- Nieuwe kerncentrales:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een lokatie-gebonden procedure begint
- nieuwe centrales algemeen:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een locatiegebonden procedure begint
- Regering en parlement:
- algemeen beleid van kabinet en (al of niet gesteund door) parlement
Voorkeur voor Nederlandse bedrijven bij bouw volgende centrale
De minister van Economische Zaken (Nelissen) aanvaardt een nota van de Industriële Raad voor de Kernenergie. Het gaat over de wijze van bestellen van de derde kernenergiecentrale en wordt geschreven uit onvrede over de aanbesteding van de kerncentrale in Borssele. Voorgesteld wordt om bij het vragen van offertes en indien bevredigend ook bij het bestellen ervan, zich te beperken tot één of meer groepen van de Nederlandse ondernemingen die een samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan met een voor de elektriciteitsbedrijven aanvaardbare buitenlandse know-how-gever.
Memorie van Antwoord Kernenergiebeleid
Uit een Memorie van Antwoord op het Voorlopig Verslag over de Nota inzake het Kernenergiebeleid van de nieuwe regering (Den Uyl) blijkt dat men er van uit gaat dat het nucleaire vermogen stijgt van "500 thans" naar 4000 in 1985 en 9000MW in 1990. Er wordt ook gesteld dat opslag van afval en veiligheid geen problemen zal opleveren en dat er vooral gekeken zal worden naar de economische factoren. Ook blijkt er al een aantal jaren studie gedaan te worden naar mogelijke locaties voor kerncentrales. Maar het beleidsmatige aspect van kernenergie is zoveel mogelijk achterwege gelaten om die in het kader van de Energienota die later in het jaar zal verschijnen op geïntegreerde wijze aan de orde te kunnen stellen. Daarom beperkt men zich in dit Memorie van Antwoord zoveel mogelijk tot “feitelijke informatie op grond van vragen en opmerkingen.“
Vertraging besluitvorming kerncentrales
De ministerraad gaat praten over de notitie van Van Aardenne waarin hij voorstelt minimaal 2, en maximaal 6 kerncentrales te bouwen. Althans dat was de bedoeling, maar de wet tweeverdieners en de spreiding van de PTT kost zoveel tijd dat ze er niet aan toe komen. Opnieuw uitstel dus, voor een beslissing die “op of rond“ prinsjesdag al genomen had moeten worden. Lubbers verwacht wel dat nog voor het Kerstreces een besluit genomen kan worden.
Maar ook in de ministerraad van 15 december lukt het weer niet om een besluit in het kabinet te nemen over nieuwe kerncentrales; ligt Winsemius (die er maximaal 2 wil) al een tijdje dwars, nu schijnt ook Ruding (Financien) financiële voorwaarden te stellen. Dit jaar wordt het niks meer, moet ook Lubbers toegeven.
Aankondiging nieuwe kerncentrales
Officieel heet het: ‘Regeringsstandpunt met betrekking tot Eindrapport van de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid’. De ministerraad besluit “minimaal 2 kerncentrales te bouwen met een minimale gezamenlijke capaciteit van 2500MW“ maar houdt ook de mogelijkheid open voor uitbreiding naar 4000 MW. Het wordt voorgesteld als een troef van het diversificatiebeleid. De voorkeur gaat uit naar Borssele als eerste vestigingsplaats. Daarnaast worden vijf andere locaties genoemd: Noordoostpolder, Eemshaven, Maasvlakte, Moerdijk en Ketelmeer. Als de Kamer akkoord gaat wordt de PKB-procedure ingang gezet om tot de meest geschikte vestigingsplaats(en) te komen. De PKB kan tegen het eind van het jaar afgerond worden, zo wordt verwacht.
Het Kabinet heeft haast. Men kiest er niet voor eerst een principe besluit te nemen en dan na politieke instemming te starten met een implementatietraject, maar direct te komen met een voornemen met concrete aantallen en vestigingsplaatsen. Initiatieven tot investeren en bouwen worden weliswaar aan de sector over gelaten, maar in het eerstvolgende Elektriciteitsplan moeten dan wel besluiten zijn opgenomen. Kamer gaat akkoord mede doordat EZ er mee instemt af te zien van het voornemen een landelijk productiebedrijf voor elektriciteit te vormen.
De meeste reacties zijn voor de hand liggend, milieubeweging fel tegen en elektriciteitsbedrijven (althans zo zegt de SEP. Maar van de elf leden van de SEP zijn er nu maar 4 voor nieuwe kerncentrales, 4 zeker tegen en de ander drie ws. ook), en de werkgevers (VNO) zijn blij. De VVD ook, CDA is ‘kritisch’ en vindt dat er aan voorwaarden voldaan moet worden: aanvaardbare kosten, oplossing voor radioactief afval en voldoende maatschappelijk draagvlak. De PvdA wil er een hoofdpunt van maken in de campagne voor de verkiezingen in mei 1986 en wil dan het besluit terugdraaien. De waterleidingbedrijven zijn ‘beducht’.
De optie ‘opwerking’ wordt open gelaten. Niet opwerken is zelfs nog een beetje goedkoper, en ook de situatie op de uraniummarkt maakt opwerken niet noodzakelijk, schrijft het kabinet Lubbers. Het is ruim 10 jaar nadat het Kabinet Den Uyl een soortgelijke beslissing nam., met … jazeker, minister van EZ, Ruud Lubbers.
Besluitvorming kerncentrales opgeschort
Op 1 mei had de regering al laten weten dat de (op 21 april naar 6 mei uitgestelde) uitgebreide commissievergadering over de PKB vestigingsplaatsen zal worden uitgesteld. Op 7 mei wordt in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de hele besluitvorming rond nieuwe kerncentrales wordt opgeschort om eerst meer informatie te verzamelen over het ongeval in Tsjernobyl.
De regering besluit echter de PKB wel te handhaven. Handhaven van die procedure heeft voor de regering een groot voordeel: na een besluit dat er nieuwe kerncentrales moeten komen, kunnen de vestigingsplaatsen meteen worden vastgesteld, zonder inspraak van de bevolking (die is immers al geweest). Dit gaat het zgn. ‘Waarborgingsbeleid vestigingsplaatsen kerncentrales’ heten.
In 1988 besluit nieuwe kerncentrales
Bij de behandeling van het Werkplan Afwikkeling Tsjernobyl stelt minister Nijpels (Ruimtelijke Ordening & Milieubeheer) dat het Kabinet begin 1988 een standpunt gaat innemen over wel of niet nieuwe kerncentrales. Een meerderheid van de Kamer wil een onderzoek naar de mogelijkheid van een energievoorziening zonder kernenergie.
Besluitvorming nieuwe kerncentrales niet voor 1990
De regering is bezig alle gevolgen van Tsjernobyl op een rijtje te zetten en tot nu toe ging het kabinet er van uit dat in het voorjaar van 1988 een nieuwe beslissing over de toekomst van kernenergie in Nederland zou kunnen worden genomen. Maar De Korte (EZ) deelt de Kamer mee dat voor een zorgvuldige afweging meer tijd nodig is. Hoeveel extra tijd kan hij nog niet zeggen. Twee weken later laat Nijpels al weten dat een beslissing in “deze kabinetsperiode“ (tot 1990) niet meer voor de hand ligt.
Van Geel: “bouw kerncentrale niet uitsluiten"
In het tv-programma Buitenhof verklaart Van Geel dat hij nieuwe kerncentrales niet uitsluit om de klimaatdoelstellingen te halen: het is een kwestie van “en- en, en:meer duurzame energie, vooral besparingmaatregelen en daarna meer kernenergie.” Maar “de bouw van kerncentrales is wel afhankelijk van de randvoorwaarden die de politiek gaat formuleren“ zo moet hij later in de Kamer nuanceren. Eerder had Brinkhorst al verklaard dat hij kernenergie op lange termijn onontkoombaar acht.
Randvoorwaarden voor kerncentrales
Van Geel stuurt de Notitie ‘Randvoorwaarden voor nieuwe kerncentrales’ naar de Tweede Kamer. Het feit dat Van Geel de randvoorwaarden naar de Kamer stuurt wekt enige verwondering: het intussen demissionaire Kabinet gaat door als minderheidskabinet en zal daarom controversiële onderwerpen niet behandelen. Niemand zou het dus vreemd vinden als dit over de verkiezingen heen zou worden getild. Toch kiest Van Geel daar niet voor en geeft nu de indruk dat hij het snel door wil drukken.
Als bijlage van de Randvoorwaarden zijn een aantal rapporten over opinies, financiële zekerheid en overzicht van nieuwe types.
In de brief van Van Geel staat een aantal opmerkelijke zaken: zo mag er alleen een nieuwe kerncentrale komen als er een oplossing is voor het kernafvalprobleem. Maar: ondertussen mogen procedures doorlopen worden en mag er wel gebouwd worden. Binnen tien jaar “moet er door de overheid een beslissing zijn genomen over de eindbestemming voor het radioactief afval,” behalve als de “Europese regelgeving tot een besluit op een eerdere datum verplicht.“ Hij stelt dat “alleen geologische berging (in de diepe ondergrond) van hoogradioactief afval“ bij de huidige stand van de wetenschap en techniek een “echte oplossing“ is.
Bij het kamerdebat eind oktober zegt de PvdA geen veto uit te willen spreken over een nieuwe kerncentrale maar wel de voorwaarden zo streng te willen maken dat de bouw de facto onmogelijk wordt. Van Geel zegt dat juist niet onmogelijk te hebben willen maken, en heeft van Delta begrepen dat hij dat ook niet gedaan heeft. Hij had graag gewild dat, net als in Finland, er bij aanvang van de bouw een oplossing was voor de definitieve opslag van kernafval, maar dat zou betekenen, zo zei hij letterlijk, dat “het er dan nooit van zou komen.”
Edoch, de Randvoorwaarden blijven een voorstel, de Kamer praat er niet eens verder over.