- KEMA Arnhem:
- Kernenergiebetrokkenheid van deze organisatie. Zie KSTR voor de KEMA onderzoeksreactor.
Begroting 1991: posten voor kernenergie
Uit de antwoorden op Kamervragen blijkt dat de KEMA jaarlijks ongeveer f 10 miljoen uitgeeft aan kernenergie-onderzoek. Dit betreft eigen onderzoek als wel participatie in –internationaal- experimenteel onderzoek.
Ook blijkt uit de begroting van EZ dat het ministerie vrijwel alle kosten van kernenergie betaald (ongeveer 10% wordt door andere departementen betaald; o.a. universitair onderzoek). In 1991 wordt f 55 miljoen besteed aan: onderzoek radioactieve straling (3 mln.); kernsplijting (23,7 mln.); kernfusie (7,4 mln.) en Aanvullend Programma HFR (18,7 mln.)
"U kunt wel gaan"
C.D. Andriesse, werkzaam bij de KEMA en hoogleraar elektriciteitsleer in Utrecht, wordt te kennen gegeven dat hij beter een andere baan kan zoeken en andere financiering van zijn hoogleraarschap (nu nog betaald door de VDEN). Dat heeft te maken met zijn kritische blik op kernenergie. Hoewel hij altijd voorstander is geweest van kernenergie, komt hij de laatste tijd in het nieuws met uitspraken over de mogelijkheid dat ook de kern van een lichtwaterreactor (zoals Dodewaard en Borssele) kan smelten. Dat wordt ’m niet in dank afgenomen. “Zowel KEMA als de VDEN is een onderdeel van de atoomlobby”, zegt hij.
NRG formeel van start
Om de financiële crisis een beetje het hoofd te bieden heeft de ECN afdeling Nucleair een samenwerkingsverband gesloten met de nucleaire afdeling van de KEMA. De grotendeels complementaire nucleaire expertise van KEMA en ECN wordt samengebracht in de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG -op z’n Engels ‘energy’). ECN participeert voor 70% en KEMA voor 30%. Het telt circa 280 medewerkers en heeft vestigingen in Petten en Arnhem. “NRG verwacht zijn positie op de internationale markt te kunnen versterken: een voorwaarde om de kritieke grootte van een aantal nucleaire disciplines – en daarmee de gewenste competentie – voor Nederland te behouden.“ meldt het ECN-jaarverslag over 1998. Na toetsing door de Nederlandse Mededingingsautoriteit en instemming van het Ministerie van EZ vindt de formele oprichting plaats op 1 oktober 1998, direct gevolgd door een strategische oriëntatie op de R&D-koers: “De uitkomst van deze toekomst-verkenning bevestigde dat NRG prioriteit dient te geven aan de ontwikkeling van nieuwe, veilige reactorconcepten, en aan de vermindering en de levensduurverkorting van kernsplijtingsafval.“
NRG gaat het beheer voeren over de HFR de LFR het Hot Cell Lab (HCL), de decontaminatie en waste management faciliteit (DWT) en de productie van medische isotopen.