- Verrijking:
- onderzoek naar en ontwikkeling van verrijking (tot 1969, daarna zie: Urenco/UCN)
- Kosten/budget:
- kostenoverzicht van- of budget voor kernenergie (-object)
Bouw in Almelo begint
Het ultracentrifuge project is nu zover gevorderd met onderzoek, dat tot de bouw van een proeffabriek is besloten. In Almelo wordt (op het op 12 maart door Philips aangekochte 11 hectare grote terrein), de eerste paal geslagen voor de bouw van een installatie voor het vervaardigen van centrifuges voor de te bouwen proeffabriek SP1 (Separation Plant 1). De totale kosten van de proeffabriek SP1 worden dan geschat op 45 miljoen gulden.
Kostenstijging proeffabriek
Volgens een nota die de minister van EZ krijgt blijkt dat de bouwkosten van de UCN proeffabriek in Almelo al flink zijn gestegen. Werd eerst nog uitgegaan van 45 miljoen gulden, nu zijn de kosten al opgelopen tot “eerder 75 miljoen.“ De bouw heeft ook veel vertraging opgelopen, in bedrijf komt de fabriek in elk geval niet meer in 1971, hoewel dat wel de bedoeling was. Het zal zeker niet eerder dan eind eerste kwartaal ’72 worden.
Almelo: SP3 officieel geopend
De eerste commerciële eenheid voor verrijking van uranium in Almelo met een capaciteit van 60 ton wordt officieel in gebruik gesteld. Dit is de eerste fase van de uitbreiding tot 200 ton die in 1979 gereed moet zijn (de Duits-Nederlandse SP3). Een maand eerder is een soortelijke fabriek geopend in Capenhurst. De 200 tons fabriek zal ongeveer f 300 miljoen kosten, zo is de verwachting. Urenco zegt bij deze gelegenheid een orderportefeuille te bezitten voor de levering van 20.000 ton scheidingsarbeid tot 1992, een totaalbedrag van ruim vier miljard gulden.
Jacob Kistemaker houdt min of meer een privé-receptie vanwege een eervolle onderscheiding die hem ten deel is gevallen. Samen met andere ontwikkelaars van de ultracentrifuge komt hij als enige Nederlander in aanmerking voor een deel van de 500.000 Duitse marken die de Krupp-stichting heeft uitgetrokken voor acht vooraanstaande wetenschapsbeoefenaars.
Onduidelijke financiële situatie UCN
De financiële situatie van de Nederlandse poot van Urenco, de UCN, is erg onduidelijk. Het jaarverslag van 1971 was al niet goedgekeurd door de accountant en vanaf 1975 worden alle jaarrekeningen afgekeurd. Dat is mede vanwege de onduidelijkheid over welke bedragen als lening en welke als subsidie te beschouwen zijn. Het gaat om een bedrag van totaal f 426 miljoen. Nu treedt de ‘machtiging als bedoeld in artikel 40 van de Comptabiliteitswet 1976 tot vergroting van de deelneming’ in de UCN in werking. Het bedrijfsleven (aandeelhouders DSM, Philips, Shell, RSV en VMF-Stork), weigeren al vanaf 1976 leningen of extra aandelen in het UCN-project vanwege de grote financiële risico’s. De staat vergroot het aandelen kapitaal van f 4 miljoen tot f 163 miljoen en op die manier wordt ze voor 98,5 % aandeelhouder. Die f 159 miljoen is een omzetting van leningen voor demonstratiefabrieken. Een bedrag van f 297 miljoen wordt gezien als subsidie.
Maar de uitbreiding van SP4 moet ook betaald worden en dat kan niet door de reguliere kapitaalmarkt verzorgd worden, dus komt er een garantieverplichting van de staat voor f 470 miljoen.
UCN; 2 miljoen investering per werknemer; nu voor ’t eerst winst
Uit het jaarverslag over 1983 van Ultracentrifuge Nederland (UCN) blijkt de verrijkingsfabriek in Almelo voor het eerst winst te maken: 2,1 miljoen gulden. In 1982 was dat nog een verlies van 8 miljoen. De omzet in 1983 was f 75 miljoen en de productie steeg tot 600 ton SWU. Men verwacht wel dat de winst flink gaat stijgen. In januari had de directeur al gezegd dat winst nabij is. Dat mag ook wel, want er is 1,2 miljard geïnvesteerd: dat is 2 miljoen gulden per werknemer. Werkgelegenheid is altijd een belangrijk argument voor de bouw en uitbreiding van de fabrieken geweest.