- Transporten:
- (gevolgen van) het vervoer van radioactief materiaal (incl. afval)
Isotopen betrokken bij brand in trein
De passagierstrein uit Amsterdam vliegt in de buurt van Leeuwarden in brand. In de goederenwagon zit een zending radioactieve isotopen van het RCN voor een laboratorium, zonder dat het treinpersoneel daarvan op de hoogte gesteld is. Bij het blussen zijn 15 brandweerlieden betrokken die licht radioactief besmet zijn, omdat ze zonder het te weten, niet op de juiste afstand van de wagon zijn gebleven. Later worden ook nog passagiers die in de trein zaten opgeroepen zich te melden.
Brandstof uit BARN vervoert
De brandstof uit de begin 1980 stilgelegde BARN-proefreactor op het terrein van het ITAL in Wageningen wordt afgevoerd. De 3940,52 gram hoogverrijkt uranium (89,5% U-235) wordt vervoerd naar de opwerkingsfabriek in Savannah River in de Verenigde Staten. Tegen dit transport is veel verzet, omdat Savannah River Plant een belangrijke schakel is voor de Amerikaanse kernwapenproductie.
Omdat het precieze moment van het transport niet wordt bekend gemaakt, is er vanaf 20 februari een picketline voor het bedrijf en wordt er 's nachts gepost. Op 3 maart komt de vrachtwagen uit West-Duitsland die de splijtstof zal vervoeren, aan. Er wordt snel alarm doorgebeld en 65 mensen komen daar op af. Er volgt een blokkade voor de poort die door de plaatselijke politie vrij hardhandig wordt ontruimd.
Nu de splijtstof is verwijderd zal er door NUCON een ontmantelingsplan voor de reactor worden gemaakt.
Nucleaire transporten naar Urenco
Twee keer per week rijden er transporten (3 á 4 vrachtwagens) met UF6 van Rotterdam naar de verrijkingsfabriek in Almelo. Uraniumhexafluoride (UF6) is een licht radioactief, maar zeer giftig, gas. Om uranium te kunnen verrijken door middel van ultracentrifuge zoals in Almelo gebeurt, moet het een gas zijn. De transporten komen uit Springfields (Groot-Brittannië) en worden door gewone personen-ferries het drukbevaren Kanaal over vervoert.
Op de snelweg bij Apeldoorn en later vlak voor de Urenco-fabriek in Almelo worden de vrachtwagens, die niet door politie worden begeleid, geblokkeerd door in totaal ongeveer 150 activisten. Tegelijkertijd komen twee brochures uit, een over nucleaire transporten in Nederland, wat, waar en hoeveel, en de tweede (Uraniumhexafluoride. Snel weg van de weg) over de gevaren van UF6. Een half jaar later zinkt het schip de Mont Louis met aan boord containers UF6, na een aanvaring op de Noordzee.
Transporten Noordzee risicovol
Greenpeace publiceert een rapport waaruit blijkt dat de transporten met kernbrandstof (o.a. die uit Dodewaard) over het Kanaal naar de opwerkingsfabriek in Sellafield zeer risicovol zijn. Volgens het rapport gaan die transporten soms mee met gewone veerboten die daarvoor geen speciale voorzieningen of gespecialiseerd personeel hebben. Ook worden door de havenautoriteiten de brandweer en politie niet gewaarschuwd.
Dodewaard-transport staat klaar
De FNV krijgt van de milieuminister (Alders) te horen dat een bij de KEMA gereed staand transport met kernbrandstof bestemd voor Sellafield uitgesteld zal worden. Het transport met kernbrandstof uit Dodewaard zal, zo is de bedoeling per trein naar Duinkerken gaan en vandaar per boot naar de opwerkingsfabriek in Sellafield. Omdat er echter steeds meer kritiek op de gevaren van die transporten komt, wil de minister eerst onderzoeken of het niet mogelijk is dat de overtocht gaat met een speciaal voor dat doel beveiligd schip. De FNV heeft gedreigd het transport te gaan boycotten. Op 9 december geeft minister Alders toestemming de transporten te hervatten; hij ziet geen aanleiding te transporten te verbieden.
Eerste afval naar nieuwbouw Covra
Nadat het een dag eerder door mist werd verhinderd vindt nu het eerste transport plaats met laag- en middenactief afval van Petten naar de eerste net gereed gekomen Covra-hal. De Covra gaat de komende jaren met 2 vrachtwagens elke dag in totaal 15.000 vaten overbrengen van Noord-Holland naar Zeeland. Verder is het terrein nog volop in aanbouw.
Verhoogde straling bij transport Molybdeen
Een container met Molybdeen in een vliegtuig van de KLM lekt. De KLM laat dit de passagiers pas anderhalve maand later weten (nadat met intrekken van de transportvergunning wordt gedreigd) en een Engelse krant met de onthulling komt. De Molybdeen is afkomstig van de nieuwe fabriek van Mallinckrodt op het ECN in Petten. Aan de buitenkant van de container wordt het vervalprodukt technetium gevonden. “Dat hoort daar niet te zitten“, aldus het bedrijf. KLM stopt tijdelijk met het vervoer. De meter die de straling moet controleren van uitgaande pakketjes bij Mallinckrodt, blijkt eind juni al vanaf februari kapot te zijn, maar “het kan onmogelijk vaker zijn voorgekomen“ zegt het bedrijf. Enkele dagen later blijkt er opnieuw een pakketje te hoge straling te hebben.
Transport via België opnieuw uitgesteld
Na voor de vierde keer te zijn uitgesteld, stelt de Belgische minister van Binnenlandse Zaken Tobback, nu dat de transporten met hoogradioactief afval van Dodewaard naar de opwerkingsfabriek in Engeland, in het vervolg maar per trein moeten. De transporten gaan, zeer tot ongenoegen van de Belgische autoriteiten (en milieubeweging) over de weg via België naar Frankrijk. Ze worden steeds uitgesteld omdat de datum bekend gemaakt wordt en daardoor niet meer de veiligheid gegarandeerd kan worden. Burgemeesters zijn boos omdat zij van te voren niet op de hoogte worden gebracht van de datum en dus geen maatregelen kunnen nemen.
Opwerkingstransporten verboden door besmettingen
Nadat in eerste instantie minister De Boer (VROM) ontkent dat er ook sprake is van verhoogde straling op transportcontainers afkomstig uit Nederland, blijkt toch het tegendeel. Vervolgens verbiedt ze alle transporten met Nederlands kernafval naar de opwerkingsfabrieken in Sellafield en La Hague, totdat maatregelen zijn getroffen om de transporten beter te controleren. Uit onderzoek blijkt dat in 1993 bij 1 container uit Borssele en in 1995 bij 2 containers uit Dodewaard een verhoging boven de toelaatbare norm is geconstateerd. Volgens de minister hebben Dodewaard en Borssele haar onvoldoende geïnformeerd over de besmettingen en ze vindt dat een “ernstig gebrek.“ Als de minister de kerncentrales verplicht een lijst op te stellen van de incidenten, blijkt dat er in Borssele maar liefst 10 keer een besmetting heeft plaats gevonden in de afgelopen 10 jaar. Er komt een plicht voor de exploitanten om metingen boven de wettelijk toegestane norm te melden en de nieuwe VROM-minister Pronk staat eind december de transporten weer toe.
RvS: Transport vergunningen ongeldig
Nadat eind december ‘98 transporten naar de opwerkingsfabrieken weer zijn toegestaan, vraagt Dodewaard (eigenlijk vervoerder BNFL) onmiddellijk een vergunning aan voor transport via een Nederlandse haven. Minister Pronk maakt in februari 1999 al duidelijk dat er wat hem betreft geen haast is bij het afgeven van de vergunning, maar geeft op 21 juli toch een vergunning af. De bestraalde splijtstof zal in de haven van Vlissingen worden overgeslagen op een schip dat het naar Sellafield zal brengen. Maar op 29 november vernietigd de Raad van State de transportvergunning naar Sellafield, en ook die van de HFR-brandstof naar de COVRA.