- Kerncentrales:
- Bestaande (of gesloten) kernenergiecentrales
- Vergunningen:
- (juridische) procedures van en bezwaren tegen vergunningen en bestemmingsplannen voor specifieke bezigheid of installatie
Informatie alleen voor insiders en deskundigen?
De PZEM krijgt een vergunning voor “de exploitatie van een inrichting waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt.“ De Vereniging Milieu Hygiëne Zeeland gaat in beroep tegen het verlenen van de vergunning, maar is niet de enige: er worden 4000 bezwaarschriften ingediend. Een deel van de herziene versie van het veiligheidsrapport, dat vanaf november ter inzage komt te liggen op het Gemeentehuis, is in het Duits. “Iedere geïnteresseerde spreekt Duits“ krijgt men verbaasd te horen als daar over geklaagd wordt. Dat de vergunningsaanvragers en -gevers het graag een discussie van ‘insiders’ en ‘deskundigen’ wil laten zijn, blijkt o.a. in 1973, als ook sommige stukken bij de vergunningsaanvraag van de KSTR in het Engels zijn. Een vertaling is niet nodig want “de minister is namelijk van mening dat het bewuste rapport alleen leesbaar is voor mensen die ook in staat zijn de Engelse tekst te vertalen.“
Overeenkomst over vaten met te hoge straling
Er is overeenkomst bereikt tussen Dodewaard, RCN en de ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid over het afval dat al jarenlang op het terrein van de centrale in Dodewaard staat. Doordat de vaten een te hoge stralingdosis afgeven (door ondeugdelijke verpakking) geeft het ministerie geen transportvergunning of weigert het RCN ze op te halen en bij hen op te slaan, hoewel de RCN door de overheid aangewezen is als centrale locatie voor de opslag van radioactief afval. De GKN geeft toe dat zelfs buiten het terrein de straling van het afval te hoog is, maar “wie gaat daar nou een hele tijd staan?“ zeggen ze. Van de 550 vaten, waarvan sommigen er al staan vanaf 1972, worden er 350 toch naar de RCN afgevoerd, worden er 150 in Dodewaard "geschikt gemaakt" zodat ze binnen de normen voor dumping in zee vallen, waarna ze naar de RCN gaan en de resterende 50 worden in opslagruimtes in Dodewaard zelf opgeslagen. Twee politieagenten, die in verband met de Molukse gijzelingen op het kerncentraleterrein wacht moeten lopen, halen een ‘grap’ uit en leggen hun dosismeters een paar uur op de vaten (volgens anderen tonen ze hiermee aan dat van het afval wel degelijk gevaar uitgaat, ondanks alle geruststellende woorden). Er ontstaat consternatie als ze ‘besmet’ lijken te zijn. Als de twee agenten het in januari 1976 opbiechten worden ze disciplinair gestraft. Maar de verantwoordelijken van de GKN die in strijd met de hinderwet vergunning het afval op het terrein opslaan, ontspringen de dans. In april 1978 besluit de Officier van Justitie geen strafvervolging in te stellen: “thans is de opslag goed geregeld en het is niet opportuun meer de directie hierover lastig te vallen.“
Vergunning Borssele definitief (onder voorwaarden)
De Kroon wijst alle bezwaren tegen de vergunning die in juni 1973 voor het inwerking treden van Borssele definitief af. Wel stelt ze een aantal aanvullende veiligheidseisen waaronder de bouw van “voorzieningen waardoor het mogelijk wordt bij het in ongerede raken van de regelzaal, de kernreactor alsnog in een veilige conditie te brengen.“ Van Aardenne zegt in de Kamer dat het beslist niet gaat om een tweede regelzaal, alleen maar een voorziening om de reactor “af te schakelen en te koelen.“