- Regering en parlement:
- algemeen beleid van kabinet en (al of niet gesteund door) parlement
Directie Kernenergie
Een jaar eerder is de Inderdepartementale Commissie voor Kernenergie (ICK) opgericht, met als belangrijkste taak het adviseren van de regering over de ontwikkeling van de vreedzame toepassing van kernenergie. Het secretariaat berust bij een ambtenaar op het ministerie van EZ. In maart 1956 wordt vervolgens bij EZ de Directie kernenergie ingesteld (ressorterend onder Directoraat Energievoorziening en Industrialisatie, en dan specifiek onder ‘Industrialisatie') die belast wordt met “de coördinatie en de behandeling van alle vraagstukken betrekking hebbende op het te voeren beleid op het gebied van de kernenergie“. Tot dan toe waren verschillende Directoraten-generaal binnen EZ belast met diverse aspecten van kernenergie.
Commissie en Fonds Nucleaire Industriele Ontwikkeling
De minister van Economische Zaken installeert de ad-hoc Commissie Nucleaire Industriële Ontwikkeling om advies uit te brengen over de mogelijkheden van de toepassing van kernenergie voor de Nederlandse industrie. Die Commissie Tromp (genoemd naar de voorzitter) markeert het begin van een nieuwe periode: in de jaren ‘50 lag het initiatief vooral bij de wetenschap; in de jaren ‘60 vindt er een verschuiving plaats naar de industrie (zie ook de oprichting Neratoom). Ook in de financiering is die verschuiving zichtbaar: in het begin was kernenergie onderdeel van (de begroting van) het Ministerie van Onderwijs, nu zal dat steeds meer veranderen en wordt EZ de leidende kracht.
In 1962 zal als bewijs daarvoor het fonds Nucleaire Ontwikkeling door EZ worden ingesteld om initiatieven uit de industrie te ondersteunen.
Noodwetje voor Dodewaard
Om al gedane investeringen te beschermen en om te voorkomen dat “de ontwikkeling en toepassing van kernenergie” een “ernstige slag” toegebracht zal worden, treedt er een noodwetje in werking. Volgens de minister van EZ (Andriessen) is het absoluut noodzakelijk dat de Nederlandse Staat General Electric vrijwaard van de gevolgen van de wettelijk aansprakelijkheid voor de gevolgen van een ongeluk, zowel in Nederland als de omringende landen. De internationale verdragen op dit gebied zijn namelijk door Nederland (nog) niet geratificeerd en dit wordt wel uitdrukkelijk door GE geëist in het contract voor de bouw van Dodewaard. De Kamer gaat zonder morren akkoord. Op 1 januari 1966 wordt dit dan definitief geregeld in de ‘Wet inzake de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie’.
Reorganisatie EZ: DG Energievoorziening
Minister Andriessen (CHU) reorganiseert (moderniseert) het ministerie van Economische Zaken; hij voegt Industrie en Handel samen en combineert alle energiedirecties in het nieuwe Directoraat-Generaal voor de Energievoorziening. Er zijn dan 5 directies: Gasvoorziening, Kernenergie, Elektriciteitsvoorziening, Kolen en aardolie en tot slot Mijnwezen.
Het DG is opgericht omdat “enerzijds de aanwending van het aardgas en anderzijds de afwikkeling van de sluiting van de mijnen, naast de aandacht voor olie en kernenergie een integrale visie op energie verlangde“. Het accent ligt voornamelijk op de voorzieningssituatie en door deze brede taakstelling gaat het DG ook over de productie, de milieuaspecten en de betaalbaarheid van het product. Pas in 1979 komt er een DG voor Energie.
Samenwerking ontwikkeling kweekreactortechnologie
In Duitsland is op 1 april 1960 in Karlsruhe de Projektgruppe Schnelle Brüter opgericht. De planning is dat er na 3 jaar een ontwerp moet liggen voor een prototype snelle kweekreactor, en de kosten worden geschat op 200 miljoen DM. In Bad Godesberg komen in mei 1966 hoge ambtenaren uit België, Duitsland en Nederland bij elkaar. Op deze ‘informele’ bijeenkomst wordt voor het eerst gepraat over de oprichting van een internationaal samenwerkingsverband en de toekomst van kweekreactoren. Duitsland wil liever niet te veel invloed van Euratom (lees Frankrijk) en wil een gezamenlijk project van de drie landen. Dit resulteert in een serie gesprekken en uiteindelijk ook de deelname van Nederland.
Het begrip ‘snel’ komt van de neutronen in de kern die niet afgeremd worden. Bij thermische kweekreactoren worden de neutronen (net als in een ‘gewone’ kerncentrale) wel afgeremd.
CPN mag in commissie kernenergie
Leden van de Tweede Kamerfractie van de CPN worden weer toegelaten tot de vaste kamercommissies van (onder meer) kernenergie. Een motie die dat voorstelt wordt met 80 stemmen aangenomen. Sinds 1948 zijn de communisten uitgesloten van deelname van de commissies buitenlandse zaken, defensie, civiele verdediging, handelspolitiek en kernenergie.
Brief over terugtrekking uit kweekreactorproject
Het overgangskabinet Zijlstra (na het aftreden van Kabinet Cals met als taak vervroegde verkiezingen uit te schrijven) besluit af te zien van deelname in het kweekreactorproject. De hoogste ambtenaar, de directeur-generaal van EZ schrijft: “Door mijn minister is in overleg met de minister van Financiën, tevens minister-president, besloten geen fondsen voor de samenwerking ter beschikking te stellen.“ De brieven naar de Belgische en Duitse regering worden geschreven maar iemand op het ministerie besluit ze niet te versturen. Het kort daarna aangetreden kabinet De Jong besluit de beslissing te herzien. De brieven komen pas in 2007 boven tafel tijdens onderzoek naar Kalkar.
Intentieverklaring ontwikkeling kweekreactortechnologie
Het Kabinet De Jong gaat akkoord met Grundsatzerklärung, een soort intentieverklaring over samenwerking met de Duitsers in de snellekweekreactortechnologie, en volgt daarmee het IRK-advies op om “een aanmerkelijke bijdrage te geven ter bestrijding van bedoelde ontwikkelingskosten.“ België en later ook Luxemburg treden ook toe tot het kweekreactorproject. Voor de eventuele bouw van een prototype kweekreactor (die, zo hoopt men, in 1970 kan beginnen) moet dan nog weer een aparte beslissingen genomen worden. Over de precieze invulling van die samenwerking wordt achter de schermen nog onderhandeld. De week daarvoor had de minister van EZ (De Block) een telefoontje gehad waaruit de verwachting bleek dat “snelle reactoren pas 1990 a 2000 van de grond zouden komen“. “Dit was een novum“ schrijft hij aan z’n hoogste ambtenaar. De Block werd aangeraden “ernstig te overwegen of wij nu wel met de snelle reactoren zouden meedoen”.
Al 1 miljard subsidie voor kernenergie
De Nederlandse staat heeft vanaf 1955 tot eind 1969, bijna een miljard gulden uitgegeven aan kerntechnologie. Het bedrijfsleven 40 miljoen. Jaarlijks komt daar ongeveer 150 miljoen gulden bij.
Voorkeur voor Nederlandse bedrijven bij bouw volgende centrale
De minister van Economische Zaken (Nelissen) aanvaardt een nota van de Industriële Raad voor de Kernenergie. Het gaat over de wijze van bestellen van de derde kernenergiecentrale en wordt geschreven uit onvrede over de aanbesteding van de kerncentrale in Borssele. Voorgesteld wordt om bij het vragen van offertes en indien bevredigend ook bij het bestellen ervan, zich te beperken tot één of meer groepen van de Nederlandse ondernemingen die een samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan met een voor de elektriciteitsbedrijven aanvaardbare buitenlandse know-how-gever.