- Nieuwe kerncentrales:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een lokatie-gebonden procedure begint
- Regering en parlement:
- algemeen beleid van kabinet en (al of niet gesteund door) parlement
Voorkeur voor Nederlandse bedrijven bij bouw volgende centrale
De minister van Economische Zaken (Nelissen) aanvaardt een nota van de Industriële Raad voor de Kernenergie. Het gaat over de wijze van bestellen van de derde kernenergiecentrale en wordt geschreven uit onvrede over de aanbesteding van de kerncentrale in Borssele. Voorgesteld wordt om bij het vragen van offertes en indien bevredigend ook bij het bestellen ervan, zich te beperken tot één of meer groepen van de Nederlandse ondernemingen die een samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan met een voor de elektriciteitsbedrijven aanvaardbare buitenlandse know-how-gever.
Beslissing nieuwe centrales uitgesteld
Onder druk van een mogelijke regeringscrisis stelt de Ministerraad de beslissing over de bouw van kerncentrales weer uit. De energiesituatie is toch niet zo slecht als gedacht, zo is het argument. Wel worden de in de Energienota aangekondigde onderzoeken verder uitgevoerd, maar begin van de bouw in 1977 is volgens Lubbers “niet wel denkbaar”, maar de formulering “in of omstreeks 1985” uit de Energienota kan volgens Lubbers “nog wel gehandhaafd blijven”. Het zal nu een zaak van het volgend kabinet gaan worden en dus, zo verwacht men, een rol in de verkiezingen gaan spelen. Het is een overwinning van de kleinste regeringspartij, de PPR. Wel wordt besloten de ASEV (Aanvullend Structuurschema Elektriciteitsvoorziening) door te laten gaan waarbij vooral de nadruk komt te liggen op mogelijke vestigingsplaatsen van de kerncentrales en de PKB (Planologische Kernbeslissing) te laten volgen.
Op 31 januari staat er een paginagrote advertentie in de landelijke dagbladen waarin 1200 wetenschappers hun bezorgdheid uitspreken over kernenergie. “Leden van de 2de Kamer, geef ons het voordeel van de twijfel!”.
Op 3 februari gaat de Kamer met grote meerderheid akkoord met het uitstel van de kabinetsbesluit tot uitstel tot na de verkiezingen: PvdA. D66, PPR, KVP, ARP en CHU stemmen voor uitstel; VVD, DS70 en GPV tegen.
Aankondiging nieuwe kerncentrales
Officieel heet het: ‘Regeringsstandpunt met betrekking tot Eindrapport van de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid’. De ministerraad besluit “minimaal 2 kerncentrales te bouwen met een minimale gezamenlijke capaciteit van 2500MW“ maar houdt ook de mogelijkheid open voor uitbreiding naar 4000 MW. Het wordt voorgesteld als een troef van het diversificatiebeleid. De voorkeur gaat uit naar Borssele als eerste vestigingsplaats. Daarnaast worden vijf andere locaties genoemd: Noordoostpolder, Eemshaven, Maasvlakte, Moerdijk en Ketelmeer. Als de Kamer akkoord gaat wordt de PKB-procedure ingang gezet om tot de meest geschikte vestigingsplaats(en) te komen. De PKB kan tegen het eind van het jaar afgerond worden, zo wordt verwacht.
Het Kabinet heeft haast. Men kiest er niet voor eerst een principe besluit te nemen en dan na politieke instemming te starten met een implementatietraject, maar direct te komen met een voornemen met concrete aantallen en vestigingsplaatsen. Initiatieven tot investeren en bouwen worden weliswaar aan de sector over gelaten, maar in het eerstvolgende Elektriciteitsplan moeten dan wel besluiten zijn opgenomen. Kamer gaat akkoord mede doordat EZ er mee instemt af te zien van het voornemen een landelijk productiebedrijf voor elektriciteit te vormen.
De meeste reacties zijn voor de hand liggend, milieubeweging fel tegen en elektriciteitsbedrijven (althans zo zegt de SEP. Maar van de elf leden van de SEP zijn er nu maar 4 voor nieuwe kerncentrales, 4 zeker tegen en de ander drie ws. ook), en de werkgevers (VNO) zijn blij. De VVD ook, CDA is ‘kritisch’ en vindt dat er aan voorwaarden voldaan moet worden: aanvaardbare kosten, oplossing voor radioactief afval en voldoende maatschappelijk draagvlak. De PvdA wil er een hoofdpunt van maken in de campagne voor de verkiezingen in mei 1986 en wil dan het besluit terugdraaien. De waterleidingbedrijven zijn ‘beducht’.
De optie ‘opwerking’ wordt open gelaten. Niet opwerken is zelfs nog een beetje goedkoper, en ook de situatie op de uraniummarkt maakt opwerken niet noodzakelijk, schrijft het kabinet Lubbers. Het is ruim 10 jaar nadat het Kabinet Den Uyl een soortgelijke beslissing nam., met … jazeker, minister van EZ, Ruud Lubbers.