- Verrijking:
- onderzoek naar en ontwikkeling van verrijking (tot 1969, daarna zie: Urenco/UCN)
- Urenco/UCN Almelo:
- De uraniumverrijkingsfabriek en de fabriek voor de ontwikkeling en bouw van centrifuges in Almelo en de samenwerking tussen Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland
Ondertekening Verdrag van Almelo
In het gemeentehuis van Almelo wordt het Verdrag van Almelo ondertekend. Het is een overeenkomst bereikt tussen Nederland, Verenigd Koninkrijk en West-Duitsland over het ultracentrifuge verrijkingsproject. Afgesproken wordt dat de landen samen industriële ondernemingen opzetten voor de fabricage van centrifuges en voor de bouw van verrijkingsfabrieken door middel van de ultracentrifugetechniek. In eerste instantie zullen de landen een proeffabriek bouwen met elk hun eigen type centrifuge. In de Bondsrepubliek kan geen proeffabriek worden gebouwd omdat dit wordt verboden door de Parijse akkoorden (die tot eind 1981 van kracht zijn) van oktober 1954 waarin plutonium en tot meer dan 2,1 procent verrijkt uranium uitdrukkelijk worden beschreven als essentiële onderdelen van een atoomwapen waarvan de productie op West-Duits grondgebied niet is toegestaan. Daarom zal de Duitse proeffabriek gebouwd worden op het terrein van de UCN. West-Duitsland heeft dan nog niet eens het Non-Proliferatie verdrag geratificeerd. De Tweede Kamer zal pas in maart 1971 goedkeuring aan het Verdrag van Almelo geven waardoor het in juli 1971 van kracht wordt.
Vijf dagen na de ondertekening van het Verdrag wordt in Almelo een kleine demonstratie gehouden waaraan zo’n 50 mensen deelnemen. Met Pinksteren, in mei, zijn er 2500 mensen op het jaarlijkse ANJV-tentenkamp (dit jaar toevallig) in Almelo die ook tegen Urenco demonstreren.
Proefverrijkingsfabriek gereed
De technische inrichting van de 25 ton SWU proefverrijkingsfabriek die gebouwd is op een terrein van Philips in Almelo is klaar, zodat begonnen kan worden met de fabricage van de centrifuges. Daarbij treden echter ernstige tegenvallers op.
Eerder liet UCN-directeur prof. dr. M Bogaardt weten dat Nederland een paar jaar voorsprong heeft op Engeland en West-Duitsland, zodat de Nederlandse centrifuges als beste uit de bus zullen komen. Die inschatting blijkt achteraf niet juist en mede veroorzaakt door de geheimhouding, waardoor slechts weinig informatie wordt gedeeld. Door de tegenslagen is men gedwongen veel meer informatie uit te wisselen met de partners en veranderingen aan te brengen in de fabricage. In het voorjaar (1970) is de gehele inventaris van de centrifugefabriek, die tijdelijk ondergebracht was bij de precisiegieterij Cirex, verhuisd naar de nieuwgebouwde fabriek. Sinds de start in september 1969 is het personeelsbestand gegroeid tot 120 mensen. De Duitse tak van Urenco, Uranit, verwacht dat in het voorjaar van 1971 in Almelo kan worden begonnen met de bouw van de Duitse proeffabriek (SP2).