- Internationale projecten:
- Nederland als deelnemer in internationale kernenergieobjecten (voor verdragen etc. zie: Buitenlands beleid)
- Superphenix:
- (discussie over) Nederlandse deelname aan deze Franse kweekreactor
Nederlandse deelname aan Superphenix
De Tweede Kamer gaat akkoord met deelname van Nederland aan de Franse Superphenix kweekreactor. Terwijl er al twijfels zijn ontstaan over de deelname aan Kalkar, wordt vooral door minister Lubbers (EZ) veel belang aan deelname gehecht. Nederland gaat via de SEP voor 2,5 % deelnemen. Dat komt bij de huidige ramingen neer op f 23 miljoen. De oppositie is groot (ook de Bezinningsgroep Energiebeleid dringt aan op uitstel van de beslissing) en de Kamer gaat pas akkoord na “garanties”. Dat gaat als volgt: Lubbers gaat dan de SEP vragen die “garanties in het oog te houden”. Een motie om van deelname af te zien wordt alleen gesteund door de linkse partijen, de Boerenpartij en drie dissidenten uit CHU, KVP en ARP. De Raad van Commissarissen van de SEP beslist op 23 september formeel tot deelname in de Superphenix, hoewel niet zonder problemen: verschillende aandeelhouders laten “oppositionele geluiden” horen. Er is een financieel plafond, het mag de SEP niet meer kosten dan DM 23,6 miljoen ”en SEP zich verder niet tot enig financieel risico bindt”.
Nederland werkt mee aan Force de Frappe
Nederland werkt indirect mee aan het Franse kernwapenprogramma door de deelname in de Superphenix, de snelle kweekreactor in Malville. Via de SBK (Kalkar) heeft Nederland een aandeel van 2,4% in een reactor die, zo blijkt uit recente wetenschappelijke publicaties, er zal zijn om Pu-239 te produceren voor de ‘Force de Frappe’. Superphenix zal, zo is de verwachting, in 1984 in bedrijf komen.
Superphenix, met Nederlands plutonium, in gebruik
De snelle kweekreactor Superphenix in Zuid-Frankrijk wordt eindelijk in gebruik genomen. Veel later en duurder dan gepland; de bouw heeft 10 jaar geduurd en heeft 20 miljard franse franc gekost (6,6 miljard gulden). De elektriciteit zal naar verwachting twee keer zo duur zijn als uit een ‘conventionele’ kerncentrale. In januari ’86 wordt de reactor op het elektriciteitsnet aangesloten, en in oktober zijn er dan al 20 noodstops gemaakt.
De discussie over eventueel militair gebruik van het in de Superphenix gekweekte plutonium woedt nog steeds, zo zijn er berichten dat het gebruikt zal gaan worden voor de neutronenbom. De officiële respons is altijd dat het materiaal valt onder de Euratom-safeguards (Frankrijk heeft het NPV nog steeds niet ondertekent). Euratom verbiedt geen militair gebruik, wel een onttrekking van materiaal aan het ‘bestemde’ gebruik. “Niets is nog bekend over de bestemming van het plutonium na gebruik in de Superphenix. Daarom is het niet mogelijk een uitspraak te doen over de vraag of het materiaal onderworpen zal zijn aan veiligheidscontrole”, antwoord minister van BuZa Van der Broek in december 1984. Maar het door Nederland geleverde materiaal voor de kern (ongeveer 240 kg plutonium, volgens de minister) valt onder Euratom controle, zegt hij. Volgens proliferatie-experts kan Frankrijk, als kernwapenstaat, elk moment onttrekken aan IAEA en Euratom controles. In april ’85 wordt in de Tweede Kamer een PvdA-motie verworpen die het zou verbieden dat plutonium van Nederlandse origine direct of indirect wordt gebruikt voor kernwapenproductie.
Superphenix definitief stilgelegd
Nadat in 1988 al een discussie is gevoerd of de reactor niet beter voorgoed stilgelegd zou kunnen worden, maar toch in april 1989 (na twee jaar stil gelegen te hebben) weer opgestart is, wordt nu definitief besloten de Superphenix in het Zuid-Franse Malville te ontmantelen. In juni ‘92, als de reactor al weer sinds juli 1990 stil ligt, wordt een vertrouwelijk rapport bekend van het Directoraat van de Veiligheid van Nucleaire Installaties, waarin staat dat ze het onmogelijk acht de reactor “conform de strikte veiligheidsregels“ weer in bedrijf te nemen. De reactor die in 1985 in bedrijf ging heeft dan precies 174 dagen op vol vermogen gedraaid. In september ’94 wordt Superphenix als onderzoeksreactor en als plutonium-verbrander in plaats van –kweker, weer opgestart. Op 19 juni 1998 beslist het nieuwe Franse kabinet tot definitieve stillegging in plaats van zoals gepland in 2020. Begin 1998 wordt dat beleidsvoornemen bevestigd. De reactor heeft dan in totaal het equivalent van 278 dagen op vol vermogen gedraaid in die 12 jaar! De kosten van ontmanteling worden in 2004 op 880 miljoen euro geraamd. Daar komt dan nog 580 miljoen euro bij voor “post-operational costs.“
In totaal is er ruim 486 kilo Nederlands plutonium (43,2 kg van GKN en 443,1 kg van PZEM –dus veel meer dan de in december 1984 genoemde 240 kg) naar toe gegaan.
Nederland (in de vorm van de SEP) heeft DM 28,9 miljoen (ruim 30 miljoen gulden) voor investeringskosten betaald, en tussen 1986 en 1990 per jaar FF 54,5 miljoen (18 miljoen gulden) voor exploitatie en rentelasten (1,7%). In de periode 1990-1997 zal ongeveer een zelfde bedrag per jaar uitgegeven zijn, maar ontbreken cijfers.