- COVRA:
- Organisatie (ook wanneer er nog geen locatie is) die verantwoordelijk is voor de centrale opslag van al het in Nederland geproduceerde radioactief afval
- Vergunningen:
- (juridische) procedures van en bezwaren tegen vergunningen en bestemmingsplannen voor specifieke bezigheid of installatie
Vergunningsaanvraag Covra
Nadat de Covra op 2 oktober een vergunning heeft aangevraagd, gaat nu de gemeenteraad akkoord met de vestiging van een verwerking- en opslag faciliteit van radioactief afval op een terrein vlak bij de kerncentrale. Met de aankoop van het terrein en de bouw is een bedrag gemoeid van f 500-600 miljoen. Maar de onrust in het dorp wordt alleen maar groter. De locatie is 600 meter van de dorpskern en de bevolking vindt dat ze niet serieus genomen worden in hun protest. Er wordt een Dorpsraad opgericht en in februari 1988 blijkt 92,9% van de bevolking tegen de vestiging van de Covra op deze aangekochte locatie. Een groep boeren gaat verder dan de Dorpsraad, die alleen een andere locatie wil. De boeren willen geen opslag in Zeeland en zeker niet in de gemeente Borsele. Ze overhandigden 500 handtekeningen van inwoners van de gemeente Borssele. B&W legt uiteindelijk in maart de vergunningsprocedure stil en een werkgroep moet op zoek naar een alternatieve locatie. In mei 1988 wordt een nieuwe lokatie verder van de dorpskern aangekocht, die veel van de onrust weg neemt.
Vergunningsaanvraag nieuwe locatie Covra
Nadat in maart 1988 de procedure voor een locatie dichter bij het dorp door de enorme protesten door de gemeente Borsele is stilgelegd, vraagt de Covra nu een vergunning aan voor een verwerkings- en opslagfaciliteit voor al het in Nederland geproduceerde radioactief voor de nieuwe locatie op het industriegebied Sloe. Het gaat om een bouwvergunning, een vergunning krachtens de Kernenergiewet en een vergunning krachtens de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.
De Covra verwacht in 1989 alle noodzakelijke vergunningen in haar bezit te hebben, zodat uiterlijk 1990 met de bouw begonnen kan worden. Dit gaat dan om het laag- en middelradioactief afval (dat nu nog tijdelijk opgeslagen ligt op het ECN-terrein). Het zal zoveel mogelijk samengeperst en in stalen 200-liter vaten verpakt die in beton gegoten zullen worden. Ook komen er twee ovens voor de verbranding van met radioactiviteit besmette organische vloeistoffen en kadavers. Vanaf 1998, verwacht men nu, zal ook het warmte-producerende hoogradioactief afval terug kunnen komen van de opwerkingsfabrieken.
Twee maanden later zegt een ambtenaar op en conferentie dat “bij de plannen van de Covra ruimte gereserveerd wordt om uiteindelijk 140.000 kubieke meter afval te bergen.“ Dat houdt een toename van kernenergie met 4000 MW in. Bij de voorziening voor hoogactief afval (de HABOG) gaat men uit van minstens 3.000 MW kernvermogen erbij. Dit is tegelijkertijd een van de bezwaren van de milieubeweging: er wordt vooruitgelopen op een beslissing om nieuwe kerncentrales te bouwen. Daarom wil men een COBRA (Centrale Opslag Bestaand Radioactief Afval). Ook is er weinig inzicht in de stralingsrisico’s bij transport en opslag. Maar een belangrijk bezwaar is ook dat de faciliteit buitendijks gebouwd wordt, terwijl bekend is dat verstrekkende klimaatgevolgen er aan komen die gepaard gaan met zeespiegelstijging, overstromingen en vloedgolven.