- Brede Maatschappelijke Discussie:
- Brede Maatschappelijke Discussie; door de milieubeweging afgedwongen door de overheid georganiseerde discussie (1982-‘84) over het energiebeleid met als belangrijkste inzet het gebruik van kernenergie
Aankondiging Brede Maatschappelijke Discussie
De aankondiging door de minister van Economische Zaken Gijs van Aardenne tot versnelde uitvoering van de proefboringen én een brede maatschappelijke discussie. Van Aardenne schrijft dat het van belang is binnen afzienbare tijd een beslissing te nemen over de vraag in welke omvang kernenergie zal kunnen worden toegepast. De AER adviseert een maatschappelijke discussie over kernenergie, waaraan drie doelstellingen ten grondslag moeten liggen
1- objectivering en aanvulling van informatie
2- deelneming van bevolking bij meningsvorming,
3- registratie van meningen
De discussie zal twee jaren moeten duren, waarna regering en parlement een beslissing gaan nemen. Aan het eind van ‘t jaar zal een precieze opzet gepubliceerd worden. Van Aardenne schrijft dat door die discussie de bouw van kerncentrales een paar jaar vertraagd zal worden en Nederland niet voor 1990 op grote schaal kernenergie zal kunnen inzetten. Maar daar moet de discussie toch over gaan? Een andere adder onder het gras is dat Van Aardenne versnelde proefboringen wil naar de mogelijkheid om kernafval in zoutkoepels op te slaan, om de resultaten daarvan in de BMD mee te kunnen nemen. Er is veel kritiek op het voorstel: de regering bepaald wat ter discussie staat en kernenergie wordt in het voorstel bij voorbaat onvermijdelijk genoemd.
Bestaande kerncentrales niet onderdeel van Discussie
De regering lijkt in te gaan op de kritiek naar aanleiding van het voorstel voor de BMD uit 1978; het stelt een breed opgezette discussie voor, die ook kan gaan over het sociaal-economisch beleid en waarin niet a-priori uit lijkt te worden gegaan van de onvermijdelijkheid van kernenergie. Het gaat de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid heten. Maar het plan loopt al snel vertraging op omdat “tot op heden nog geen voorzitter van de stuurgroep is gevonden.“ Ook neemt, het publieke debat overziend, het vertrouwen in de bedoeling van de regering bepaald niet toe. In juli 1980 bevestigen de ministers Van Aardenne (EZ) en Ginjaar (V&M) nog weer eens wat iedereen al lang weet: de BMD gaat niet over de bestaande kerncentrales. Het gaat “immers om de toekomstige rol van kernenergie.“ Ze zijn het nog wel oneens in welk tempo die rol moet groeien. In oktober (1980) blijkt een Kamermeerderheid te vinden dat de bestaande kerncentrales wel in de discussie betrokken moeten worden.