- opslag in zoutkoepels:
- discussie en beleidsvoornemens voor de opslag van radioactief afval in de diepe ondergrond onder het vasteland (zout maar ook klei)
OPLA Eindrapport Fase 1: geologische berging
Na twee tussenrapportages en veel later dan verwacht verschijnt het eindrapport van de commissie-OPLA: ‘Onderzoek naar geologische opberging van radioactief afval in Nederland’. Eindrapport Fase 1. De opslag van kernafval in zout is veilig, aldus een van de belangrijkste conclusies van het rapport. Van de in totaal 38 locaties zijn er volgens OPLA 26 geschikt voor opslag van kernafval en daarvan komen 17 in aanmerking voor het aanleggen van een opslagmijn. Dertien locaties liggen in Groningen en Drenthe. De kosten van het onderzoek zijn ondertussen opgelopen tot 37 miljoen gulden en de minister van EZ, Rudolf de Korte (onder wiens verantwoordelijkheid het onderzoek plaatsvindt), schrijft aan de Kamer dat nog een extra fase, fase 1a, nodig is (kosten 12,5 miljoen gulden), “voordat een besluit mogelijk is over het overgaan tot fase 2", d.w.z. tot proefboringen.
Uit de bijlagen bij het rapport blijkt dat een ondergrondse opslag, bovengronds een zwaar bewaakte vesting (van 40 hect.) betekent. Zo zal half Pieterburen moeten worden afgebroken om ruimte te maken voor de bovengrondse vesting, mocht daar de opslag komen. Ook (alleen) in de bijlage wordt over rekenmodellen gezegd dat de betrouwbaarheid niet alleen afhankelijk is van de gebruikte rekenmodellen, maar ook van degene die het model gebruikt: de resultaten worden derhalve ook door de persoonlijke voorkeuren van mensen gekleurd. Sterker nog, in een RIVM deelstudie wordt er op gewezen dat veelal de fundamentele kennis over de optredende geochemische processen ontbreekt.
De ILONA geeft naar aanleiding (en bij aanbieding) van het rapport een advies aan de regering: haast is niet nodig door de “beschikbaarheid van langdurige interimopslag“ bij de Covra, meer onderzoek voor er proefboringen kunnen volgen en “een inhoudelijk regeringsstandpunt behoeft niet te worden ingenomen”.
Vervolgonderzoek CORA
Van Geel deelt mee dat er een vervolgonderzoek CORA komt over terugneembare berging. Hij zegt dat hoewel Nederland uitgaat van langdurige bovengrondse opslag bij de Covra, de “druk vanuit de Europese Commissie op de lidstaten“ toeneemt om via “Europese regelgeving te komen tot nationale afvalbeheersplannen waarin een concreet tijdspad voor een definitieve oplossing is opgenomen.” Het vervolgonderzoek zal voornamelijk uitgevoerd worden door NRG en bestaan uit “verdieping van uitgevoerde studies (OPLA en CORA) en verificatie van de gebruikte modellen door empirisch onderzoek in een buitenlands ondergronds laboratorium.” Het eerste deel zal duren van 2004 tot 2006 en betaald worden uit het 6de EU Kaderprogramma. Vanaf 2006, zo deelt hij mee, zal het onderzoek “zich concentreren op de experimentele fase in een ondergronds laboratorium.” In totaal zal het onderzoek 8 jaar duren.
Samenwerking met België over opslag radioactief afval
NRG en COVRA hebben het initiatief genomen om met België te praten over eindberging van radioactief afval. "Het Nederlands onderzoek naar eindberging concentreert zich voornamelijk op de wetenschappelijke en technische aspecten van veiligheid en haalbaarheid van een eindberging in Nederland." "Aan de maatschappelijke acceptatie van eindberging is nog weinig aandacht gegeven. De relatief kleine hoeveelheid Nederlands afval en complexe en lange voorbereidingstijd voor eindberging, maken een zuiver nationaal onderzoeksprogramma minder aantrekkelijk." België onderzoekt eindberging van afval in diep ondergrondse Boomse klei, een formatie die zowel in Nederland als in België voorkomt. "Ook hebben de Belgen ervaring met het creëren van draagvlak en het betrekken van de lokale bevolking bij het besluitvormingsproces voor een eindbergingsfaciliteit", aldus NRG.
Opnieuw onderzoek naar eindberging radioactief afval
Op 8 juli start het Onderzoeks Programma Eindberging Radioactief Afval (OPERA) met de aanbesteding van onderzoek. Er is bijna twee jaar gewerkt aan de voorbereiding van het vijfjarig programma dat "zal onderzoeken hoe veilige, lange termijn opberging van radioactief afval in Nederland mogelijk is." Tot nu toe is onderzoek naar “diepe geologische eindberging” vooral gericht geweest op zout, waardoor over klei ('Boomse Klei') in Nederland veel minder kennis beschikbaar is. In OPERA zal daarom veel aandacht gegeven worden aan de “onderbouwing van belangrijke veiligheidsrelevante processen”. Nederland gaat in OPERA samenwerken met het Belgische onderzoeksprogramma. België heeft meer dan 30 jaar ervaring met onderzoek aan Boomse Klei.
Al vanaf de vroege jaren '70 van de vorige eeuw wordt geologische eindberging onderzocht, steeds gedeeltelijk of helemaal gefinancierd door de staat. OPERA wordt gefinancierd door de sector (aandeelhouders Delta en Energy Resources Holding BV van EPZ) en het Rijk. De coördinatie van het onderzoek wordt uitgevoerd door de Covra waarvan de Staat 100% aandeelhouder is.