- Internationaal:
- gebeurtenissen die niet plaatsvinden in Nederland, waarbij Nederland ook niet (direct) betrokken is, maar die wel belangrijk zijn voor kernenergie(-beleid) in Nederland
Philips en de ontwikkeling van kernenergie
De AEC (Atomic Energy Commission) in de VS, beslist dat NV Philips Gloeilampenfabrieken in Eindhoven geen recht heeft op schadevergoeding. Philips heeft een eis tot schadevergoeding van 20 miljoen dollar ingediend wegens hun bijdrage in de ontwikkeling van de atoomenergie. De zaak loopt al vanaf 1953 toen Philips aan de VS zowel een compensatie als erkenning vroeg voor het werk dat het bedrijf had gedaan op atoomgebied. Er is wetgeving die voorziet in compensatie voor patentrechten welke door de VS werden ingetrokken en in beloningen voor uitvindingen of ontdekkingen welke de vooruitgang van het kernonderzoek bevorderden. Philips meent hier recht op te hebben; ze is in 1932 al begonnen met nucleair onderzoek. Volgens de AEC is de wetgeving niet geschreven voor buitenlandse patenten en is de eis niet ingediend binnen de verjaringstermijn.
Nederland en het NPV
Nederland ondertekent het Non-Proliferatie Verdrag, het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens. Hoewel Nederland zegt dit verdrag te zien als een belangrijke stap naar een veiligere wereld, is ze voorlopig niet van plan het verdrag te ratificeren, voordat over de kwestie van controle overeenstemming is bereikt tussen Euratom (met als leden, Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de Benelux-landen) en de IAEA. Die onderhandelingen tussen Euratom en IAEA duren heel lang en Nederland (net als alle Euratom-landen behalve Frankrijk) zal het NPV pas in 1975 ratificeren!
Het verdrag wordt op 5 maart 1970 van kracht, nadat 3 kernwapenstaten (VK, USA en USSR) en 40 niet-kernwapenstaten het verdrag geratificeerd hebben.
Link naar het Non-Proliferation Treaty [pdf]
Nederland ratificeert nu pas NPV
Omdat Nederland graag wil zijn bij de eerste Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag (een evaluatie die elke 5 jaar plaats vindt) gaat de Tweede Kamer in alle haast akkoord met ratificatie van het al in augustus 1968 door Nederland ondertekende verdrag. Dat heeft zo lang geduurd door de Euratom-IAEA onderhandelingen over allerlei verificatie maatregelen en inspecties. Ten aanzien van het laatste punt wordt in de op 5 april 1973 getekende overeenkomst gesteld, dat IAEA-inspecteurs zich in het algemeen zullen beperken tot observatie van de werkzaamheden van Euratom-inspecteurs. De inspecteurs van de IAEA kunnen slechts onder bepaalde omstandigheden zelfstandig ‘bijzondere inspecties’ uitoefenen. Het Euratom-IAEA verdrag treedt pas op 21 februari 1977 in werking.
Het is wel zo dat Nederland vanaf moment van ondertekening (van het NPV) gehouden is zich overeenkomstig het Verdrag te gedragen totdat ratificatie een feit is. Mocht het Verdrag onverhoopt dan door het parlement verworpen zijn en gaat daardoor ratificatie niet door, dan is pas daardoor een land alsnog ontheven van zijn verplichtingen voor de toekomst. Probleem is wel dat tot ratificatie er geen IAEA-controles plaats vinden. Voor Nederland geld echter sowieso de Euratom-controle. Een belangrijk verschil tussen die twee is dat de IAEA (eventuele) overtredingen aan de VN-veiligheidsraad rapporteert en bij Euratom is de hoogste instantie de gezamenlijk betrokken landen. Wanneer bij dubieuze praktijken de Euratom landen elkaar dekken, is dat het eindstation.
VS: Carter's NPA aangenomen; gevolgen voor HFR
In de VS zijn door president Carter een aantal beleidsbeslissingen genomen, die nu resulteren in de ondertekening van de Nuclear Non-Proliferation Act. Dit houdt onder meer in dat in de VS civiele opwerking verboden wordt en in het algemeen het gebruik van stoffen die gebruikt kunnen worden voor kernwapens moeten worden beperkt. Voor de HFR heeft dat tot gevolg dat a- de HEU-splijtstof niet langer naar Mol (België) gestuurd mag worden voor opwerking, maar naar Savannah River in de VS moet, en b- dat de HFR over moet stappen naar laagverrijkt uranium (ipv. 90% - 20 %), wat minder geschikt is voor kernwapens. Landen die HEU krijgen van de VS hebben twee jaar de tijd om te onderhandelen over andere brandstof, maar moeten wel binnen 30 dagen laten weten te willen onderhandelen. Nederland (& Euratom) doet dat niet en in mei komt het bericht dat de VS gestopt is met levering van brandstof (in de pers wordt ook de relatie gelegd met de Molukse gijzelingsacties en slechte beveiliging). Volgens de ECN is “de VS niet het enige land dat HEU kan leveren“ en hebben ze voorlopig nog voldoende splijtstof. Ook de IRI in Delft krijgt geen splijtstof meer. Maar de uitgewerkte brandstof van zowel de IRI als de HFR wordt vanaf nu wel naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is toch verboden in de VS?
Ongeluk Harrisburg
In de Amerikaanse centrale Harrisburg (op Three Mile Island) valt een koelingspomp uit en geeft een lampje in de controleruimte de verkeerde stand van een aflaatklep aan. Noodsystemen treden in werking maar door slecht functionerende kleppen, blijft het waterniveau in het primaire koelcircuit zakken, komt de kern droog te liggen, smelt gedeeltelijk en er komt 15 uur lang radioactiviteit vrij. Pas na 8 uur komt er weer water in het primaire circuit, werken de pompen weer en neemt druk en temperatuur in de kern af. Gelukkig explodeert het in de reactor gevormde waterstofgas niet. Omdat de situatie een aantal dagen heel onduidelijk is worden zwangere vrouwen en kinderen verplicht geëvacueerd. Daarnaast gaan nog eens 200.000 mensen vrijwillig (?) weg uit de omgeving.
Pas in 1985 kan men het deksel van het reactorvat optillen en de schade in de kern opnemen: daaruit blijkt dat er meer splijtstof gesmolten is, dat de schade groter, de temperatuur hoger, het waterniveau lager en de belasting van het vat groter zijn geweest dan aangenomen. In 1993 is de brandstof verwijdert en de schoonmaak afgerond.
De Amerikaanse overheid heeft altijd volgehouden dat de ramp in Harrisburg geen gevolgen heeft gehad op de gezondheid van mens of omgeving. Onafhankelijke onderzoekers hebben deze beweringen steeds weer aangevochten.
In de 25 jaar na de ramp wordt in de VS geen kerncentrale meer besteld en 110 kerncentrales in aanbouw of gepland worden geannuleerd of omgebouwd tot conventionele centrale.
Tsjernobyl
Om 01.24 uur plaatselijke tijd, ontploft in de Sovjet-Unie (nu Oekraïne) de vierde reactor van het kerncentralecomplex in Tsjernobyl. De reactor was net in bedrijf en een aantal tests moesten nog worden gedaan. Een daarvan leidt tot de grootste kernramp uit de geschiedenis van het nucleaire tijdperk. Op 28 april dringt het nieuws langzaam de rest van de wereld binnen als een verhoging van de in Zweden gemeten radioactiviteit niet van de plaatselijke kerncentrales blijkt te komen, maar van een kerncentrale een paar duizend kilometer verderop.
Nederland is (net als alle andere landen) niet voorbereid: er komt een crisiscentrum en een informatiecentrum en een aantal maatregelen wordt vastgesteld die genomen moet worden in geval de radioactieve wolk Nederland bereikt. Er worden, uitsluitend voor jodium, normen vastgesteld waarboven voedsel en melk niet meer geconsumeerd mag worden: voor groente is dat 1300 becquerel per kilo en voor melk 500 Bq per liter. Ter vergelijking: in de jaren 50 werden de bovengrondse kernproeven stopgezet omdat men bij proeven in voedsel 10 Bq per kilo aantrof! Eind mei komen er in Europees verband ook normen voor cesium: voor groente 600 Bq per kilo en 370 Bq per liter melk. Op 1 januari 1990 gaan nieuwe normen van kracht: in melk mag 500 Bq jodium plus 1000 Bq cesium; in groente 2000 Bq jodium plus 1250 Bq cesium. Deze normen, vastgesteld door de Europese Commissie, terwijl het parlement veel strengere normen wilde, zijn, hoewel met goedkeuring van Nederland genomen, nooit in het Nederlandse parlement besproken.
Op 2 mei komt de Tsjernobyl-wolk Nederland binnen drijven. Op 3 mei moeten de koeien uit de wei, omdat het gras te radioactief is, op 9 mei mogen ze weer terug de wei in. Van 7 tot 10 mei wordt de spinazie doorgedraaid, mensen worden aangeraden die uit hun eigen tuin ook te vernietigen. Maar de cesiumwolk komt niet boven Nederland. “we hebben al met al veel geluk gehad”, zegt Landbouw minister Braks.
Het ongeluk gebeurt 3 weken voor de Tweede Kamerverkiezingen en heeft onmiddellijk invloed op de partijstandpunten, maar ook op de besluitvormingsprocedure rond nieuwe kerncentrales. De (al gevorderde) plannen gaan de la in en er komt een ‘herbezinning’ op kernenergie.
Een uitgebreide chronologie van de gebeurtenissen
Deelstaat tegen ingebruikname Kalkar
De bouw van Kalkar is ongeveer gereed en wacht op de laatste (deel-)vergunningen van de deelstaat. De minister-president van Noordrijn-Westfalen Rau, heeft op 4 juni al gezegd dat hij er alles aan zal doen om er voor te zorgen dat de kweekreactor in Kalkar niet in bedrijf komt. Een maand later op 11 juli, besluit ook een meerderheid van het deelstaatparlement Kalkar niet in bedrijf te nemen. Formeel heeft de deelstaat daar niets over te zeggen; dat besluit kan alleen in Bonn genomen worden, maar het moet wel de vergunningen afgeven. Op 21 juli zegt de deelstaat dan ook formeel dat ze de laatste vergunningen niet zal afgeven: er zijn fouten gemaakt bij de bouw, verscheidene veiligheidssystemen deugen niet en er is twijfel over de beheersbaarheid van het proces. De federale regering probeert de deelstaat te dwingen om toch de vergunning af te geven.
Fukushima
Een 9.0 aardbeving en tsunami teisteren de oostkust van Japan. De reactoren in Fukushima (3 in bedrijf, 3 stilgelegd) ondervinden grote problemen. In de dagen daarna vinden explosies plaats en enorme hoeveelheden straling komen vrij via lucht en water. Er worden 155.000 mensen uit een 20 kilometer zone geevacueerd. De reactoren zijn oncontroleerbaar en naar later bekend wordt houdt de regering er zelfs rekening mee dat 20 miljoen mensen in Tokio (op 200 km afstand) ontruimd moet worden. Dat gebeurd niet en zelfs de stad Fukushima (300.000 inwoners op 60 km afstand) word niet ontruimd hoewel de straling hoger is dan in de geevacueerde gebieden rond Tsjernobyl: de normen voor de toegestane jaarlijkse hoeveelheid straling worden verhoogd. Pas in december 2011 wordt door de regering het sein ‘cold shutdown’ gegeven. Het bassin waar in de brandstof van reactor-4 is opgeslagen is een jaar later nog een grote dreiging door de instabiliteit. Bij instorting bestaat het gevaar dat er nog eens 10 tot 85x zoveel radioactiviteit als in 1986 in Tsjernobyl vrijkomt.
Wereldwijd krijgt kernenergie klappen op het moment dat het leek alsof er sprake was van een opleving. Duitsland besluit de laatste kerncentrale in 2022 te stoppen; Italie stemt massaal tegen in een referendum om opnieuw met een kernenergie-programma te starten, Zwitserland besluit op termijn met kernenergie te stoppen.
Het officiele onderzoeksrapport dat in juli 2012 wordt gepubliceerd maakt melding van te nauwe banden tussen de kernenergie-industrie, toezichthouders en politiek. Daardoor, stelt ze, is het een ‘man-made’ ongeluk, dat voorkomen had kunnen worden. Ook stelt de commissie vast dat na de aardbeving, maar voor de tsunami, al belangrijke veiligheidssystemen uitgevallen waren.