- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
- Start:
- opening (geen bouwbegin) van installatie of oprichting van organisatie
Oprichting ITAL en besluit tot reactor
In Den Haag wordt de Stichting Instituut voor de Toepassing van Atoomenergie in de Landbouw opgericht met als doel “de bevordering van de landbouw door middel van stimuleren, het adviseren en het verrichten van onderzoek betreffende toepassing van ioniserende stralen en het gebruik van isotopen en gemerkte verbindingen“. Als locatie voor het ITAL wordt Wageningen gekozen omdat daar de Landbouwhogeschool (de latere Landbouw Universiteit) gevestigd is. In december ‘56 was daar al een internationale conferentie gehouden, waarin de minister van Landbouw Mansholt, zei dat het gebruik van “radioactieve stralen en isotopen (…) nooit voorziene mogelijkheden [biedt] (…) op het terrein van de bemestingsleer, plantenveredeling, veevoeding, bestrijding van onkruiden en insecten en het conserveren van voedsel“.
Eind december (’57) wordt door de Ministerraad besloten tot de bouw van een reactor op het terrein in Wageningen. Bij drie bedrijven worden offertes gevraagd en in 1958 wordt het RCN belast met het ontwikkelen en bouwen van de reactor.
Opening Arnhem's kernlab
Feestelijk opening van een aantal nieuwe laboratoria en van uitbreiding bestaande labs van de KEMA in Arnhem door Prins Bernhard: “Nu staan wij voor het kernreaktorlaboratorium met de daarbij behorende kernreaktorhal, waarin met behulp van het Reactor Centrum Nederland onderzoekingen inzake de ontwikkeling van een eigen Nederlands type kernreactor, de suspensiereactor, zullen worden gedaan”. De uitbreiding “voor vredelievend atoom-onderzoek” heeft ongeveer 7,5 miljoen gulden gekost.
LFR voor het eerst kritisch
De Lage Flux Reactor (LFR) wordt op het terrein van het RCN voor het eerst kritisch. Nadat op 24 september 1959 was besloten een kleine reactor te kopen, als aanvulling op de HFR, eind 1959 besloten was dat het een Engels Argonaut-type zou worden, was op 4 maart 1960 het contract voor de bouw van de JASON reactor ondertekend. De reactor wordt eigenlijk gekocht om het moreel van het RCN-personeel op te vijzelen, door problemen met de bouw van de HFR. De reactor (maximaal 10KW) wordt heel goedkoop aangeboden (’n half miljoen gulden), omdat het reactortype (Argonaut, genaamd JASON) niet goed verkoopt. In iets wat eigenlijk niet meer dan een schuurtje is wordt de LFR snel in bedrijf gesteld, want “er waren wel projecten te bedenken die beter met zo’n eenvoudige reactor konden worden gedaan dan met de HFR” en ook was de reactor bedoeld als onderwijsreactor, ‘fool and professor proof’ en zou goed van pas komen bij opleiding van HFR-personeel. Dit is in feite Neerlands’ eerste reactor. De LFR komt in augustus 1962 in z’n definitieve behuizing in het Fermi-gebouw. De reactor gebruikt splijtstof met 90% U-235.
HFR: kritisch met afgekeurd reactorvat
De Hoge Flux Reactor (HFR) bij het RCN in Petten wordt voor de eerste keer kritisch. De reactor heeft een maximum vermogen van 45 MW en gebruikt splijtstof met een percentage van 90% U-235. Het reactorvat is afgekeurd vanwege de slechte lassen, maar wordt wel gebruikt. Gevolg is dat de reactor niet op vol vermogen komt en het vat open blijft.
ITAL-reactor ook in bedrijf
In Wageningen wordt de BARN (Biologisch Agrarische Reactor Nederland) voor het eerst kritisch. De 100kW reactor (op het ITAL) is helemaal in Nederland ontworpen en gebouwd (behalve de splijtstofelementen die uit de VS komen). Het is een van de weinig reactoren ter wereld die uitsluitend bestemd is voor het bestralen van biologisch materiaal. De splijtstof is 90% verrijkt uranium en de reactorwarmte wordt via de lucht afgevoerd waardoor er geen secundair koelwater nodig is, “zodat besmetting van uitwendig koelwater niet kan plaatsvinden“.
Niet eens hinderwetvergunning voor reactor
De HOR (Hoger Onderwijs Reactor) in Delft wordt voor het eerst kritisch. Hoewel het de bedoeling was de reactor (met een vermogen van in eerste instantie 100kW te gebruiken die in 1957 op Schiphol in de tentoonstelling ‘Het Atoom’ functioneerde, bleek die helemaal niet geschikt. Wel zijn er onderdelen van gebruikt. De kosten voor het Reactor Instituut Delft zijn f 15 miljoen. Veel meer dan begroot en ook twee jaar later dan gepland klaar. De reactor is een ontwerp van het RCN, Comprimo en Van den Broek en Bakema (architecten). Pas op 11 juli 1963 wordt door B&W van Delft een vergunning verleend krachtens de Hinderwet voor de duur van de initiële beproeving van de HOR. Een aantal bedrijven en omwonenden in de omgeving hebben bezwaar gemaakt tegen de reactor; ze vrezen dat bij een evt ongeluk zij gevaar lopen te worden besmet.
Bouw ATHENE gereed
De bouw van de ATHENE-reactor van de TH Eindhoven is al in maart ’68 gereed, maar de reactor wordt door allerlei organisatorische problemen, zo geeft de gemeente Eindhoven pas op 21 januari de hinderwetvergunning af, nu pas voor het eerst kritisch. De reactor heeft een (laag) vermogen van 10 kW (thermisch) en gebruikt splijtstof met een verrijkingsgraad van 93,3 % U-235. De kosten van de bouw zijn ongeveer f 5,5 miljoen.
NRG formeel van start
Om de financiële crisis een beetje het hoofd te bieden heeft de ECN afdeling Nucleair een samenwerkingsverband gesloten met de nucleaire afdeling van de KEMA. De grotendeels complementaire nucleaire expertise van KEMA en ECN wordt samengebracht in de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG -op z’n Engels ‘energy’). ECN participeert voor 70% en KEMA voor 30%. Het telt circa 280 medewerkers en heeft vestigingen in Petten en Arnhem. “NRG verwacht zijn positie op de internationale markt te kunnen versterken: een voorwaarde om de kritieke grootte van een aantal nucleaire disciplines – en daarmee de gewenste competentie – voor Nederland te behouden.“ meldt het ECN-jaarverslag over 1998. Na toetsing door de Nederlandse Mededingingsautoriteit en instemming van het Ministerie van EZ vindt de formele oprichting plaats op 1 oktober 1998, direct gevolgd door een strategische oriëntatie op de R&D-koers: “De uitkomst van deze toekomst-verkenning bevestigde dat NRG prioriteit dient te geven aan de ontwikkeling van nieuwe, veilige reactorconcepten, en aan de vermindering en de levensduurverkorting van kernsplijtingsafval.“
NRG gaat het beheer voeren over de HFR de LFR het Hot Cell Lab (HCL), de decontaminatie en waste management faciliteit (DWT) en de productie van medische isotopen.
Stichting Voorbereiding Pallas-reactor opgericht
Op 16 december is de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor opgericht. Deze stichting is verantwoordelijk voor Fase 1 van geplande opvolger van de HFR, Pallas. Fase 1 bestaat uit "het ontwerp van de reactor, de aanbesteding en de vergunningverlening, alsmede het aantrekken van financiering voor de bouw en exploitatie". Looptijd is 4 jaar (tot 2017) en kosten 80 miljoen. Het Rijk en de Provincie Noord-Holland hebben hiervoor beide 40 miljoen ter beschikking gesteld. Tot nu toe was het Pallas-project ondergebracht bij NRG. Nu gaat dat dus (in naam) verhuizen en is er een aparte organisatie voor, waar voorlopig ongeveer 15 mensen aan Fase 1 zullen werken.
Die onafhankelijke organisatie was een van de voorwaarden van Rijk en provincie. Hiermee moet voorkomen worden dat door de schaal van het project het voortbestaan van NRG en zelfs moederbedrijf ECN in gevaar komen bij niet doorgaan. Zoals bekend moet Pallas de eerste privaat gefinancierde en commercieel geëxploiteerde reactor ter wereld worden. Maar er zijn grote problemen bij financiering: een eerdere aanbesteding werd in februari 2010 afgebroken door gebrek aan geld.
Ondertussen was de NRG al wel begonnen met het aantrekken van personeel: geinteresseerde studenten en begeleiders van het Ministerie van Economische Zaken en de NRG werden op 22 november op het NS-station Alkmaar verrast door Laka die aan iedereen een exemplaar van het rapport De Pallas bussiness-case: tussen droom en werkelijkheid' en een fraaie stop Pallas button uitdeelde.