- Splijtstoffabricage:
- de plannen voor en de productie van splijtstofelementen, o.a. het bedrijf Interfuel
- Industrie:
- betrokkenheid en rol van bedrijven
Productie splijtstofelementen
Philips stopt met haar kernenergieactiviteiten, maar maakt een uitzondering voor UCN, waar ze aandeelhouder van blijft. Directe aanleiding is de beslissing van de PZEM om de order voor de kerncentrale in Borssele niet aan Nederlandse bedrijven te gunnen (hoewel ze 70 % van de werkzaamheden gaan doen) en de productie van splijtstofelementen daarvoor door een bedrijf in het buitenland gebeurt. Verder zijn er problemen met de GKN/SEP over de tweede levering van elementen voor Dodewaard. GKN besluit tot een open inschrijving daarvoor en een Engels bedrijf (in plaats van Philips) gaat met de order strijken.
De RCN neemt een deel van de fabricageapparatuur van Philips over en wil een productielijn opzetten met genoeg capaciteit voor de jaarlijkse herladingen van de Dodewaard en Borssele centrales.
Interfuel opgericht
Het bedrijf Interfuel BV wordt opgericht, voor de ontwikkeling, productie en verkoop van splijtstofelementen. Het is een joint venture bestaande uit Comprimo (10%), GKN (25%), RSV (30%), Shell (30%), RCN (5%). De BV vestigt zich op het RCN-terrein. Het productieproces dat door Interfuel op commerciƫle basis zal worden toegepast, bouwt voort op het door de KEMA ontwikkelde sol-gelproces. Al snel zal blijken dat het fabricageproces nog niet uitontwikkeld is en dat de ontwikkelingskosten pas op lange termijn in het product verrekend kunnen worden. Hoewel er enkele prototype-elementen gemaakt worden is Interfuel geen lang leven beschoren.