- COVRA:
- Organisatie (ook wanneer er nog geen locatie is) die verantwoordelijk is voor de centrale opslag van al het in Nederland geproduceerde radioactief afval
Al krediet KCB-II voor definitieve stemming
Een meerderheid in de Raad (12–5) van de gemeente Borsele zal zich niet verzetten tegen de komst van een tweede kerncentrale. ’s Middags voor de definitieve stemming maakt de PZEM al bekend f 10 miljoen beschikbaar te stellen als voorbereidingskrediet. In totaal zal er volgens de PZEM 80 miljoen gemoeid zijn met de gehele voorbereiding die, zo verwacht men, 3,5 jaar zal duren. De gemeenteraad gaat ook akkoord met de eventuele komst van de centrale afvalopslag.
Nog twee locaties over voor de opslag van afval
De LOFRA brengt haar eindadvies uit aan de minister van VROM: Borssele en Moerdijk zijn de twee plaatsen die in aanmerking komen als locatie voor de interim opslag van radioactief afval. Er is een lichte voorkeur voor Borssele, onder andere omdat de gemeente Klundert (waar Moerdijk onder valt) een hele rits voorwaarden stelt voordat ze akkoord wil gaan. Bij Borssele zijn er weliswaar meer procedurele moeilijkheden te verwachten, maar de commissie denkt dat die planologische bezwaren eerder te overwinnen zijn dan de bestuurlijke van Moerdijk. Men verwacht dat de bouw in 1988 kan beginnen en de totale kosten worden geschat op 450-500 miljoen gulden. Een belangrijk kritiekpunt van de milieubeweging is dat met de keuze voor deze twee de locatiekeuze procedures voor de nieuwe kerncentrales tot een farce worden gemaakt. De Gedeputeerde Staten van Zeeland is op 16 september al akkoord gegaan met de komst.
In augustus is al een locatieonafhankelijke MER door de Covra aangevraagd. Op 29 januari ('86) laat de Voorlopige Commissie MER de minister weten bepaald niet tevreden te zijn over dat rapport. Zo is die veel te optimistisch over de mogelijkheid tot eindberging, worden de stralingsbelastingniveaus bij normaal gebruik en bij storingen niet voldoende onderbouwd en ontbreekt een heldere en hanteerbare beschrijving van hoe de opslag van afval van de bestaande en nog te bouwen kerncentrales moet worden aangepakt.
Afvalcomplex naast kerncentrale in Borssele
Nadat Winsemius in april opeens had laten weten dat de Covra (en niet de verantwoordelijke ministers) de uiteindelijke locatie kan bepalen, kiest de organisatie nu voor een PZEM-terrein pal naast de kerncentrale in Borssele als de toekomstige locatie voor interim-opslag van radioactief afval. Belangrijkste overwegingen daarvoor zijn: minimale wederzijdse veiligheidsbeïnvloeding tussen omgeving en vestiging; kostprijstechnisch zo verantwoord mogelijk en eenvoud en eenduidigheid van de nog te nemen planologische en procedurele stappen. Winsemius gaat akkoord. De kosten voor de aankoop van het terrein worden geschat op 22 tot 26 miljoen gulden. In augustus was al een locatie-onafhankelijke MER aangevraagd. Door de Covra wordt verwacht dat “medio 1987 vergunningsaanvraag en MER zullen worden ingediend.“ Covra verwacht dat in 1990 het afval uit de opwerkingsfabrieken terug zal komen waar dan een speciale voorziening (de HABOG) voor klaar moet zijn.
Verdeling aandelen Covra
Het parlement gaat na veel discussie akkoord met een staatsaandeel van 10% in de Covra. De andere 90% zijn gelijkelijk verdeeld over de GKN, PZEM en de ECN.
De in december 1982 als BV opgerichte Covra, is nu in feite een samenwerkingsverband tussen de belangrijkste producenten van het afval. Aandeelhouders zijn de GKN (30%), PZEM (30%) en de ECN (30%) en de Nederlandse Staat voor de resterende 10%. De inbreng van de Staat lijkt beperkt, maar de instemming is nodig van de regeringscommissaris voor alle besluiten die essentieel zijn voor de taakuitvoering dus de eindverantwoordelijkheid ligt bij het Rijk. De risico’s ook, overigens. Het afval moet tijdelijk (gedurende 50-100 jaar) opgeslagen worden, waarna eindberging plaats moet vinden. Waar, wat en hoe is onduidelijk. Een ingenieursbureau heeft wel berekend dat langdurige ondergrondse opslag f 2792 miljoen zal kosten. Dit bedrag zal voortaan altijd genoemd worden. In het Kamerdebat zegt Minister Nijpels (VROM) dat Frankrijk heeft laten weten het opwerkingsafval vanaf 1992 terug te sturen.
Onrust Borsele over locatie Covra
De Covra belegt een besloten vergadering met de gemeenteraad van Borssele over hun plannen met het afvalverwerking en –opslag complex op de 29 hectare van de PZEM aangekochte locatie vlak achter de kerncentrale. Vooral het gebrek aan openheid van de Covra, in tegenstelling tot wat beloofd was, zet veel kwaad bloed. Het is de ouverture van veel onrust in het dorp. Als in de zomer van 1987 de bevolking geconfronteerd wordt met de precieze locatie (600 meter van de dorpskern) neemt de onrust nog verder toe.
Vergunningsaanvraag Covra
Nadat de Covra op 2 oktober een vergunning heeft aangevraagd, gaat nu de gemeenteraad akkoord met de vestiging van een verwerking- en opslag faciliteit van radioactief afval op een terrein vlak bij de kerncentrale. Met de aankoop van het terrein en de bouw is een bedrag gemoeid van f 500-600 miljoen. Maar de onrust in het dorp wordt alleen maar groter. De locatie is 600 meter van de dorpskern en de bevolking vindt dat ze niet serieus genomen worden in hun protest. Er wordt een Dorpsraad opgericht en in februari 1988 blijkt 92,9% van de bevolking tegen de vestiging van de Covra op deze aangekochte locatie. Een groep boeren gaat verder dan de Dorpsraad, die alleen een andere locatie wil. De boeren willen geen opslag in Zeeland en zeker niet in de gemeente Borsele. Ze overhandigden 500 handtekeningen van inwoners van de gemeente Borssele. B&W legt uiteindelijk in maart de vergunningsprocedure stil en een werkgroep moet op zoek naar een alternatieve locatie. In mei 1988 wordt een nieuwe lokatie verder van de dorpskern aangekocht, die veel van de onrust weg neemt.