- Locatiekeuze:
- discussie over en procedures om een specifieke locatie te vinden voor een specifieke bezigheid
Besluitvorming kerncentrales opgeschort
Op 1 mei had de regering al laten weten dat de (op 21 april naar 6 mei uitgestelde) uitgebreide commissievergadering over de PKB vestigingsplaatsen zal worden uitgesteld. Op 7 mei wordt in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de hele besluitvorming rond nieuwe kerncentrales wordt opgeschort om eerst meer informatie te verzamelen over het ongeval in Tsjernobyl.
De regering besluit echter de PKB wel te handhaven. Handhaven van die procedure heeft voor de regering een groot voordeel: na een besluit dat er nieuwe kerncentrales moeten komen, kunnen de vestigingsplaatsen meteen worden vastgesteld, zonder inspraak van de bevolking (die is immers al geweest). Dit gaat het zgn. ‘Waarborgingsbeleid vestigingsplaatsen kerncentrales’ heten.
Afvalcomplex naast kerncentrale in Borssele
Nadat Winsemius in april opeens had laten weten dat de Covra (en niet de verantwoordelijke ministers) de uiteindelijke locatie kan bepalen, kiest de organisatie nu voor een PZEM-terrein pal naast de kerncentrale in Borssele als de toekomstige locatie voor interim-opslag van radioactief afval. Belangrijkste overwegingen daarvoor zijn: minimale wederzijdse veiligheidsbeïnvloeding tussen omgeving en vestiging; kostprijstechnisch zo verantwoord mogelijk en eenvoud en eenduidigheid van de nog te nemen planologische en procedurele stappen. Winsemius gaat akkoord. De kosten voor de aankoop van het terrein worden geschat op 22 tot 26 miljoen gulden. In augustus was al een locatie-onafhankelijke MER aangevraagd. Door de Covra wordt verwacht dat “medio 1987 vergunningsaanvraag en MER zullen worden ingediend.“ Covra verwacht dat in 1990 het afval uit de opwerkingsfabrieken terug zal komen waar dan een speciale voorziening (de HABOG) voor klaar moet zijn.
Onrust Borsele over locatie Covra
De Covra belegt een besloten vergadering met de gemeenteraad van Borssele over hun plannen met het afvalverwerking en –opslag complex op de 29 hectare van de PZEM aangekochte locatie vlak achter de kerncentrale. Vooral het gebrek aan openheid van de Covra, in tegenstelling tot wat beloofd was, zet veel kwaad bloed. Het is de ouverture van veel onrust in het dorp. Als in de zomer van 1987 de bevolking geconfronteerd wordt met de precieze locatie (600 meter van de dorpskern) neemt de onrust nog verder toe.
Verbod bestemmingsplan mag niet
De Kroon beslist dat het bestemmingsplan van de gemeente Borsele ten onrechte de komst van een kerncentrale verbiedt. De PZEM had beroep aan getekend tegen de beslissing van de gemeenteraad in 1982 om in een straal van 1000 meter van omliggende dorpen geen kerncentrale, productie van splijtstof of opwerking toe te staan. Bij de beslissing van de Kroon speelt ook mee dat de gemeenteraad aangeeft bereid te zijn het plan aan te passen als het kabinet tot de bouw van kerncentrales besluit.
Gevolgen van groot ongeluk
Het Kabinet stuurt opnieuw een aantal rapporten naar de Kamer in het kader van het project ‘Herbezinning Kernenergie’. Het zijn onderzoeken van het ECN over de gevolgen van een groot ongeluk: over aantallen slachtoffers (“geen directe doden, op korte termijn, bij ongunstige weersomstandigheden tussen 0-1000, op lange termijn neemt de kans om aan kanker te overlijden toe“) en over de economische schade na een groot ongeluk (“f 16 miljard, tenzij Rotterdam getroffen wordt door ongeluk in kerncentrale Moerdijk, dan f 30 miljard.“) Er is veel kritiek: de gevolgen worden enorm onderschat.
Kerncentrale moet mogelijk zijn in bestemmingsplan
Het Rijk wil dat Rotterdam de komst van een kerncentrale op de Maasvlakte niet onmogelijk maakt in haar bestemmingsplan. Volgens het zgn. ‘Waarborgingbeleid vestigingsbeleid kerncentrales’ moet de vestigingsplaats mogelijk blijven. De gemeente heeft dat, met goedkeuring van de provincie, in haar bestemmingsplan onmogelijk gemaakt.
OPLA: 7 zoutkoepels geschikt
De OPLA komt met het 'Aanvullend Onderzoek Fase 1'. De totale kosten van het Aanvullend Onderzoek zijn opgelopen tot 29 miljoen gulden (oorspronkelijk was Fase 1 begroot op f 17 miljoen en een looptijd van twee jaar, nu heeft het in totaal bijna 10 jaar geduurd en f 66 miljoen gekost). Een belangrijk thema in dit rapport zijn de rekenmodellen om de veiligheid van de opslag te kunnen berekenen. Van de geleverde kritiek op de modellen, de onzekerheid van model voorspellingen, is weinig in het rapport terug te vinden. Dat, terwijl de conclusie in een RIVM studie (in gewoon Nederlands) is dat veiligheidsmodellen niet kunnen worden getoetst omdat daarvoor dertig tot vijftig procent van de totale opslagtijd van enkele honderdduizenden jaren nodig is.
Een bijlage geeft een nieuwe lijst van geschikte zoutkoepels, gemaakt door het RGD. De algemene voorwaarden waar opslag in zout aan moet voldoen zijn gewijzigd en aan deze eisen voldoen 7 zoutkoepels: Ternaard in Friesland; Zuidwending, Pieterburen, Onstwedde en Winschoten in de provincie Groningen; Schoonlo en Gasselte-Drouwen in Drenthe. Op ambtelijk niveau komt er geen advies om over te gaan tot proefboringen en de Tweede Kamer neemt het OPLA advies voor kennisgeving aan.
Kerncentrale in de NOP moet mogelijk blijven
Ook de provincie moet in haar Streekplan Flevoland de mogelijkheid open houden dat er een kerncentrale wordt gevestigd op de Westelijke Noordoostpolderdijk. Gedeputeerde Staten had in het streekplan de vestiging van een kerncentrale willen voorkomen zolang voor veiligheid en afval geen afdoende oplossingen worden geboden. Maar de minister houdt op advies van de Rijksplanologische Commissie vast aan dit ‘Waarborgingsbeleid’.
Minister dreigt met ‘aanwijzing’ mogelijkheid opslag
Opnieuw dreigt de Rijksoverheid passages uit een provinciaal streekplan te vernietigen. In het Streekplan Fryslân van de provincie Friesland staat dat Friesland nimmer zal meewerken aan de bouw van een kerncentrale en ook dat de ondergrondse opslag van radioactief of chemisch afval taboe is (net als gaswinning onder de Waddenzee). Voor minister Winsemius (VROM) is het nu menens, schrijft hij: VROM legt al drie jaar uit dat het Streekplan in strijd is met het Rijksbeleid en spreekt zijn teleurstelling uit over het feit dat de provincie volhardt. Als laatste middel kan de minister besluiten om 'aanwijzingen' te geven, wat neerkomt op het overschrijven van de provinciale plannen. Friesland heeft nog nooit te maken gehad met het zware middel van een aanwijzing, maar de provinciale politiek ziet in de laatste waarschuwing geen aanleiding om de gevraagde aanpassingen alsnog te doen. Ook zo'n aanwijzing zal aan de Tweede Kamer moeten worden voorgelegd en, zo is de verwachting, die zal zich niet zomaar achter VROM scharen.
Mogelijke locaties kerncentrales blijven gehandhaafd
In juli 2007 heeft de minister van VROM al meegedeeld dat het ‘waarborgingsbeleid kerncentrales’ van kracht blijft. Nu stemt de ministerraad in met het derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III). Dit is de planologische kernbeslissing (pkb) waarin ruimte wordt gereserveerd voor grootschalige productie en transport van elektriciteit. In het SEV III zijn ook de vijf locaties opgenomen waarvoor het waarborgingsbeleid kernenergie vooralsnog blijft gehandhaafd. Het gaat hier om de locaties Moerdijk, Westelijke Noordoostpolderdijk, Maasvlakte, Eems en Borssele. Moerdijk en Westelijke Noordoostpolderdijk scoren slecht in het kader van het SEV III verrichte globale onderzoek. Op basis van nader onderzoek volgt in de pkb deel 3 definitieve besluitvorming over het handhaven of laten vallen van waarborgingslocaties.