- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
- Vergunningen:
- (juridische) procedures van en bezwaren tegen vergunningen en bestemmingsplannen voor specifieke bezigheid of installatie
Aanvraag opslag splijtstof in LAVA-gebouw
“Begin dit jaar werd duidelijk dat niet langer gerekend mag worden op afvoer van de gebruikte splijtstofelementen van de onderzoeks-reactoren in ons land naar de VS”, zegt minister De Boer (VROM) en daarom is er door de eigenaar van de HFR een vergunning aangevraagd voor de opslag van hoogradioactieve splijtstof (in transportcontainers) in gebouwen van de Covra voor laag- en middenactief afval. De minister weet nog niet of dat acceptabel is: “een oordeel is pas mogelijk als alle elementen die vereist zijn voor de beoordeling (…) beschikbaar zijn.“ Covra zit in financiële problemen door minder afval dan begroot. Op 15 augustus is er een vergunning aangevraagd voor de bouw van een bunker voor de opslag van hoogradioactief afval (de HABOG). Met de bouw is ongeveer 275 miljoen gulden gemoeid.
Vergunning voor conversie IRI-Delft
De TU in Delft vraagt een vergunning aan voor omschakeling van de IRI- reactor op laagverrijkt uranium. Dit is de belangrijkste voorwaarde van de VS, die weigeren hoogverrijkt uranium te leveren en ook het afval terug te nemen. Daardoor is al een probleem ontstaan met de opslag van de brandstof in Delft, maar omdat als een soort noodsituatie de VS in 1994 alsnog 33 elementen terugnamen, hoeft de reactor niet stilgelegd te worden.
Hoogverrijkt uranium is eenvoudig te gebruiken in kernwapens en daarom hebben de VS al sinds 1977 een beleid om onderzoeksreactoren die zij van brandstof voorzien om te laten schakelen naar laagverrijkt uranium. Dat geldt ook voor de HFR.
Vergunning voor hoogactief radioactiefafval bij Covra
De Raad van State beslist dat hoogradioactief afval uit de HFR tijdelijk opgeslagen mag worden in de gebouwen voor laag- en middenradioactief afval bij de Covra. De Raad van State vindt dat de klagers, w.o. Greenpeace, onvoldoende aan hebben kunnen tonen dat de opslag niet kan.
Greenpeace wees er op dat de MTR-2 containers die gebruikt gaan worden, niet in de VS gecertificeerd zijn. De 400 splijtstofelementen zullen in fases van Petten naar Vlissingen-Oost vervoerd gaan worden. Wanneer Greenpeace in beroep gaat tegen de transportvergunning zegt de landsadvocaat op de zitting eind april dat conversie naar laagverrijkt uranium niets meer uit zal maken: het afval moet hier in Nederland opgeslagen worden. Ook Europa (Euratom) wil dat het afval hier blijft: het heeft namelijk een contract met de Covra afgesloten ter waarde van 90 miljoen gulden. En Covra heeft al met een schadeclaim gedreigd. Minister Pronk stelt het afgeven van de transport-vergunning uit tot oktober, maar zegt dat de HFR in elk geval niet gesloten zal worden, hoewel hij eerder verklaard heeft dat de reactor in juli echt gesloten wordt als er dan geen oplossing is. Hij geeft toestemming splijtstofelementen tijdelijk op te slaan in transportcontainers in het HFR-gebouw. Drie-kwart van de Zeeuwen is tegen de opslag.
RvS: Transport vergunningen ongeldig
Nadat eind december ‘98 transporten naar de opwerkingsfabrieken weer zijn toegestaan, vraagt Dodewaard (eigenlijk vervoerder BNFL) onmiddellijk een vergunning aan voor transport via een Nederlandse haven. Minister Pronk maakt in februari 1999 al duidelijk dat er wat hem betreft geen haast is bij het afgeven van de vergunning, maar geeft op 21 juli toch een vergunning af. De bestraalde splijtstof zal in de haven van Vlissingen worden overgeslagen op een schip dat het naar Sellafield zal brengen. Maar op 29 november vernietigd de Raad van State de transportvergunning naar Sellafield, en ook die van de HFR-brandstof naar de COVRA.