- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
- KSTR Arnhem:
- De KEMA Suspensie Test Reactor en de voorganger, de subkritische nul-energie-reactor op het KEMA-terrein in Arnhem.
KEMA octrooi voor suspensiereactor
Eerste octrooiaanvraag in Arnhem door de KEMA op het gebied van suspensiereactoren. Het bijzondere van de suspensiereactor schuilt in de manier waarop splijtstof word gebruikt: als kleine uraniumbolletjes die met water een suspensie vormen. Het idee is dat de bij splijting van uranium ontstane splijtingsproducten uit de bolletjes in het omringende water schieten, waaruit ze vervolgens gemakkelijk verwijderd kunnen worden. Vervanging en opwerking van splijtstof is op deze manier niet nodig. Het zou dan mogelijk moeten zijn om de splijtstof volledig te versplijten. Daarnaast is het de bedoeling in de bolletjes nieuwe splijtstof aan te maken of te ‘kweken’. Daartoe worden de bolletjes samengesteld uit een mengsel van uraniumoxide en thoriumoxide. Uit thorium moet dan het splijtbare isotoop 233U worden gevormd: nieuwe splijtstof. De waterige suspensie is vloeibaar en moet in de reactor worden rondgepompt. Kettingreacties moeten de suspensie in het reactorvat, die de grootte van een voetbal heeft, opwarmen. Deze warmte zal vervolgens in een warmtewisselaar moeten worden afgestaan en de splijtingsproducten zullen uit de suspensie moeten worden verwijderd. Daarna zou de suspensie weer naar het reactorvat worden gepompt.
Brandstof voor KSTR
Nadat de onderhandelingen al in 1954 gestart zijn sluit het RCN een contract met UKAEA over de levering van hoogverrijkt uranium. Het contract is bedoeld voor de nulenergie-reactor, de voorloper van de KEMA Suspensie Test Reactor (KSTR). In februari heeft Biliton 118 ton (thoriumhoudend) monazietzand aan de KEMA geleverd voor de thoriumsplijtstof. KEMA is ondertussen begonnen met de bouw van een nieuw lab, speciaal voor de nulenergie-reactor en ander nucleair onderzoek. In november 1955 verklaard KEMA directeur Van Staveren trots dat de reactor binnen anderhalf jaar klaar zal zijn. De kosten van het lab worden (in februari 1955) op f 7,5 miljoen geschat.
Arnhem: hinderwetvergunning kernlab
B&W van Arnhem geeft een (op 24 januari 1956 aangevraagde) hinderwet vergunning (art.2) af voor het in bedrijf stellen van een kernreactorlaboratorium met een reactorinstallatie (dat wordt heel kleine subkritische suspensie reactor die geen energie levert –nulenergie-reactor) op het KEMA-terrein. In het kader van de hinderwetprocedure wordt er ook een hoorzitting gehouden, daar komt niemand op af omdat er weinig bekendheid aangegeven is. De voorlopige vergunning houdt in dat de “inrichting moet zijn voltooid en in werking gebracht binnen 2 jaar nadat dit besluit onherroepelijk is geworden“. De gemeente laat pas in 1962 aan de KEMA weten dat ze de installatie als voltooid beschouwen, waarvoor de KEMA zich “zeer erkentelijk” toont. Maar zo simpel zal het niet zijn.
Opening Arnhem's kernlab
Feestelijk opening van een aantal nieuwe laboratoria en van uitbreiding bestaande labs van de KEMA in Arnhem door Prins Bernhard: “Nu staan wij voor het kernreaktorlaboratorium met de daarbij behorende kernreaktorhal, waarin met behulp van het Reactor Centrum Nederland onderzoekingen inzake de ontwikkeling van een eigen Nederlands type kernreactor, de suspensiereactor, zullen worden gedaan”. De uitbreiding “voor vredelievend atoom-onderzoek” heeft ongeveer 7,5 miljoen gulden gekost.