- Industrie:
- betrokkenheid en rol van bedrijven
Ook nieuwe eigenaar voor Borssele
Nadat Dodewaard in oktober al van eigenaar is verandert wordt nu ook productie sector van de PZEM (o.a. de kerncentrale Borssele) overgedragen aan de EPZ (Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland, een fusie van de provinciale bedrijven van Noord-Brabant, Limburg en Zeeland). Volgens de nieuwe Elektriciteitswet uit 1989 moeten productiebedrijven zich bundelen en een minimum productie-capaciteit hebben van 2500MW. Het overdragen van de vergunning in het kader van de Kernenergiewet wordt in de nieuwe Elektriciteitswet in een speciale paragraaf geregeld.
Vierjaren programma instandhouding nucleaire competentie
In 1989 vragen 6 bedrijven samen aan het ministerie van EZ “een subsidie beschikbaar te stellen van minimaal f 25 miljoen voor de periode 1 januari 1990 tot 31 december 1993“ voor PINC, ‘Programma Instandhouding Nucleaire Competentie’. Het samenwerkingsverband wordt gevormd door: ECN, IRI, Delft, KEMA, GKN, en NUCON (“mede namens Comprimo en Neratoom“). De 25 miljoen wordt inderdaad toegezegd waarvan 5 miljoen al in 1990 besteed kan worden. Het onderzoek gaat voornamelijk over nieuwe reactortechnologie en dan specifiek de SWBR (Simplified Boiling Water Reactor).
Productie Molybdeen voor Mallinckrodt
ECN tekent een langdurig contract met Mallinckrodt voor de productie van Molybdeen-99. De ECN gaat Mo-99 produceren door de bestraling van uranium en creëert labfaciliteiten om het molybdeen van het uranium te scheiden. Mallinckrodt verkoopt het vervalproduct van Mo-99 (dat een halfwaardetijd heeft van 6 uur), Technetium-99, voor medische doeleinden. De productie moet eind 1994 beginnen. Mallinckrodt verwacht f 25 miljoen te moeten investeren, maar begin 1994 is dat al 15 miljoen meer geworden.
Pechiney hoeft rekening niet te betalen
Pechiney, de aluminiumsmelter waarvoor de kerncentrale in Borssele feitelijk is gebouwd, wordt opnieuw ‘gematst’ in de kosten voor elektriciteit. Een arbitrage commissie geeft Pechiney gelijk in haar klacht tegen nutsbedrijf Delta (voor helft eigenaar kerncentrale) over het doorberekenen van de verwerkingskosten van radioactief afval. Het bedrijf vindt het onterecht keer op keer achteraf te worden geconfronteerd met prijsverhogingen. De uitspraak, na jarenlange onenigheid, betekend dat het Franse bedrijf de rekening van Delta van f 150 miljoen niet (helemaal) hoeft te betalen. Hoe groot de kostenbesparing is wordt niet bekend gemaakt. Pechiney betrekt tweederde van de stroom geproduceerd in de centrale en betaalt tussen de 4 en 6 ct per kilowattuur (precieze prijs is geheim). ‘Gewone’ grootverbruikers betalen ongeveer 10 ct en kleinverbruikers ongeveer 25ct voor de zelfde stroom. Het contract met Pechiney voor de levering loopt op 1 april 1996 af.
37 miljoen voor PINC-II
Voor de verlenging (3 jaar t/m 1996) van PINC (PINC II) stelt de staat de helft van de begrote f 37,5 mln. beschikbaar. De andere helft betalen de uitvoerende partijen: ECN, GKN, KEMA, Nucon, IRI. En sinds kort ook de Hoogovens technical Services en de EPZ. Accent zal liggen op verdere ontwikkeling van de SWBR (waar ook PINC I bij betrokken was); een concept voor de HTR en ook computerprogrammatuur. Een kwart van het budget zal gaan naar onderwijs en opleiding. Sinds dit jaar zitten er ook vertegenwoordigers van VROM en SZ, naast EZ, in de stuurgroep.
NRG formeel van start
Om de financiële crisis een beetje het hoofd te bieden heeft de ECN afdeling Nucleair een samenwerkingsverband gesloten met de nucleaire afdeling van de KEMA. De grotendeels complementaire nucleaire expertise van KEMA en ECN wordt samengebracht in de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG -op z’n Engels ‘energy’). ECN participeert voor 70% en KEMA voor 30%. Het telt circa 280 medewerkers en heeft vestigingen in Petten en Arnhem. “NRG verwacht zijn positie op de internationale markt te kunnen versterken: een voorwaarde om de kritieke grootte van een aantal nucleaire disciplines – en daarmee de gewenste competentie – voor Nederland te behouden.“ meldt het ECN-jaarverslag over 1998. Na toetsing door de Nederlandse Mededingingsautoriteit en instemming van het Ministerie van EZ vindt de formele oprichting plaats op 1 oktober 1998, direct gevolgd door een strategische oriëntatie op de R&D-koers: “De uitkomst van deze toekomst-verkenning bevestigde dat NRG prioriteit dient te geven aan de ontwikkeling van nieuwe, veilige reactorconcepten, en aan de vermindering en de levensduurverkorting van kernsplijtingsafval.“
NRG gaat het beheer voeren over de HFR de LFR het Hot Cell Lab (HCL), de decontaminatie en waste management faciliteit (DWT) en de productie van medische isotopen.