- Verrijking:
- onderzoek naar en ontwikkeling van verrijking (tot 1969, daarna zie: Urenco/UCN)
Geen Euratom-gelden voor ultracentrifugeonderzoek
Het kabinet onder leiding van de minister van Economische Zaken De Block, verdedigt bij de ministersconferentie in Luxemburg in december de beslissing het ultracentrifuge onderzoek niet aan te melden bij Euratom. Het aanmelden zou weliswaar financiële steun van Euratom kunnen opleveren, maar zou ook betekenen dat de technologie verder bekend wordt en dat zou het project economisch (de Nederlandse concurrentiepositie) kunnen schaden. De steller van de vragen hierover (De Goede van D66) wordt en passant door de minister beticht van het in openbaarheid brengen van geheime informatie. De kamer vindt in meerderheid ook dat het goed is het niet aan te melden, al is er wel enige aarzeling bij de regeringspartijen. Volgens de PvdA is het “project nog niet geschikt om als studieproject in een proeffabriek van Euratom te worden gebruikt“.
Beginselverklaring internationale samenwerking
Naar aanleiding van de stellige presentatie over de bouw van een verrijkingsproeffabriek op een congres over isotopenscheiding in Turijn op 1 oktober, starten de onderhandeling tussen West-Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Nederland over samenwerking bij de verrijking van uranium. De plannen zijn echter niet zo concreet als ze in Turijn gepresenteerd werden. In Den Haag wordt eind november in beginsel overeenstemming bereikt over deze samenwerking. In het voorjaar van 1969 zullen de ministers die vertegenwoordigd zijn weer bijeenkomen in Londen.
Proefopstelling ontploft
Een paar weken nadat een beginselverklaring voor internationale samenwerking op het gebied van uraniumverrijking door centrifuges is getekend, imploderen in de proefopstelling in Duivendrecht alle 70 centrifuges in een keer door een gas-inbreuk. Dit ongeluk wordt in elk geval een jaar lang, het jaar waarin onderhandeld wordt over samenwerking met West-Duitsland en Engeland, door Nederland voor de onderhandelingspartners geheim gehouden.
Wat er precies gebeurt, is onduidelijk, er is ook maar een enkele bron (een interne FOM geschiedschrijving door Prof. Kistemaker), maar te herleiden is het volgende: bij het ‘supersoon’ (sneller dan het geluid) draaien van de centrifuges ontstaan schokken en knallen. Die schokken moeten worden gedempt door flexibele metalen, maar dat gebeurt vrijwel zeker niet (voldoende). In de centrifuges zijn enkele kilo’s (lichtradioactief) uraniumhexafluoride aanwezig, maar de gevolgen zijn onbekend. Het is logisch dat het giftige en prikkelende waterstoffluoride is ontstaan (vergelijkbaar met chloor), maar een risico-inschatting is niet te maken met de weinige gegevens. De geheimhouding is interessant, maar onduidelijk op welk niveau genomen: ook in Nederland zelf stond het dure project zwaar onder druk.