- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
- Start:
- opening (geen bouwbegin) van installatie of oprichting van organisatie
LFR voor het eerst kritisch
De Lage Flux Reactor (LFR) wordt op het terrein van het RCN voor het eerst kritisch. Nadat op 24 september 1959 was besloten een kleine reactor te kopen, als aanvulling op de HFR, eind 1959 besloten was dat het een Engels Argonaut-type zou worden, was op 4 maart 1960 het contract voor de bouw van de JASON reactor ondertekend. De reactor wordt eigenlijk gekocht om het moreel van het RCN-personeel op te vijzelen, door problemen met de bouw van de HFR. De reactor (maximaal 10KW) wordt heel goedkoop aangeboden (’n half miljoen gulden), omdat het reactortype (Argonaut, genaamd JASON) niet goed verkoopt. In iets wat eigenlijk niet meer dan een schuurtje is wordt de LFR snel in bedrijf gesteld, want “er waren wel projecten te bedenken die beter met zo’n eenvoudige reactor konden worden gedaan dan met de HFR” en ook was de reactor bedoeld als onderwijsreactor, ‘fool and professor proof’ en zou goed van pas komen bij opleiding van HFR-personeel. Dit is in feite Neerlands’ eerste reactor. De LFR komt in augustus 1962 in z’n definitieve behuizing in het Fermi-gebouw. De reactor gebruikt splijtstof met 90% U-235.
HFR: kritisch met afgekeurd reactorvat
De Hoge Flux Reactor (HFR) bij het RCN in Petten wordt voor de eerste keer kritisch. De reactor heeft een maximum vermogen van 45 MW en gebruikt splijtstof met een percentage van 90% U-235. Het reactorvat is afgekeurd vanwege de slechte lassen, maar wordt wel gebruikt. Gevolg is dat de reactor niet op vol vermogen komt en het vat open blijft.
ITAL-reactor ook in bedrijf
In Wageningen wordt de BARN (Biologisch Agrarische Reactor Nederland) voor het eerst kritisch. De 100kW reactor (op het ITAL) is helemaal in Nederland ontworpen en gebouwd (behalve de splijtstofelementen die uit de VS komen). Het is een van de weinig reactoren ter wereld die uitsluitend bestemd is voor het bestralen van biologisch materiaal. De splijtstof is 90% verrijkt uranium en de reactorwarmte wordt via de lucht afgevoerd waardoor er geen secundair koelwater nodig is, “zodat besmetting van uitwendig koelwater niet kan plaatsvinden“.
Niet eens hinderwetvergunning voor reactor
De HOR (Hoger Onderwijs Reactor) in Delft wordt voor het eerst kritisch. Hoewel het de bedoeling was de reactor (met een vermogen van in eerste instantie 100kW te gebruiken die in 1957 op Schiphol in de tentoonstelling ‘Het Atoom’ functioneerde, bleek die helemaal niet geschikt. Wel zijn er onderdelen van gebruikt. De kosten voor het Reactor Instituut Delft zijn f 15 miljoen. Veel meer dan begroot en ook twee jaar later dan gepland klaar. De reactor is een ontwerp van het RCN, Comprimo en Van den Broek en Bakema (architecten). Pas op 11 juli 1963 wordt door B&W van Delft een vergunning verleend krachtens de Hinderwet voor de duur van de initiële beproeving van de HOR. Een aantal bedrijven en omwonenden in de omgeving hebben bezwaar gemaakt tegen de reactor; ze vrezen dat bij een evt ongeluk zij gevaar lopen te worden besmet.
Bouw ATHENE gereed
De bouw van de ATHENE-reactor van de TH Eindhoven is al in maart ’68 gereed, maar de reactor wordt door allerlei organisatorische problemen, zo geeft de gemeente Eindhoven pas op 21 januari de hinderwetvergunning af, nu pas voor het eerst kritisch. De reactor heeft een (laag) vermogen van 10 kW (thermisch) en gebruikt splijtstof met een verrijkingsgraad van 93,3 % U-235. De kosten van de bouw zijn ongeveer f 5,5 miljoen.