- Nieuwe kerncentrales:
- algemene discussie over het bouwen van een of meerdere kerncentrales, tot het moment dat er een duidelijke locatie genoemd is of een lokatie-gebonden procedure begint
- Regering en parlement:
- algemeen beleid van kabinet en (al of niet gesteund door) parlement
Vertraging besluitvorming kerncentrales
De ministerraad gaat praten over de notitie van Van Aardenne waarin hij voorstelt minimaal 2, en maximaal 6 kerncentrales te bouwen. Althans dat was de bedoeling, maar de wet tweeverdieners en de spreiding van de PTT kost zoveel tijd dat ze er niet aan toe komen. Opnieuw uitstel dus, voor een beslissing die “op of rond“ prinsjesdag al genomen had moeten worden. Lubbers verwacht wel dat nog voor het Kerstreces een besluit genomen kan worden.
Maar ook in de ministerraad van 15 december lukt het weer niet om een besluit in het kabinet te nemen over nieuwe kerncentrales; ligt Winsemius (die er maximaal 2 wil) al een tijdje dwars, nu schijnt ook Ruding (Financien) financiële voorwaarden te stellen. Dit jaar wordt het niks meer, moet ook Lubbers toegeven.
Aankondiging nieuwe kerncentrales
Officieel heet het: ‘Regeringsstandpunt met betrekking tot Eindrapport van de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid’. De ministerraad besluit “minimaal 2 kerncentrales te bouwen met een minimale gezamenlijke capaciteit van 2500MW“ maar houdt ook de mogelijkheid open voor uitbreiding naar 4000 MW. Het wordt voorgesteld als een troef van het diversificatiebeleid. De voorkeur gaat uit naar Borssele als eerste vestigingsplaats. Daarnaast worden vijf andere locaties genoemd: Noordoostpolder, Eemshaven, Maasvlakte, Moerdijk en Ketelmeer. Als de Kamer akkoord gaat wordt de PKB-procedure ingang gezet om tot de meest geschikte vestigingsplaats(en) te komen. De PKB kan tegen het eind van het jaar afgerond worden, zo wordt verwacht.
Het Kabinet heeft haast. Men kiest er niet voor eerst een principe besluit te nemen en dan na politieke instemming te starten met een implementatietraject, maar direct te komen met een voornemen met concrete aantallen en vestigingsplaatsen. Initiatieven tot investeren en bouwen worden weliswaar aan de sector over gelaten, maar in het eerstvolgende Elektriciteitsplan moeten dan wel besluiten zijn opgenomen. Kamer gaat akkoord mede doordat EZ er mee instemt af te zien van het voornemen een landelijk productiebedrijf voor elektriciteit te vormen.
De meeste reacties zijn voor de hand liggend, milieubeweging fel tegen en elektriciteitsbedrijven (althans zo zegt de SEP. Maar van de elf leden van de SEP zijn er nu maar 4 voor nieuwe kerncentrales, 4 zeker tegen en de ander drie ws. ook), en de werkgevers (VNO) zijn blij. De VVD ook, CDA is ‘kritisch’ en vindt dat er aan voorwaarden voldaan moet worden: aanvaardbare kosten, oplossing voor radioactief afval en voldoende maatschappelijk draagvlak. De PvdA wil er een hoofdpunt van maken in de campagne voor de verkiezingen in mei 1986 en wil dan het besluit terugdraaien. De waterleidingbedrijven zijn ‘beducht’.
De optie ‘opwerking’ wordt open gelaten. Niet opwerken is zelfs nog een beetje goedkoper, en ook de situatie op de uraniummarkt maakt opwerken niet noodzakelijk, schrijft het kabinet Lubbers. Het is ruim 10 jaar nadat het Kabinet Den Uyl een soortgelijke beslissing nam., met … jazeker, minister van EZ, Ruud Lubbers.
Besluitvorming kerncentrales opgeschort
Op 1 mei had de regering al laten weten dat de (op 21 april naar 6 mei uitgestelde) uitgebreide commissievergadering over de PKB vestigingsplaatsen zal worden uitgesteld. Op 7 mei wordt in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de hele besluitvorming rond nieuwe kerncentrales wordt opgeschort om eerst meer informatie te verzamelen over het ongeval in Tsjernobyl.
De regering besluit echter de PKB wel te handhaven. Handhaven van die procedure heeft voor de regering een groot voordeel: na een besluit dat er nieuwe kerncentrales moeten komen, kunnen de vestigingsplaatsen meteen worden vastgesteld, zonder inspraak van de bevolking (die is immers al geweest). Dit gaat het zgn. ‘Waarborgingsbeleid vestigingsplaatsen kerncentrales’ heten.
In 1988 besluit nieuwe kerncentrales
Bij de behandeling van het Werkplan Afwikkeling Tsjernobyl stelt minister Nijpels (Ruimtelijke Ordening & Milieubeheer) dat het Kabinet begin 1988 een standpunt gaat innemen over wel of niet nieuwe kerncentrales. Een meerderheid van de Kamer wil een onderzoek naar de mogelijkheid van een energievoorziening zonder kernenergie.
Besluitvorming nieuwe kerncentrales niet voor 1990
De regering is bezig alle gevolgen van Tsjernobyl op een rijtje te zetten en tot nu toe ging het kabinet er van uit dat in het voorjaar van 1988 een nieuwe beslissing over de toekomst van kernenergie in Nederland zou kunnen worden genomen. Maar De Korte (EZ) deelt de Kamer mee dat voor een zorgvuldige afweging meer tijd nodig is. Hoeveel extra tijd kan hij nog niet zeggen. Twee weken later laat Nijpels al weten dat een beslissing in “deze kabinetsperiode“ (tot 1990) niet meer voor de hand ligt.