Levering hoogverrijkt uranium
Het tweede verdrag met de VS treedt in werking: het eerste verdrag van 31 december 1955 wordt opgenomen in dit tweede verdrag. Belangrijkste onderdelen: de levering van maximaal 500 kilo uranium-235 en 6 kilo U-235 (in uranium verrijkt tot 90%) voor een onderzoeksreactor; de uitwisseling van ‘classified’ informatie; enkele grammen plutonium voor speciaal onderzoek en overdracht van materiaal en kennis voor de ontwikkeling van kernenergie in Nederland. De overeenkomst is 10 jaar geldig en is al (onder tijdsdruk door de Amerikaanse verkiezingen) op 10 juni 1956 ondertekend zonder goedkeuring van de parlementen terwijl de amendementen niet worden afgewacht. In de Tweede Kamer wordt pas in juli (‘57) over dit verdrag uitvoerig gesproken. door de houding van de CPN. Die partij is weliswaar “een bijzonder warme voorstander van de snelle ontwikkeling van de atoomenergie“, maar denkt dat de VS haar achterstand in technologie wil maskeren en dat het veroveren van nieuwe afzetmarkten ook militaire consequenties zal hebben. De CPN is als enige partij tegen.
Bouw Hogefluxreactor begint
Nadat 2 dagen eerder de vergunningen zijn afgegeven, beginnen graafmachines nu met werkzaamheden voor de bouw van het HFR-complex. Aannemer is de Bataafse Aannemings Maatschappij en de stalen hal waarin de reactor komt wordt gebouwd door De Vries Robbe (Gorinchem). De reactor zelf is gekocht van het Amerikaanse A.C.F. Industries. In de kern zal 3,8 kilo splijtstof met hoogverrijkt uranium zitten in 35 splijtstofelementen. Iedere drie weken, zo wordt gesteld, moet de helft van de splijtstof vervangen worden, die, na koeling, “verstuurd kunnen worden naar de fabriek voor opwerking“. Men verwacht dat men (onder-)delen van de reactor al in 1958 zal kunnen gaan testen. Dat zal nog tegenvallen.
Eerste stralingsangst rond installatie
Het weekblad Vrij Nederland publiceert een artikel (met een vervolg een week later) over kikkers met afwijkingen in de sloot rond het IKO-komplex in Amsterdam-Watergraafsmeer waarop het instituut loost: “Wanstaltige kikkers in Amsterdamse sloot. Eerste slachtoffers van radioactiviteit in Nederland?” Dit artikel met foto’s van misvormde kikkers levert de eerste onrust op rond een nucleaire faciliteit in Nederland. “Als we maar een riolering hadden…“, verzucht men op het IKO. Ook de minister noemt het lozen van radioactief afval op een sloot “niet bevredigend“.
Arnhem: hinderwetvergunning kernlab
B&W van Arnhem geeft een (op 24 januari 1956 aangevraagde) hinderwet vergunning (art.2) af voor het in bedrijf stellen van een kernreactorlaboratorium met een reactorinstallatie (dat wordt heel kleine subkritische suspensie reactor die geen energie levert –nulenergie-reactor) op het KEMA-terrein. In het kader van de hinderwetprocedure wordt er ook een hoorzitting gehouden, daar komt niemand op af omdat er weinig bekendheid aangegeven is. De voorlopige vergunning houdt in dat de “inrichting moet zijn voltooid en in werking gebracht binnen 2 jaar nadat dit besluit onherroepelijk is geworden“. De gemeente laat pas in 1962 aan de KEMA weten dat ze de installatie als voltooid beschouwen, waarvoor de KEMA zich “zeer erkentelijk” toont. Maar zo simpel zal het niet zijn.
Eurochemic opgericht
Nederland ondertekent (samen met nog 11 Europese landen) het Verdrag ‘nopens de oprichting van de Europese Maatschappij voor de chemische bewerking van bestraalde reactorbrandstof (Eurochemic)’. Nederland neemt voor een bedrag van 1,5 miljoen gulden deel. Het is een opwerkingsfabriek die gebouwd moet gaan worden om de totale afhankelijkheid ten opzichten van de VS en de VK te niet te doen. De experimentele opwerkingsfabriek wordt uiteindelijk in Mol (België) gebouwd en al voor het in bedrijf nemen staat vast dat het verliesgevend zal zijn en lang zal blijven.