- Regering en parlement:
- algemeen beleid van kabinet en (al of niet gesteund door) parlement
Het korte geheugen van bewindslieden
Nieuwe ministers, nieuwe plannen. De nieuwe minister van EZ is Andriessen, een warm voorstander van kernenergie, maar niet met erg veel historische besef. In een radio-interview zegt hij het volgende als hem gevraagd wordt of er dan weer “een soort Brede Maatschappelijke Discussie komt over kernenergie”: “De burger zal zich… ongetwijfeld zal die eh eh… Nou weet ik niet of er zo’n eh, dat was iets van de jaren ’70, was dat niet van eh…., wie was dat ook al weer die…. eh….“ Interviewer: “De Brauw.“ Andriessen: “De Brauw juist. De Brauw, ja die…. Ja, dat is iets van de jaren ’70. Een wat ongeorganiseerde eh, eh, eh, methode van discussieren. Ik probeer dat toch wel wat georganiseerd te doen en natuurlijk zullen we luisteren naar de opinie van mensen. Maar eerst de feiten.“
Wereld zonder Nederland, meer CO2 uitstoot
Mondeling overleg over inventarisatie van studie en onderzoek naar kernenergie, zegt de minister van EZ (Andriessen) een paar vreemde zaken: hij kan het zich niet voorstellen dat Nederland het in 2000 zonder kernenergie kan doen, en de bewindsman “wees erop dat, als nergens ter wereld kernenergie werd toegepast, er 9% meer CO2 zou zijn, en dat, als er geen Nederland op de wereld zou zijn, er 1% meer CO2 zou zijn.“
Elektriciteitsmarkt geliberaliseerd
Waren met de Elektriciteitswet van 1989 de eerste concrete stappen gezet op weg naar de liberalisering van de energiemarkt, nu wordt door implementatie van Europese wetgeving (de Europese Elektriciteitsrichtlijn 96/92/EG) de elektriciteitsmarkt definitief geliberaliseerd en daarmee het wettelijk vastgelegde monopolie opgeheven. De Elektriciteitswet 1998 zorgt ervoor dat de taken in de bedrijfstak verdeeld worden tussen verschillende bedrijven om meer marktwerking en een efficiëntere bedrijfsvoering te bereiken. Met deze wet komt ook een eind aan de centrale sturing van elektriciteitsproductie. De SEP gaat om die reden opgeheven worden.
De liberalisering vindt in drie fases plaats. In de eerste fase (1998) wordt de markt opengesteld voor grootverbruikers en wordt de import vrij. In de tweede fase (2002) wordt de markt voor middelgrote verbruikers van elektriciteit geopend en in de derde en laatste fase (2004) wordt de markt voor kleine ondernemingen en consumenten geopend.
(zie ook het dossier: 'Elektriciteitsproductie toen en nu')