- Splijtstoffabricage:
- de plannen voor en de productie van splijtstofelementen, o.a. het bedrijf Interfuel
- Industrie:
- betrokkenheid en rol van bedrijven
Scheepsreactor op land
RCN deelt mee dat ze in het kader van het NERO-project een voorstel voor een prototype scheepsreactor, genaamd Proteus (af en toe ook Nereus genoemd), heeft uitgewerkt en die in Petten (dus op land) wil gaan bouwen. De regering moet dan wel f 20 miljoen op tafel leggen voor de bouw van Proteus, vindt RCN. Aan Philips wordt de opdracht gegeven splijtstofelementen te leveren voor de KRITO-installatie, een kritisch-experiment dat voor de ontwikkeling noodzakelijk is. KRITO is in maart 1963 in gebruik genomen en is eigenlijk een kleine (45 cm hoge) pseudokern van NERO. Als constructiemateriaal voor de elementen wordt niet gekozen voor zirkaloy (wat wel voorzien is in de NERO-reactor) maar voor aluminium omdat dat veel goedkoper is. De splijtstof zelf komt uit het buitenland. Dit is ook het begin van de splijtstofelementenfabricage waarvoor op het terrein van het RCN een ruimte ontstaat die in 1966 klaar zal zijn.
Philips krijgt opdracht eerste elementen Dodewaard
De GKN geeft opdracht aan Philips voor de levering van de splijtstofelementen voor de eerste kern van de Dodewaard centrale. Het ontwerp en de specificaties zijn van General Electric, Philips moet uitsluitend garanties geven met betrekking tot de vakbekwame uitvoering van de opdracht (‘good workmanship’). Een partij van 290 kilo U-235 (in de vorm van 2,5% verrijkt uranium) wordt in de VS gekocht. Het contract daarvoor wordt in juni getekend.
Productie splijtstofelementen
Philips stopt met haar kernenergieactiviteiten, maar maakt een uitzondering voor UCN, waar ze aandeelhouder van blijft. Directe aanleiding is de beslissing van de PZEM om de order voor de kerncentrale in Borssele niet aan Nederlandse bedrijven te gunnen (hoewel ze 70 % van de werkzaamheden gaan doen) en de productie van splijtstofelementen daarvoor door een bedrijf in het buitenland gebeurt. Verder zijn er problemen met de GKN/SEP over de tweede levering van elementen voor Dodewaard. GKN besluit tot een open inschrijving daarvoor en een Engels bedrijf (in plaats van Philips) gaat met de order strijken.
De RCN neemt een deel van de fabricageapparatuur van Philips over en wil een productielijn opzetten met genoeg capaciteit voor de jaarlijkse herladingen van de Dodewaard en Borssele centrales.
Interfuel opgericht
Het bedrijf Interfuel BV wordt opgericht, voor de ontwikkeling, productie en verkoop van splijtstofelementen. Het is een joint venture bestaande uit Comprimo (10%), GKN (25%), RSV (30%), Shell (30%), RCN (5%). De BV vestigt zich op het RCN-terrein. Het productieproces dat door Interfuel op commerciële basis zal worden toegepast, bouwt voort op het door de KEMA ontwikkelde sol-gelproces. Al snel zal blijken dat het fabricageproces nog niet uitontwikkeld is en dat de ontwikkelingskosten pas op lange termijn in het product verrekend kunnen worden. Hoewel er enkele prototype-elementen gemaakt worden is Interfuel geen lang leven beschoren.