- Locatiekeuze:
- discussie over en procedures om een specifieke locatie te vinden voor een specifieke bezigheid
Moerdijk en NOP vallen af voor kerncentrale
Moerdijk en de Westelijke Noordoostpolder vallen af als mogelijke locatie voor een kerncentrale. Dit blijkt uit Deel 3 van het derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III), waarin de reactie van het Kabinet op de inspraakprocedure op het ontwerp van de Planologische Kernbeslissing (deel 1). Deel 2 bevat de reacties op dat ontwerp. De SEV III wijst locaties aan voor de vestiging van elektriciteitscentrales van 500MW en groter, en traces voor hoogspanningsverbindingen van 220kV en meer. Over de locaties voor nieuwe kerncentrales staat er: "Het kabinet handhaaft het waarborgingsbeleid kernenergie voor de locaties Eemshaven, Maasvlakte 1 en Borssele. Het waarborgingsbeleid is niet meer van toepassing op de locaties Westelijke Noordoostpolder en Moerdijk."
NRG: Petten voorkeurslocatie voor Pallas
Na een aantal keren te zijn uitgesteld, komt NRG zoals verwacht met Petten als voorkeurslocatie voor de nieuwe Pallas reactor. Doorslaggevende argumenten: in Petten is de volledige nucleaire infrastructuur aanwezig die voor een belangrijk deel noodzakelijk is om Pallas te bedrijven en de producten uit de reactor verder te bewerken. Verplaatsing van deze infrastructuur naar Zeeland vraagt aanzienlijke extra investeringen. En in Petten zijn deskundige en hoogopgeleide medewerkers op het gebied van nucleaire technologie beschikbaar. Migratie hiervan naar Zeeland is complex.
De "definitieve locatiekeuze wordt in het voorjaar van 2010 gemaakt", laat NRG weten, waardoor, zoals de PZC het omschrijft, Zeeland wordt uitgenodigd "met voldoende geld op de proppen te komen". Noord-Holland heeft 40 miljoen euro toegezegd.
Inpassingsplan nieuwe kerncentrales
Op 13 april laat minister Verhagen weten dat er vóór 2020 niet meer dan 1 kerncentrale gebouwd kan worden op de locatie Borssele. Het kabinet wil haast maken met de procedures en Verhagen "verwacht het definitieve MER en het ontwerpinpassingsplan in de eerste helft van 2012 afgerond te hebben."
De conclusies of nieuwe kerncentrales ruimtelijk inpasbaar zijn:
- Uit onderzoek naar de koelwatersituatie, de ruimtelijke inpasbaarheid en de mogelijkheid tot aansluiting op het hoogspanningsnet lijkt de realisatie en ingebruikname van twee nieuwe kerncentrales van ieder maximaal 2500 Mwe vóór 2020 op voorhand zeer problematisch. Ook de gelijktijdige bouw van 2 kerncentrales van ieder 1650 MWe kent dezelfde praktische problemen
- Het is vanuit ruimtelijke inpasbaarheid wel mogelijk om twee kerncentrales na elkaar te realiseren. In dat geval is het niet mogelijk om beide centrales voor 2020 gerealiseerd te krijgen. Daarnaast blijft de problematiek ten aanzien van de beperkte beschikbaarheid van koelwater bestaan.