Staat koopt alle aandelen Covra
De Staat der Nederland is 100 % aandeelhouder geworden in de Covra N.V.. Op 15 april is de overeenkomst getekend met de drie voormalige aandeelhouders; de EPZ (eigenaar van de kernenergiecentrale Borssele), met de GKN (eigenaar van de gesloten kernenergiecentrale Dodewaard), en met het Energieonderzoek Centrum Nederland. Met de overdracht kopen EPZ voor 45 miljoen euro en GKN voor 11 miljoen euro alle kosten af die moeten worden gemaakt voor de opslag van hun hoog radioactief afval nu en in de toekomst. ECN zal de verplichtingen op jaarbasis voldoen. Al in 1996 is de Kamer op de hoogte gesteld van dit voornemen. Er is langer over onderhandeld dan gepland (de intentieverklaring is al in december 2000 getekend), vooral over de zekerheden dat het risico voor Covra en Staat gering is. In 1998 zegt de Covra-directeur dat, nu de bedrijven zich commerciëler op moeten stellen, het logisch is dat ze van de Covra-aandelen afwillen: dan “raken ze een risico kwijt.” Volgens de minister is ook “de geringe rol die kernenergie zal spelen bij de toekomstige elektriciteitsproductie“ een reden. Er ligt een door de Kamer in 2000 overgenomen advies dat de kerncentrales na sluiting aan de Covra moeten worden overgedragen.
Doorgaan met onderzoek ondergrondse opslag
De regering-Balkenende geeft aan het bestaande beleid voor “onderzoek naar de mogelijkheden van een terugneembare berging“ van radioactief afval in de diepe ondergrond te willen voortzetten. Dit stelt de Minister van VROM eindelijk (onder andere door de val van Paars-II) als reactie op het CORA-rapport van februari 2001(!). In grote lijnen volgt men het twee hoofdlijnen-advies van de ILONA: verder onderzoek naar de technische aspecten en naar de ethische en maatschappelijke aspecten. De regering stelt dat het zwaartepunt van verder onderzoek zal moeten liggen op “in situ onderzoek in een daartoe geschikte ondergrondse laboratorium (URL).” Maar “de beperkte omvang van het Nederlandse kernenergieprogramma en de relatief geringe hoeveelheid radioactief afval die daaruit is voortgekomen, rechtvaardigt de aanleg van een eigen ondergronds laboratorium nauwelijks.” Daarom moet onderzoek internationaal zijn en “dergelijk onderzoek dient dan ook in een of meerdere van de in het buitenland gelegen URL’s plaats te vinden.” Het, verder niet ingevulde, onderzoeksprogramma zal 8 jaar duren en “vanaf 2006 zal het onderzoek zich concentreren op de experimentele fase in een ondergronds laboratorium.” Kosten worden begroot op totaal 5,4 miljoen euro.
RvS: Provincie mag geen opslag verbieden
De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigt het gedeelte uit het Provinciaal Omgevingsplan (POP) van de provincie Groningen dat opslag op of in de bodem van radioactief afval verbiedt. De belangrijkste overweging is: “De Afdeling stelt op grond van al het voorgaande vast dat met de Kernenergiewet wordt beoogd dat de beslissingen inzake onder meer de opslag van kernsplijtingsafval en (hoog-) radioactief afval op nationaal niveau worden genomen door de daarbij betrokken ministers.”
Rapportage storingen nucleaire installaties 2002
In 2002 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 19 storingen voorgedaan: 10 in Borssele en 9 storingen geweest bij de Dodewaard, ECN, HFR, Covra, HOR Delft en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 2002 dat de Kernfysische Dienst publiceert op 23 september 2003.