- Gemeenteraad:
- beleid van B&W en (al of niet gesteund door) gemeenteraad
Arnhem: hinderwetvergunning kernlab
B&W van Arnhem geeft een (op 24 januari 1956 aangevraagde) hinderwet vergunning (art.2) af voor het in bedrijf stellen van een kernreactorlaboratorium met een reactorinstallatie (dat wordt heel kleine subkritische suspensie reactor die geen energie levert –nulenergie-reactor) op het KEMA-terrein. In het kader van de hinderwetprocedure wordt er ook een hoorzitting gehouden, daar komt niemand op af omdat er weinig bekendheid aangegeven is. De voorlopige vergunning houdt in dat de “inrichting moet zijn voltooid en in werking gebracht binnen 2 jaar nadat dit besluit onherroepelijk is geworden“. De gemeente laat pas in 1962 aan de KEMA weten dat ze de installatie als voltooid beschouwen, waarvoor de KEMA zich “zeer erkentelijk” toont. Maar zo simpel zal het niet zijn.
Eindelijk bouwvergunning
B&W van Dodewaard verlenen de bouwvergunning voor de kerncentrale. Een beetje laat want de bouw (grondwerk) is al op 23 september 1964 begonnen en op 25 februari van dit jaar is al feestelijk begonnen met het heiwerk door de eerste paal te slaan.
Raadsvragen over zoutkoepelopslag
Nadat in de weken daarvoor de CPN-fractie in de gemeente Winschoten (die zelfs een motie aannemen) en de Provinciale Staten van Groningen al vragen had gesteld, wil nu de Tweede Kamer fractie van de Communistische Partij dat de regering de opslag van atoomafval in de “aanwezige zoutholtes in het noorden en zuiden van het land“ verbiedt, en eisen dat gemeentelijke en provinciale overheden absolute zeggenschap in deze moeten krijgen. Het Dagblad van de CPN, De Waarheid, heeft er de afgelopen periode regelmatig over gepubliceerd. De CPN stelt zeker niet “tegen de toepassing van de moderne energie als zodanig“ te zijn.
Gemeenten tegen kerncentrale Maasvlakte
Rotterdam en Rijnmond wijzen voorlopig de bouw van een kerncentrale op de Maasvlakte af. Ze vinden dat de bewoners van het Rijnmondgebied door de concentratie van zware industrie al zwaar genoeg is belast. Eerder (april) hadden de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zich uitgesproken voor een kerncentrale, daarmee een advies van de PPD (Provinciale Planologische Dienst) tegen de komst naast zich neerleggend. Provinciale Staten vinden de stellingname van GS voorbarig zonder dat er in de PS is over gesproken en hebben (eind april) een motie aangenomen tegen de komst.
B&W Dodewaard tegen Dodewaard-II
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dodewaard zijn tegen de bouw van een tweede kerncentrale in Dodewaard. Dit laat ze de gemeenteraad weten na vragen. Volgens B&W zijn Nijmegen en Lelystad veel geschiktere plaatsen. In januari 1974 werd in het Personeelsblad van de Gelderse elektriciteitsmaatschappij PGEM gesteld dat de Waal “misschien toch wel“ voldoende koelwater bevat voor een tweede kerncentrale. In 1971 stond bij een overzicht ‘Uitbreidingsplannen productiemiddelen’ van de SEP nog een centrale van 600 MW in Dodewaard genoemd die in 1978 klaar zou moeten zijn.
Einde van de Kalkar-heffing
De regering beëindigt de ‘kalkar-heffing’ die op 1 juli 1973 werd ingesteld. In totaal hebben ongeveer 3000 gezinnen de heffing van 3% op hun elektriciteitsrekening voor de kosten van de bouw van Kalkar, geweigerd en hebben zo’n 70 gemeentes waaronder de meeste grote steden stelling genomen tegen de heffing. Zo heeft ook de gemeenteraad van Dodewaard in januari ’76 een motie aangenomen waarin ze stellen tegen de bouw van de kweekreactor in Kalkar te zijn en de 3% heffing op de elektriciteitsrekening bestemd moet worden voor onderzoek naar andere energiebronnen. In 1973 en 1974 werd bij tientallen weigeraars de elektriciteit afgesloten, maar de publiciteit die dat opleverde was zo negatief dat de regering gedwongen werd een oplossing te verzinnen. Hoewel de heffing zou duren zolang de bouw duurde (men ging in 1973 uit van 1979), wordt al in 1974 besloten de heffing op 1-1-77 te beëindigen. Dan kondigt minister Lubbers (EZ) ook een fonds aan waar weigeraars hun geld op kunnen gaan storten. Hij haalt hier mee voor een deel de angel uit de strijd, maar de kiem van een brede anti-kernenergie beweging is dan al gelegd.
Vergunning afval opslaggebouw Dodewaard
De GKN heeft op 28 juli 1976 een vergunning aangevraagd voor de bouw van een opslaggebouw en de verbetering van de behandeling van radioactief afval. Kosten worden geschat op f 10 miljoen. Deze plannen zijn een direct gevolg van de problemen bij de afvoer van afval naar het (toenmalige) RCN. In december wordt de eis om de door de gemeente verleende vergunning te schorsen door de Raad van State afgewezen en in april worden de bezwaren tegen de vergunning voor de bouw (die al begonnen is) afgewezen.
Brochure kernenergie niet verspreid
De Betuwse gemeentes Kesteren, Druten en Ewijk weigeren de brochure ‘Informatie over kernenergie’, uitgegeven door B&W van buurgemeente Dodewaard, te verspreiden. Tienduizenden exemplaren liggen in de kluizen en op zolders van de gemeentes. Dit is een gevolg van uitlatingen van de GKN en de Gelderse Commissaris der Koningin Geertsema die het boekje “een eenzijdig geschrift met de neiging tot het zaaien van paniek“ noemen. Maar ze staan nogal alleen in hun kritiek: ambtenaren van VROM en Sociale Zaken en ook TNO hebben zich positief over de tekst uitgelaten. De GKN komt later die maand met een eigen uitgave die ze in de omliggende gemeentes huis aan huis verspreiden. In april 1979 stelt de net in Deest opgerichte groep ‘Stop Dodewaard’ als eis naar de gemeente alsnog de verspreiding van de brochure. Na een aantal juridische procedures lukt dat.
'Maasvlakte onaanvaardbaar'
De gemeente Rotterdam en het Openbaar Lichaam Rijnmond laten, als reactie op het aanwijzen van Maasvlakte als mogelijk vestigingsplaats, weten dat ze tegen de komst van een kerncentrale zijn. “Op grond van de huidige kennis en onder de huidige omstandigheden is vestiging van een kerncentrale op de Maasvlakte onaanvaardbaar.“ Ook GS van Zuid-Holland laat in december nog weer weten tegen te zijn, maar beseffen ook dat het geen zaak van de provincie is.
PZEM wil compactopslag
De PZEM vraagt een vergunning aan voor de bouw van een afvalopslaggebouw op haar terrein, maar ook voor zgn. compactopslag: dan staan in het koelbassin de rekken voor de splijtstofstaven dichter op elkaar waardoor er meer opslagcapaciteit is. Tientallen groepen tekenen protest aan, volgens hen zou het zelfs van onbehoorlijk bestuur getuigen om wijzigingen aan te brengen in de vergunning voor het in werking brengen van de centrale, waar nog beroepen tegen lopen en de kroon nog geen definitieve uitspraak over heeft gedaan. De compactopslag lijkt ingegeven in verband met de problemen rond het goedkeuren van de opwerkingscontracten, waardoor afvoer in gevaar zou kunnen gaan komen. De gemeenteraad van Borssele spreekt zich op 1 mei unaniem uit tegen de vergunning, zolang niet is aangetoond dat het geen gevaar voor de gezondheid van mens en dier oplevert.