te gaan met welke studies en welke acties dan ook” nodig om de verschillende landen te helpen bij het afvoer van radioactieve afvalstoffen in zee. Ondertussen ontstaat er ook kritiek op het dumpen van radioactief afval in zee. Vooral de premisse dat het water op grote diepte honderden jaren nodig heeft om zich te vermengen met oppervlakte water wordt door onderzoek tegengesproken. Ook door het eten en gegeten worden kunnen radioactieve stoffen verspreidt worden en (snel) aan de oppervlakte komen.
Overigens vindt in februari 1958 de eerste gedocumenteerde dumping in zee van radioactief afval door Nederland plaats. Aannemelijk is dat het niet de eerste dumping is: er is geen registratie en geen organisatie (zie dossier). Het wordt als deklast meegegeven aan lijndiensten (bijv. naar Zuid-Amerika) of de Marine. Die zien maar waar ze het over boord zetten. Men zou uit een IAEA-document uit 2007 kunnen afleiden dat Nederland in 1950 met het dumpen van radioactief afval in zee begint.
Philips en de ontwikkeling van kernenergie
De AEC (Atomic Energy Commission) in de VS, beslist dat NV Philips Gloeilampenfabrieken in Eindhoven geen recht heeft op schadevergoeding. Philips heeft een eis tot schadevergoeding van 20 miljoen dollar ingediend wegens hun bijdrage in de ontwikkeling van de atoomenergie. De zaak loopt al vanaf 1953 toen Philips aan de VS zowel een compensatie als erkenning vroeg voor het werk dat het bedrijf had gedaan op atoomgebied. Er is wetgeving die voorziet in compensatie voor patentrechten welke door de VS werden ingetrokken en in beloningen voor uitvindingen of ontdekkingen welke de vooruitgang van het kernonderzoek bevorderden. Philips meent hier recht op te hebben; ze is in 1932 al begonnen met nucleair onderzoek. Volgens de AEC is de wetgeving niet geschreven voor buitenlandse patenten en is de eis niet ingediend binnen de verjaringstermijn.