- Medische isotopen:
- de productie van dergelijke isotopen door gebruik van radioactief materiaal of kernreactoren
Start productie medische isotopen
In de cyclotron van het IKO in Amsterdam begint de Philips-Roxane groep al meteen met de productie van commerciële (medische) isotopen en vanaf 1952 zijn er ook reactor isotopen verkrijgbaar. Ook lang nadat (vanaf 1958) Philips-Duphar een andere grotere behuizing krijgt op het RCN-terrein, duurt de productie nog voort bij het IKO.
Philips-Duphar op RCN-terrein
Op het terrein van het RCN in Petten wordt de eerste paal geslagen voor een laboratorium van Philips-Duphar waar men radio-isotopen (oa. Molybdeen-99) gaat maken voor medische diagnostiek. Daarmee zijn er drie gebruikers van het terrein: het RCN zelf, het Gemeenschappelijk Centrum Onderzoek (GCO - Euratom) en Philips-Duphar. Daarbij zal het ook lang blijven. In 1969 vraagt en krijgt Philips steun van het rijk als men dreigt de productie stop te zetten.
Philips gaat Philips-Duphar verkopen
De Raad van Bestuur van Philips is er in geslaagd een koper te vinden voor de Duphar-tak. Philips-Duphar produceert op het ECN terrein medische isotopen. De koper is Mallinckrodt. Philips trekt zich terug uit de farmaceutische sector: de markt ontwikkeld zich te langzaam.
Evaluatie HFR in kader energieonderzoek
Al in het wetenschapsbudget 1980 wordt een evaluatie aangekondigd van de HFR “zowel voor het onderzoek in Euratom verband als voor het Nederlandse minimumprogramma“ en die “moet nu tevens gezien worden in het licht van de herprogrammering van het Nederlandse energieonderzoek.“ Nederland wil eigenlijk wel een minder grote bijdrage leveren en even ontstond zelfs de idee dat de HFR wel eens gesloten kan gaan worden. Uit de evaluatie die de ministers van EZ en Wetenschapsbeleid nu publiceren, blijkt dat Nederland maar 33% van de reactorcapaciteit bezet (Duitsland 45 %) en f 17,5 miljoen betaald (aan wat dan het aanvullend Euratom-programma heet) voor energieonderzoek. Maar 79% van het Nederlandse HFR-onderzoek gaat naar kweekreactoronderzoek, 15% naar veiligheidsonderzoek kerncentrales en 6% materiaalonderzoek voor fusiereactoren “De vraag is gerechtvaardigd of een dergelijk aandeel van het energie-onderzoek binnen een budget van f 17,5 mln. bestemd voor ‘energieonderzoek’ niet een heroverweging van dat budget nodig maakt”, schrijven de ministers. Interessant is ook dat ze schrijven dat de productie van medische isotopen het “minst problematische is.“ Het aandeel hiervan in het Nederlandse HFR-gebruik (van 7%) “is meer een gevolg van de aanwezigheid van de reactor dan een reden voor zijn bestaan.“
Radioactiviteit vrijgekomen in HFR
Door een “vermindering van koelwater dat door een zgn. rig stroomt, welke gebruikt wordt voor de produktie van radio isotopen voor medische doeleinden“ (volgens het persbericht) komt er radioactiviteit vrij in de hal van de HFR. Volgens de mededeling is de vrijgekomen hoeveelheid radioactiviteit in de atmosfeer ver beneden de toegestane hoeveelheid gebleven.
Explosie in HFR
In de nacht van 26 op 27 november vindt er opnieuw en ongeluk plaats in de HFR. Pas veel later wordt bekend dat er zich om 2 minuten over half een een explosie voordoet, gevolgd door een drukgolf die in het hele reactorgebouw te voelen is. Twee capsules TeO2 (telluriuimoxide) exploderen. Er scheurt een buis volledig open. Een rek en twee experimenten worden volledig vernield. Conform de veiligheidsspecificaties schakelt de reactor zich automatisch uit, maar na uitsluitend een summiere visuele inspectie van het reactorvat 11 minuten later al weer opgestart. Het incident wordt ook niet gemeld aan de Kernfysische Dienst uit vrees voor een startverbod, de KFD komt er na verloop van tijd zelf achter. Mede naar aanleiding hiervan komt er later een meldingsplicht voor dergelijke incidenten. Volgens het Noordhollands Dagblad op 1 februari 2002 komt er “weinig radioactiviteit vrij". In 2002 wordt een scheur in het reactorvat in verband gebracht met deze explosie maar blijkt toch een “historische” lasfout te zijn die er vanaf het begin al zit.
Productie Molybdeen voor Mallinckrodt
ECN tekent een langdurig contract met Mallinckrodt voor de productie van Molybdeen-99. De ECN gaat Mo-99 produceren door de bestraling van uranium en creëert labfaciliteiten om het molybdeen van het uranium te scheiden. Mallinckrodt verkoopt het vervalproduct van Mo-99 (dat een halfwaardetijd heeft van 6 uur), Technetium-99, voor medische doeleinden. De productie moet eind 1994 beginnen. Mallinckrodt verwacht f 25 miljoen te moeten investeren, maar begin 1994 is dat al 15 miljoen meer geworden.
ECN-opslag: al 20 jaar niet de juiste vergunning
Als de ECN een vergunning aanvraagt voor de uitbreiding van de opslag van radioactief afval, blijkt dat men helemaal geen Kernenergiewet-vergunning heeft voor de huidige opslag faciliteit. In 1965 is er slechts een hinderwetvergunning afgegeven voor een gebouw voor “opslag van radioactief materiaal”, maar in 1970 toen de kernenergiewet in werking trad, heeft de ECN nooit een nieuwe vergunning aangevraagd. Nu is een uitbreiding van de capaciteit nodig door de productie van molybdeen, waarbij “nogal wat“ (warmteproducerend) radioactief afval ontstaat. Er bestaat op lokaal maar ook op landelijk niveau veel weerstand tegen de uitbreiding voor een Amerikaans commercieel bedrijf: “de winst gaat naar Amerika en wij blijven met het afval zitten.“ Ook vindt EZ dat de tussenopslag (voor 50 jaar) in een bunker op het ECN-terrein niet past in het streven om afvalstromen te scheiden en alles centraal op te slaan bij de Covra. Omdat er nog meer vergunningen verandert moeten worden, besluit ECN een jaar later maar een alles-omvattende ‘complex’vergunning aan te vragen.
HFR in problemen door weigering LEU
Actualiteiten-rubriek Brandpunt onthult dat het opslagbassin voor brandstof uit de HFR in Petten, als er geen oplossing wordt gevonden, over twee jaar vol zal zitten. Dat zal sluiting van de reactor betekenen. Belangrijkste oorzaak is de weigering om over te schakelen (conversie) naar laagverrijkt uranium. De HFR gebruikt nu nog hoogverrijkt uranium (HEU), maar omdat dat zeer proliferatiegevoelig is, wil Amerika, die de brandstof levert (en weer terugneemt) dat de HFR omschakelt naar LEU. Dat eist de VS al 10 jaar, maar overschakelen wil men (Euratom, de eigenaar) liever niet: er moeten nieuwe vergunningen aangevraagd worden, en, zo wordt gezegd, Mallinckrodt zal de dupe zijn want “Molybdeen kan niet met LEU geproduceerd worden.“ Ook ECN, die de reactor gebruikt, zit niet op omschakeling te wachten.
Molybdeen-fabriek gestart
De molybdeen-fabriek in Petten is af en start met de testperiode. De minister van Volksgezondheid Borst, zegt op het laatste moment af voor de officiële opening. De bouw is “tientallen miljoenen“ duurder dan gepland en het afval moet meteen naar de Covra, ECN heeft geen toestemming voor tussenopslag.
De ECN heeft een contract afgesloten om in Dounreay (UK) uranium ’targets’ te leasen voor de productie van Molybdeen. Deze targets gaan dan ook weer terug naar Dounreay voor opwerking, nadat er in Petten het Mo-99 is uitgehaald. Door de slechte naam van Dounreay is er veel kritiek op het contract, maar minister Wijers (EZ) “ziet geen reden actie te ondernemen.“
De testfase van de fabriek in Petten voor Mo-productie verloopt niet zonder problemen, in oktober zijn er “twee of drie keer“ atmosferische lozingen. Te weinig om te melden, zegt Mallinckrodt, want onder de norm. Waarschijnlijk zal de fabriek in maart ‘97 echt gaan produceren.