- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
Vergunning voor hoogactief radioactiefafval bij Covra
De Raad van State beslist dat hoogradioactief afval uit de HFR tijdelijk opgeslagen mag worden in de gebouwen voor laag- en middenradioactief afval bij de Covra. De Raad van State vindt dat de klagers, w.o. Greenpeace, onvoldoende aan hebben kunnen tonen dat de opslag niet kan.
Greenpeace wees er op dat de MTR-2 containers die gebruikt gaan worden, niet in de VS gecertificeerd zijn. De 400 splijtstofelementen zullen in fases van Petten naar Vlissingen-Oost vervoerd gaan worden. Wanneer Greenpeace in beroep gaat tegen de transportvergunning zegt de landsadvocaat op de zitting eind april dat conversie naar laagverrijkt uranium niets meer uit zal maken: het afval moet hier in Nederland opgeslagen worden. Ook Europa (Euratom) wil dat het afval hier blijft: het heeft namelijk een contract met de Covra afgesloten ter waarde van 90 miljoen gulden. En Covra heeft al met een schadeclaim gedreigd. Minister Pronk stelt het afgeven van de transport-vergunning uit tot oktober, maar zegt dat de HFR in elk geval niet gesloten zal worden, hoewel hij eerder verklaard heeft dat de reactor in juli echt gesloten wordt als er dan geen oplossing is. Hij geeft toestemming splijtstofelementen tijdelijk op te slaan in transportcontainers in het HFR-gebouw. Drie-kwart van de Zeeuwen is tegen de opslag.
Ontmanteling reactorgebouw BARN afgerond
De ontmanteling van de BARN-reactor in Wageningen wordt in de zomer van 1999 met de sloop van de laatste delen van het reactorgebouw afgerond. Nadat de reactor in 1980 was stilgelegd en de buitenbedrijfstelling in 1984 was afgerond werd in 1996 met de feitelijke sloop begonnen, nadat men in eerste instantie een wachttijd van 40 jaar had voorzien. Maar oa. omdat het hele ITAL-terrein per 20 juli 1992 overgedaan is aan Staatsbosbeheer, begint in juni 1996 de ontmanteling. Het terrein behoord schoon overgedragen te zijn aan Staatsbosbeheer, maar als in augustus 2001 krakers op het terrein gaan wonen, wordt Laka ingeschakeld om metingen te verrichten. Men constateert besmettingen in sommige gebouwen en zelfs een ‘vergeten’ radioactieve bron, die er volgens een ambtenaar van het ministerie “door de krakers zelf wel kan zijn neergelegd.“ In januari 2002 verlaten de laatste krakers het terrein na een rechterlijke uitspraak en worden de laatste gebouwen gesloopt. Het terrein wordt onderdeel van een natuurgebied.
HFR schakelt om: afval kan naar de VS
Uit een brief van de EU (onder druk van Greenpeace openbaar gemaakt) blijkt dat de Verenigde Staten bereid zijn 800 splijtstofelementen naar de VS te vervoeren en daar op te slaan. Daardoor lijkt de opslag bij de Covra in het gebouw voor laag- en middelactief afval overbodig. Er is dan ruimte om te wachten op het gereed komen van het HABOG, het gebouw voor hoogradioactief afval. Het vervoer naar de VS is mogelijk omdat Euratom heeft laten weten de HFR gereed te maken voor het gebruik van laagverrijkt uranium, een eis van de Verenigde Staten van Amerika.
RvS: Transport vergunningen ongeldig
Nadat eind december ‘98 transporten naar de opwerkingsfabrieken weer zijn toegestaan, vraagt Dodewaard (eigenlijk vervoerder BNFL) onmiddellijk een vergunning aan voor transport via een Nederlandse haven. Minister Pronk maakt in februari 1999 al duidelijk dat er wat hem betreft geen haast is bij het afgeven van de vergunning, maar geeft op 21 juli toch een vergunning af. De bestraalde splijtstof zal in de haven van Vlissingen worden overgeslagen op een schip dat het naar Sellafield zal brengen. Maar op 29 november vernietigd de Raad van State de transportvergunning naar Sellafield, en ook die van de HFR-brandstof naar de COVRA.
Rapportage storingen kerncentrales 1999
In 1999 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 14 storingen voorgedaan: 8 in Borssele, 1 in de reeds gesloten Dodewaard-centrale. Verder zijn er 5 storingen geweest bij de HFR, Covra en Urenco. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1999 van de Kernfysische Dienst publiceert op 18 juli 2000.