Teveel radioactief afval: elk jaar dumpingen
Vanaf dit jaar vinden elk jaar dumpingen in zee plaats. De hoeveelheid LAVA/MAVA is zo toegenomen dat 1x per twee jaar niet meer voldoet. Bij het vervoer in juni van het afval van Dodewaard naar Petten, raakt het binnenvaartschip besmet door lekkende vaten. Blijkbaar zo erg dat “de hele buikdenning” er op een werf in Schagen uit gehaald moet worden.
Ook in 1972 wordt de London London Dumping Convention (voluit: ‘Convention on the Prevention of Marine Pollution by Dumping of Wastes and Other Matter’) opgesteld. In 1973 ratificeert Nederland het verdrag wat eigenlijk opgesteld is om wetgeving te creëren voor het dumpen van radioactief afval in zee.
WRK: afval in zoutkoepels opslaan
De WRK publiceert het rapport ‘Vestigingsplaatsen van energiereactoren en de opslag van radio-actief afval’ waarin staat te lezen, dat in Nederland “bewaarplaatsen voor radio-actief afval“ zullen moeten worden ingericht. Men verwacht dat op termijn hoogactief afval uit de opwerkingsfabrieken zal worden teruggestuurd. Al het afval kan in zoutkoepels worden opgeslagen. Kernafval uit opwerkingsfabrieken zal “ingesmolten in en glasmatrix (…) moeten worden opgeslagen in stabiele zoutafzettingen”, zo schrijft de WRK. Ook een werkgroep van de RCN vindt opslag van kernafval in zoutvoorkomens onder het vaste land “reëel en attractief.“
Raadsvragen over zoutkoepelopslag
Nadat in de weken daarvoor de CPN-fractie in de gemeente Winschoten (die zelfs een motie aannemen) en de Provinciale Staten van Groningen al vragen had gesteld, wil nu de Tweede Kamer fractie van de Communistische Partij dat de regering de opslag van atoomafval in de “aanwezige zoutholtes in het noorden en zuiden van het land“ verbiedt, en eisen dat gemeentelijke en provinciale overheden absolute zeggenschap in deze moeten krijgen. Het Dagblad van de CPN, De Waarheid, heeft er de afgelopen periode regelmatig over gepubliceerd. De CPN stelt zeker niet “tegen de toepassing van de moderne energie als zodanig“ te zijn.
Eerste actie tegen dumpingen in zee
Voor het eerst is er een demonstratie in IJmuiden tegen de dumpingen van Nederlands en Zwitsers radioactieve afval (dat per trein arriveert) dat enkele dagen later moet gaan worden. Een tiental leden van de Stroomgroep Stop kernenergie Haarlem zijn bij het overladen van het afval in het dumpschip ‘Topaz’ aanwezig en de actie haalt het tv-journaal die avond. In de week erna vraagt VMD een verbod op dumpingen en medewerking aan dumping van buitenlands afval.
Selectie zoutkoepels
Op antwoorden op kamervragen over onderzoek in het stroomdal Drentse Aa, zegt de minister van EZ (Lubbers) dat “het onderzoek naar de mogelijkheden tot het ondergronds opbergen van radioactief vast afval is gevorderd tot een voorlopige selectie van een aantal mogelijke vestigingsplaatsen.“ Deze zullen “in samenwerking met de betrokken autoriteiten en instanties nog op hun planologische mogelijkheden onderzocht moeten worden.“
Overeenkomst over vaten met te hoge straling
Er is overeenkomst bereikt tussen Dodewaard, RCN en de ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid over het afval dat al jarenlang op het terrein van de centrale in Dodewaard staat. Doordat de vaten een te hoge stralingdosis afgeven (door ondeugdelijke verpakking) geeft het ministerie geen transportvergunning of weigert het RCN ze op te halen en bij hen op te slaan, hoewel de RCN door de overheid aangewezen is als centrale locatie voor de opslag van radioactief afval. De GKN geeft toe dat zelfs buiten het terrein de straling van het afval te hoog is, maar “wie gaat daar nou een hele tijd staan?“ zeggen ze. Van de 550 vaten, waarvan sommigen er al staan vanaf 1972, worden er 350 toch naar de RCN afgevoerd, worden er 150 in Dodewaard "geschikt gemaakt" zodat ze binnen de normen voor dumping in zee vallen, waarna ze naar de RCN gaan en de resterende 50 worden in opslagruimtes in Dodewaard zelf opgeslagen. Twee politieagenten, die in verband met de Molukse gijzelingen op het kerncentraleterrein wacht moeten lopen, halen een ‘grap’ uit en leggen hun dosismeters een paar uur op de vaten (volgens anderen tonen ze hiermee aan dat van het afval wel degelijk gevaar uitgaat, ondanks alle geruststellende woorden). Er ontstaat consternatie als ze ‘besmet’ lijken te zijn. Als de twee agenten het in januari 1976 opbiechten worden ze disciplinair gestraft. Maar de verantwoordelijken van de GKN die in strijd met de hinderwet vergunning het afval op het terrein opslaan, ontspringen de dans. In april 1978 besluit de Officier van Justitie geen strafvervolging in te stellen: “thans is de opslag goed geregeld en het is niet opportuun meer de directie hierover lastig te vallen.“
Aankondiging proefboringen
De minister van EZ (Lubbers) deelt de Tweede Kamer mee dat de regering heeft besloten onderzoek naar de mogelijkheden tot definitieve verwijdering van radioactief afval met kracht voort te zetten. Een “in te stellen interdepartementaire werkgroep zal, te samen met deskundigen van de Rijksgeologische Dienst en het RCN een onderzoek – met inbegrip van proefboringen – doen instellen naar de mogelijkheid en aanvaardbaarheid van opslag in steenzoutformaties.”
Vijf zoutkoepels geselecteerd
Minister Lubbers van Economische Zaken (EZ) schrijft een brief aan het College van Gedeputeerde Staten van Groningen en Drenthe, waarin wordt meegedeeld dat vijf zoutkoepels in aanmerking komen voor proefboringen voor opslag van kernafval: Gasselte, Schoonlo, Pieterburen, Onstwedde en Anlo. Overal in de provincies Groningen en Drenthe komt het meteen tot de oprichting van actiegroepen. Het is onduidelijk waar de rangorde van de opslagplaatsen op gebaseerd is. Er zijn wel zogeheten criteria voor de keuze van de zoutkoepels, maar de lijst met criteria roept veel vraagtekens op. Alles zal “geschieden in nauw contact met de betrokken provinciale en gemeentelijke autoriteiten”. De provincies Groningen en Drenthe laten Lubbers weten dat ze tegen proefboringen zijn en op 11 augustus blijkt dat de betrokken gemeentes officieel nog van niets weten. Pas op 3 februari 1977 zal Lubbers voor de eerste maal een brief hierover naar de gemeentes sturen. De regering laat (in december) weten haast te hebben met de proefboringen vanwege de plannen om drie kerncentrales te bouwen.
Acties tegen kernafval in zoutkoepels
Vijf mensen bezetten een boortoren van de NAM, in Warffum, vlakbij Pieterburen, een van de plaatsen waar mogelijk kernafval moet worden opgeslagen in zoutkoepels De 5 klimmen 34 meter (!) tot een platformpje, waar ze 10 uur blijven zitten, terwijl het stortregent en hard waait (windkracht 9). Tegen de plannen voor opslag van het kernafval in Noord-Nederland bestaat bij de plaatselijke bevolking (en ook bij de gemeenteraden en de provincies) veel verzet. De NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) voert al enige tijd in het noorden proefboringen uit naar de aanwezigheid van aardgas. Veel mensen hebben het vermoeden dat resultaten van die boringen gebruikt gaan worden bij de afweging of het mogelijk is in de zoutkoepels het kernafval op te slaan. Op 5 februari is er een ‘rijdende demonstratie’ waaraan 5-duizend mensen deelnemen.
Vergunning afval opslaggebouw Dodewaard
De GKN heeft op 28 juli 1976 een vergunning aangevraagd voor de bouw van een opslaggebouw en de verbetering van de behandeling van radioactief afval. Kosten worden geschat op f 10 miljoen. Deze plannen zijn een direct gevolg van de problemen bij de afvoer van afval naar het (toenmalige) RCN. In december wordt de eis om de door de gemeente verleende vergunning te schorsen door de Raad van State afgewezen en in april worden de bezwaren tegen de vergunning voor de bouw (die al begonnen is) afgewezen.