- Verrijking:
- onderzoek naar en ontwikkeling van verrijking (tot 1969, daarna zie: Urenco/UCN)
- Urenco/UCN Almelo:
- De uraniumverrijkingsfabriek en de fabriek voor de ontwikkeling en bouw van centrifuges in Almelo en de samenwerking tussen Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland
Kistemaker en de Cellastic Affaire
Naar aanleiding van het eind februari verschenen boek van Wim Klinkenberg ‘De ultracentrifuge 1937-1970’, dient PSP-kamerlid Van der Spek tijdens het Kamerdebat over het Verdrag van Almelo op 2 maart een motie in, waarin hij de regering verzoekt de documenten van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, die betrekking hebben op de Cellastic-affaire of die anderszins met professor Kistemaker in verband staan, openbaar te maken. Van der Spek noemt Klinkenberg’s boek een “niet-complete legpuzzel, waarin wordt gesuggereerd dat het ultracentrifugeproject een voortzetting is van het Duitse A-bom-project, waarbij dezelfde personen en instanties zijn betrokken.“ Volgens Van der Spek moeten deze beschuldigingen ernstig worden genomen. Nadat de regering de moties sterk ontraden, halen die het bij de stemming op 31 maart dan ook niet. Er bestaat ook onduidelijk over de zuivering van Kistemaker voor z’n promotie in november 1945.
[zie ook het Dossier: Kistemaker]
Kamer akkoord met Almelo-verdrag
Uit het Kamerdebat over het op 4 maart 1970 getekende Verdrag van Almelo, komt naar voren dat de Tweede Kamer vrijwel eensgezind de bouw van de ultracentrifugefabrieken in Almelo en de samenwerking op dit gebied tussen Nederland, Engeland en West-Duitsland zal goedkeuren. Alleen de PSP en CPN stemmen tegen, de PPR komt pas bij de verkiezingen, anderhalve maand later, voor het eerst in de Kamer. De PvdA en D66 gaan akkoord na enkele toezeggingen van minister Luns. Onder meer dat er alleen verrijkt uranium naar Frankrijk mag worden geëxporteerd onder de strikte voorwaarden dat het niet voor militaire doeleinden wordt gebruikt of zal worden doorgevoerd naar een derde land. Frankrijk weigert tot nu toe het NPV te tekenen, doordat Brussel (Euratom) en Wenen (IAEA) nog niet tot overeenstemming zijn gekomen over de controle op de atoomindustrie in West-Europa. Uiteindelijk geeft de Kamer op 9 maart haar goedkeuring aan het Verdrag van Almelo. Daarom kan het op 19 juli van kracht worden. Het heeft een looptijd van 10 jaar (1981) en kan dan verlengd worden.
Vergunning voor Duitse verrijkingsfabriek in Almelo
Het ministerie van EZ geeft de vergunning in het kader van de Kernenergiewet af voor de bouw van de Duitse verrijkingsfabriek in Almelo (de SP2). Duitsland mag volgens het naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog getekende Verdrag van Parijs niet zelf uranium verrijken om te voorkomen dat men zou kunnen komen te beschikken over kernwapens. Omdat men een van de drie partners in Urenco is, bouwt men nu een verrijkingsfabriek in Almelo. Bij de hoorzitting voor de vergunning zijn er ongeveer 25 bezwaarschriften, vooral over de ‘alibi’ functie die de fabriek voor Duitsland heeft om toch ‘atomwaffen-faehiges material’ te verkrijgen, maar ook over kernenergie algemeen. De bouw is al in mei 1971 begonnen.
Kostenstijging proeffabriek
Volgens een nota die de minister van EZ krijgt blijkt dat de bouwkosten van de UCN proeffabriek in Almelo al flink zijn gestegen. Werd eerst nog uitgegaan van 45 miljoen gulden, nu zijn de kosten al opgelopen tot “eerder 75 miljoen.“ De bouw heeft ook veel vertraging opgelopen, in bedrijf komt de fabriek in elk geval niet meer in 1971, hoewel dat wel de bedoeling was. Het zal zeker niet eerder dan eind eerste kwartaal ’72 worden.