- Gemeenteraad:
- beleid van B&W en (al of niet gesteund door) gemeenteraad
Raadsvragen over zoutkoepelopslag
Nadat in de weken daarvoor de CPN-fractie in de gemeente Winschoten (die zelfs een motie aannemen) en de Provinciale Staten van Groningen al vragen had gesteld, wil nu de Tweede Kamer fractie van de Communistische Partij dat de regering de opslag van atoomafval in de “aanwezige zoutholtes in het noorden en zuiden van het land“ verbiedt, en eisen dat gemeentelijke en provinciale overheden absolute zeggenschap in deze moeten krijgen. Het Dagblad van de CPN, De Waarheid, heeft er de afgelopen periode regelmatig over gepubliceerd. De CPN stelt zeker niet “tegen de toepassing van de moderne energie als zodanig“ te zijn.
Vergunning afval opslaggebouw Dodewaard
De GKN heeft op 28 juli 1976 een vergunning aangevraagd voor de bouw van een opslaggebouw en de verbetering van de behandeling van radioactief afval. Kosten worden geschat op f 10 miljoen. Deze plannen zijn een direct gevolg van de problemen bij de afvoer van afval naar het (toenmalige) RCN. In december wordt de eis om de door de gemeente verleende vergunning te schorsen door de Raad van State afgewezen en in april worden de bezwaren tegen de vergunning voor de bouw (die al begonnen is) afgewezen.
PZEM wil compactopslag
De PZEM vraagt een vergunning aan voor de bouw van een afvalopslaggebouw op haar terrein, maar ook voor zgn. compactopslag: dan staan in het koelbassin de rekken voor de splijtstofstaven dichter op elkaar waardoor er meer opslagcapaciteit is. Tientallen groepen tekenen protest aan, volgens hen zou het zelfs van onbehoorlijk bestuur getuigen om wijzigingen aan te brengen in de vergunning voor het in werking brengen van de centrale, waar nog beroepen tegen lopen en de kroon nog geen definitieve uitspraak over heeft gedaan. De compactopslag lijkt ingegeven in verband met de problemen rond het goedkeuren van de opwerkingscontracten, waardoor afvoer in gevaar zou kunnen gaan komen. De gemeenteraad van Borssele spreekt zich op 1 mei unaniem uit tegen de vergunning, zolang niet is aangetoond dat het geen gevaar voor de gezondheid van mens en dier oplevert.