- Geheimhouding:
- bewust achterhouden van gegevens, of maatregelen tegen 'klokkenluiders’, ook ontslag en spreekverbod
Thorium verpatst
Het eerste contact in Londen over onderhandelingen tussen Nederland, Engeland en Amerika. Dit resulteert (op 4 augustus 1945) in een overeenkomst waarbij Nederland zich verplicht al het winbare thorium-erts in Nederlands-Indie aan een Amerikaans-Brits consortium over te dragen, nadat aldaar het Nederlands gezag zal zijn hersteld. Niet eens het hele kabinet, laat staan het parlement (of Nederlands Indië) wordt hiervan op de hoogte gesteld. Pas in 1991 wordt de tripartiete thoriumovereenkomst bekend.
Uranium verborgen in Delft
Tijdens WO-II wordt de yellow-cake door het Ministerie van Oorlog (die ook de aankoop financierde) opgeslagen in een kelder van het scheikundig lab van de Artillerie-inrichtingen (Julianalaan134) in Delft en verborgen gehouden voor de Duitse bezetter, maar ook voor de bevrijder: de Amerikanen zijn nooit op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van yellow-cake. Tijdens de bezetting heeft de kelder last van wateroverlast en als de pompen het niet langer aankunnen wordt de kelder dichtgemetseld. “…het uraan moet er nog zijn…”, schrijft De Haas in september 1945.
Ultracentrifugetechnologie geheim
“Door de Amerikaanse regeringsautoriteiten is aangedrongen op geheimhouding van gegevens betreffende ultracentrifuge-ontwikkelingen in Europese landen. Naar aanleiding daarvan heeft een onderhoud plaatsgevonden met Prof. Kistemaker waarbij deze zich bereid heeft verklaard, rekening te houden met alle wensen van de overheid op het gebied van de geheimhouding“, schrijft het RCN bestuur op 30 september 1960. Vervolgens verklaart op 10 maart 1961 de Nederlandse regering al het werk aan het ultracentrifugeproject tot ‘staatsgeheim’. Naar aanleiding van de geheimhouding stopt FOM (na afloop van het lopende contract): men wil geen geheim onderzoek meer doen. Een andere reden voor FOM om te stoppen is ook dat het steeds minder fundamenteel onderzoek en steeds meer toegepast onderzoek wordt.
Proefopstelling ontploft
Een paar weken nadat een beginselverklaring voor internationale samenwerking op het gebied van uraniumverrijking door centrifuges is getekend, imploderen in de proefopstelling in Duivendrecht alle 70 centrifuges in een keer door een gas-inbreuk. Dit ongeluk wordt in elk geval een jaar lang, het jaar waarin onderhandeld wordt over samenwerking met West-Duitsland en Engeland, door Nederland voor de onderhandelingspartners geheim gehouden.
Wat er precies gebeurt, is onduidelijk, er is ook maar een enkele bron (een interne FOM geschiedschrijving door Prof. Kistemaker), maar te herleiden is het volgende: bij het ‘supersoon’ (sneller dan het geluid) draaien van de centrifuges ontstaan schokken en knallen. Die schokken moeten worden gedempt door flexibele metalen, maar dat gebeurt vrijwel zeker niet (voldoende). In de centrifuges zijn enkele kilo’s (lichtradioactief) uraniumhexafluoride aanwezig, maar de gevolgen zijn onbekend. Het is logisch dat het giftige en prikkelende waterstoffluoride is ontstaan (vergelijkbaar met chloor), maar een risico-inschatting is niet te maken met de weinige gegevens. De geheimhouding is interessant, maar onduidelijk op welk niveau genomen: ook in Nederland zelf stond het dure project zwaar onder druk.
Kernenergiewet in werking
Nadat in 1963 al hoofdstuk II betreffende de Adviesinstanties in werking is getreden, treedt nu de hele Kernenergiewet in werking. Met de wet zal het Radioactieve stoffenbesluit, gebaseerd op de Warenwet, buiten werking treden. Bovendien is de Hinderwet niet meer van toepassing op de zaken die nu door de Kernenergiewet geregeld worden. Onder de KeW vallen splijtstoffen, uranium- en thoriumhoudende ertsen, inrichtingen en (scheeps-)uitrustingen, radioactieve stoffen en ioniserende stralen uitzendende toestellen. Ter bescherming tegen gevaren voorziet de wet in het hanteren van een systeem van vergunningen en algemene voorschriften; daarnaast bevat zij een stelsel van registratie. De richtlijnen die in de KeW zijn gegeven, zijn uitgewerkt in een aantal uitvoeringsmaatregelen.
Op grond van artikel 75 van de KeW is voor Defensie het Vrijstellingsbesluit defensie Kernenergiewet opgesteld. Artikel 75 verleent aan de Kroon de bevoegdheid om bij algemene maatregel van bestuur vrijstelling te verlenen of op verzoek ontheffing te verlenen van de vergunningplicht van artikel 15 en artikel 29 van de Kernenergiewet aan "instellingen van wetenschap of in het belang van de landsverdediging". Het gaat om zaken waarvan in de praktijk echter de minister van Defensie (en niet de Kroon) bepaald dat geheimhouding noodzakelijk is.
[Zie ook het dossier ‘Vrijstellingsbesluit Defensie Kernenergiewet’]
Dodewaard: ontslag door kritiek
’s Middags om kwart over drie wordt Theo van Waas, een stralingsdeskundige van de centrale in Dodewaard, bij de bedrijfsleiding geroepen en met onmiddellijke ingang ontslagen, wegens “het verstrekken van inlichtingen aan de pers.“ Hoewel dit feit nooit bewezen wordt (het enige moment waarop Van Waas met enige zekerheid het nummer gedraaid heeft van het privé-adres van een journalist, kan bewezen worden dat daar niemand thuis is) wordt hij onder begeleiding van twee medewerkers begeleidt naar de, door de directie, reeds bestelde taxi. Van Waas is een van de werknemers die zeer kritisch zijn over het gevoerde veiligheidsbeleid en met name de onafhankelijkheid van de Stralingscontrole Dienst. Minister Boersma beschuldigd hem tijdens een Kamercommissie openlijk van feiten die later onder ede zullen worden ontzenuwd. Ministeriële verontschuldigingen komen echter laat. In juli 1973 wordt Van Waas gerehabiliteerd.
Informatie alleen voor insiders en deskundigen?
De PZEM krijgt een vergunning voor “de exploitatie van een inrichting waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt.“ De Vereniging Milieu Hygiëne Zeeland gaat in beroep tegen het verlenen van de vergunning, maar is niet de enige: er worden 4000 bezwaarschriften ingediend. Een deel van de herziene versie van het veiligheidsrapport, dat vanaf november ter inzage komt te liggen op het Gemeentehuis, is in het Duits. “Iedere geïnteresseerde spreekt Duits“ krijgt men verbaasd te horen als daar over geklaagd wordt. Dat de vergunningsaanvragers en -gevers het graag een discussie van ‘insiders’ en ‘deskundigen’ wil laten zijn, blijkt o.a. in 1973, als ook sommige stukken bij de vergunningsaanvraag van de KSTR in het Engels zijn. Een vertaling is niet nodig want “de minister is namelijk van mening dat het bewuste rapport alleen leesbaar is voor mensen die ook in staat zijn de Engelse tekst te vertalen.“
De 'Affaire Begemann'
De ‘Affaire Begemann’ bereikt nu ook de Tweede Kamer. Begemann, technisch-wetenschappelijk attaché op de Nederlandse Ambassade in Washington, beticht het ministerie van EZ van censuur en neemt ontslag omdat hij met die beperkingen niet kan functioneren. Het maart nummer van ‘Washington Nieuws’ met daarin een kritisch artikel van Begemann, een interview met leden van de Amerikaanse Commissie voor Atoomenergie over natrium gekoelde kweekreactoren, is niet uitgebracht. Minister Lubbers maakt nu bekend dat het maart-nummer alsnog gepubliceerd zal worden. Wetenschappers en politici wijzen door deze affaire op de gevaren van kernenergie voor de democratie.
Brochure kernenergie niet verspreid
De Betuwse gemeentes Kesteren, Druten en Ewijk weigeren de brochure ‘Informatie over kernenergie’, uitgegeven door B&W van buurgemeente Dodewaard, te verspreiden. Tienduizenden exemplaren liggen in de kluizen en op zolders van de gemeentes. Dit is een gevolg van uitlatingen van de GKN en de Gelderse Commissaris der Koningin Geertsema die het boekje “een eenzijdig geschrift met de neiging tot het zaaien van paniek“ noemen. Maar ze staan nogal alleen in hun kritiek: ambtenaren van VROM en Sociale Zaken en ook TNO hebben zich positief over de tekst uitgelaten. De GKN komt later die maand met een eigen uitgave die ze in de omliggende gemeentes huis aan huis verspreiden. In april 1979 stelt de net in Deest opgerichte groep ‘Stop Dodewaard’ als eis naar de gemeente alsnog de verspreiding van de brochure. Na een aantal juridische procedures lukt dat.
Kamer krijgt zeer gekuiste versie van Khan-rapport
Het rapport over de Affaire Khan wordt door de regering gepubliceerd. Nog steeds wordt geprobeerd de affaire te bagatelliseren: “De werkgroep heeft niet onomstotelijk kunnen vaststellen dat dr. ir. A.Q. Khan, al dan niet met behulp van anderen, geheime UC-gegevens opzettelijk onder zich heeft genomen en/of heeft medegedeeld aan of het ter beschikking heeft gesteld van een buitenlandse mogendheid.“ Al is het, wordt wel meteen gesteld, “aannemelijk dat Pakistan via Khan in het bezit is kunnen komen van gevoelige kennis op het gebied van de verrijkingstechnologie“ en heeft dat Pakistan ‘aanzienlijke tijdwinst’ opgeleverd bij het opzetten van een proefverrijkingsfabriek. De Kamer krijgt echter een gekuiste versie van het geheime rapport van de interdepartementale werkgroep uit oktober 1979, blijkt in 2005 als het VPRO-onderzoeksprogramma Argos het rapport openbaar maakt. Het ambtelijke rapport meldde al in juli 1979 dat Khan op delen van de zeer geavanceerde 4M centrifugetechnologie de hand heeft weten te leggen. De openbare rapportage aan de Kamer rept echter met geen woord over de 4M en is bovendien meer dan terughoudend in het benoemen van wat Khan wel aan kennis en kunde vanuit Nederland naar Pakistan zou kunnen hebben meegenomen. In februari 1981, wordt door justitie meegedeeld dat er tegen een Khan een strafrechtelijk onderzoek zal worden ingesteld. Er wordt geen arrestatiebevel uitgevaardigd omdat uitlevering toch niet mogelijk is. Ook tegen twee bedrijven (Van Doorne’s Transmissie uit Tilburg en FDO uit Amsterdam, en onderneming van VMF/Stork) wordt een vooronderzoek gestart.
Rapport van de Interdepartementale werkgroep belast met het onderzoek ’de zaak Khan’