- Euratom:
- positie van Nederland in Euratom (en Europese Gemeenschap algemeen), maar vooral (financiering door) Euratom en Europese betrokkenheid in Nederland
EC: ondergrondse opslag moet vanaf 2013 gerealiseerd worden
De Europese Commissie (EC) brengt een ontwerp-richtlijn over de opslag van radioactief afval uit. De Commissie wil dat de lidstaten uiterlijk in 2008 de vestigingsplaatsen voor hoog radioactief afval hebben vastgesteld. Uiterlijk tien jaar later, dus in 2018, moet het eerste vat met kernafval dan naar beneden gaan. De ondergrondse definitieve opslag van kort levend radioactief afval moet zelfs nog eerder gebeuren: zo'n opslagplaats moet uiterlijk 2013 in bedrijf komen. Het Europees Parlement is tegen die datum. In reactie hierop zegt ook het kabinet in maart dat het daar niet aan zal voldoen. “Wij voelen niets voor die plannen,” aldus staatssecretaris van milieu, Van Geel. In juni zal de Kamer Van Geel daarin unaniem steunen.
Provincies tegen opslag klei of zout
In april 2003 hebben de provincies Groningen, Fryslan, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland, Noord-Brabant en Limburg eensgezind de opslag van radioactief afval in zout of klei in een schrijven aan staatssecretaris Van Geel van Milieu afgewezen. Bij het debat in de Kamer zegt hij “enigszins verbaasd“ te zijn over de brief van de 8 provincies, want “Nederland gaat voorlopig uit van bovengrondse opslag“ en “voorlopig wordt nog acht jaar verder gestudeerd". De Kamer steunt Van Geel in het afwijzen van de Europese Unie richtlijn dat elk land binnen vijf jaar een locatie voor ondergrondse opslag van radioactief afval moet hebben en die in 2018 gerealiseerd moet hebben.
Politie-invallen op ECN-terrein, Euratom geniet immuniteit
Het OM doet samen met de politie een inval op ECN terrein. Het gaat om invallen bij ECN zelf, Mallinckrodt, GCO (de ‘werkmaatschappij’ van de Europese Commissie, eigenaar van de HFR) en NRG. Er worden overtredingen geconstateerd van vergunningvoorschriften en algemene regels op milieugebied. ECN, Mallinckrodt en NRG worden gedagvaard, GCO “voorshands nog niet om reden van internationaal recht,” aldus de staatssecretaris van Milieu in april 2004.
Pas op 25 juni 2004 wordt door het Noordhollands Dagblad geciteerd uit een vertrouwelijke dagvaarding en blijkt wat er allemaal is aangetroffen. Het gaat o.a. om plaatsing van containers voor radioactieve materialen en -afval zonder vergunning, opslag gevaarlijke stoffen in gammele, brandgevaarlijke gebouwen en gasflessen waren verkeerd opgeslagen in de buurt van de reactor (waardoor ontploffingsgevaar aanwezig was).
Als de minister vervolging van Euratom uitsluit, dient Greenpeace een aanklacht in. In december 2005 oordeelt het Gerechtshof in Amsterdam in eerste instantie dat Euratom ondanks immuniteit toch vervolgd kon worden: Euratom wordt niet belemmerd als het de regels in Nederland moet naleven, aldus het Hof. Op 13 november 2007 vernietigd de Hoge Raad deze uitspraak: in een zeer beknopt arrest constateert ze dat de overtredingen van Euratom de Kernenergiewet betreffen en allerlei milieuwetten. Die raken juist wel de kern van het werk van Euratom, zegt de Hoge Raad. En dus vallen ook de overtredingen onder de immuniteit. Andere bedrijven die bij de inval werden onderzocht zijn intussen wel veroordeeld.
Het Juridisch Dagblad over de uitspraak
Vervolgonderzoek CORA
Van Geel deelt mee dat er een vervolgonderzoek CORA komt over terugneembare berging. Hij zegt dat hoewel Nederland uitgaat van langdurige bovengrondse opslag bij de Covra, de “druk vanuit de Europese Commissie op de lidstaten“ toeneemt om via “Europese regelgeving te komen tot nationale afvalbeheersplannen waarin een concreet tijdspad voor een definitieve oplossing is opgenomen.” Het vervolgonderzoek zal voornamelijk uitgevoerd worden door NRG en bestaan uit “verdieping van uitgevoerde studies (OPLA en CORA) en verificatie van de gebruikte modellen door empirisch onderzoek in een buitenlands ondergronds laboratorium.” Het eerste deel zal duren van 2004 tot 2006 en betaald worden uit het 6de EU Kaderprogramma. Vanaf 2006, zo deelt hij mee, zal het onderzoek “zich concentreren op de experimentele fase in een ondergronds laboratorium.” In totaal zal het onderzoek 8 jaar duren.