- Nieuwe kerncentrales:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een lokatie-gebonden procedure begint
- nieuwe centrales algemeen:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een locatiegebonden procedure begint
- Regering en parlement:
- algemeen beleid van kabinet en (al of niet gesteund door) parlement
Aankondiging nieuwe kerncentrales
Officieel heet het: ‘Regeringsstandpunt met betrekking tot Eindrapport van de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid’. De ministerraad besluit “minimaal 2 kerncentrales te bouwen met een minimale gezamenlijke capaciteit van 2500MW“ maar houdt ook de mogelijkheid open voor uitbreiding naar 4000 MW. Het wordt voorgesteld als een troef van het diversificatiebeleid. De voorkeur gaat uit naar Borssele als eerste vestigingsplaats. Daarnaast worden vijf andere locaties genoemd: Noordoostpolder, Eemshaven, Maasvlakte, Moerdijk en Ketelmeer. Als de Kamer akkoord gaat wordt de PKB-procedure ingang gezet om tot de meest geschikte vestigingsplaats(en) te komen. De PKB kan tegen het eind van het jaar afgerond worden, zo wordt verwacht.
Het Kabinet heeft haast. Men kiest er niet voor eerst een principe besluit te nemen en dan na politieke instemming te starten met een implementatietraject, maar direct te komen met een voornemen met concrete aantallen en vestigingsplaatsen. Initiatieven tot investeren en bouwen worden weliswaar aan de sector over gelaten, maar in het eerstvolgende Elektriciteitsplan moeten dan wel besluiten zijn opgenomen. Kamer gaat akkoord mede doordat EZ er mee instemt af te zien van het voornemen een landelijk productiebedrijf voor elektriciteit te vormen.
De meeste reacties zijn voor de hand liggend, milieubeweging fel tegen en elektriciteitsbedrijven (althans zo zegt de SEP. Maar van de elf leden van de SEP zijn er nu maar 4 voor nieuwe kerncentrales, 4 zeker tegen en de ander drie ws. ook), en de werkgevers (VNO) zijn blij. De VVD ook, CDA is ‘kritisch’ en vindt dat er aan voorwaarden voldaan moet worden: aanvaardbare kosten, oplossing voor radioactief afval en voldoende maatschappelijk draagvlak. De PvdA wil er een hoofdpunt van maken in de campagne voor de verkiezingen in mei 1986 en wil dan het besluit terugdraaien. De waterleidingbedrijven zijn ‘beducht’.
De optie ‘opwerking’ wordt open gelaten. Niet opwerken is zelfs nog een beetje goedkoper, en ook de situatie op de uraniummarkt maakt opwerken niet noodzakelijk, schrijft het kabinet Lubbers. Het is ruim 10 jaar nadat het Kabinet Den Uyl een soortgelijke beslissing nam., met … jazeker, minister van EZ, Ruud Lubbers.