- Onderzoeksreactoren:
- Test- en onderzoeksreactoren in Nederland
- KSTR Arnhem:
- De KEMA Suspensie Test Reactor en de voorganger, de subkritische nul-energie-reactor op het KEMA-terrein in Arnhem.
- Vergunningen:
- (juridische) procedures van en bezwaren tegen vergunningen en bestemmingsplannen voor specifieke bezigheid of installatie
KEMA: KSTR opstartproblemen
Nadat het reactorvat en de warmtewisselaar voor de KSTR in 1971 zijn geleverd, werd de bouw van de reactor, vijf jaar later dan gepland, afgerond. Aangekondigd wordt dat de reactor in mei 1972 voor het eerst met verrijkt uranium zal worden beproefd en voor het eerst kritisch zal worden. De KSTR is een grotere versie van de zgn. nulenergie-reactor die van 1956/57 tot ongeveer 1967 in bedrijf is geweest en in 1977 zal worden ontmanteld.
Pas in september ’72 vraagt de KEMA een Kernenergiewetvergunning aa voor “het in werking stellen of kritisch maken van een suspensie test reactor.“ De aanvraag wordt op 14 december door de gemeente Arnhem gepubliceerd. Er zal dan “op een nog nader in de pers aan te kondigen tijdstip“ een hoorzitting volgen. Zowel de KEMA als de regering zeggen dat een hoorzitting niet meer zal zijn dan een ‘voorlichtingsbijeenkomst’ omdat toestemming voor het inwerking stellen al verscholen zou liggen in de Hinderwet vergunning van 1957.
Volgens minister Langman (EZ) is er tot en met 1972 al 96 miljoen gulden uitgegeven aan ‘het project’ KSTR. f 50 miljoen daarvan is opgebracht door de elektriciteitsbedrijven via een directe heffing op de elektriciteitsrekening. Begin september had de KEMA nog met nadruk verklaard de reactor snel op te starten. Later, veel later, wordt bekend (als bijzin in een boek uit 2000) dat er ergens in die periode (ws. in de tweede week van september 1972), bij een poging om de reactor kritisch te maken, de pen van de schrijver (die de neutronen registreert) met een klap in de hoek slaat. De uitschieter is zo sterk dat de Kernfysische Dienst verbiedt door te gaan: er moeten eerst veranderingen aangebracht worden om een herhaling te voorkomen. En voor een prototype (waar nog steeds sprake van is) zal het hele ontwerp nog weer ingrijpend veranderd moeten worden. Men weet eigenlijk dan al dat daar geen geld voor zal zijn en besluit de proefperiode af te maken (1977) en er daarna mee te stoppen. Over het ongeluk wordt niets naar buiten gebracht, Went verklaart dat er “slechts kinderziektes“ zijn. Het is onduidelijk of naar aanleiding hiervan de vergunning is aangevraagd, maar die aanvraag zal grote consequentie hebben (en toch ook weer niet).
Hoorzitting KSTR
Na enkele malen uitgesteld te zijn vindt de langverwachte hoorzitting over de vergunning van de KSTR plaats. De minister vindt het niet nodig een belangrijk Engelstalige rapport van een internationaal panel over de veiligheid van de KSTR (dat notabene enkele maanden eerder nog volgens de regering “een belangrijke rol zal spelen bij de uiteindelijke beslissing voor het afgeven van de vergunning“ in het Nederlands te vertalen. Hij is van mening dat het rapport sowieso alleen leesbaar is voor mensen die ook in staat zijn om de Engelse tekst te vertalen. De hoorzitting staat vooral in het teken van een week eerder uitgegeven verklaring van Milieudefensie dat de KSTR illegaal gebouwd is: de hinderwetvergunning uit 1957 is immers in 1965 geannuleerd. Milieudefensie dringt er bij de Tweede Kamer op aan de verantwoordelijke ministers beter te controleren.
KEMA krijgt vergunning opstarten KSTR
Ondanks 1300 bezwaarschriften en ondanks het feit dat in februari 1973 al wel zo ongeveer duidelijk is dat de KSTR illegaal gebouwd is, verlenen de ministers van EZ en Volksgezondheid en Milieuhygiëne de KEMA toch een vergunning voor de KSTR. De vergunning is voor het “uitbreiden van haar voorzieningen met voorzieningen voor het vrijmaken van kernenergie, voor het lozen in lucht of water en voor het voorhanden hebben van natuurlijk of verarmd uranium, natuurlijk thorium, 93% verrijkt uranium en plutonium“. Ook hier wordt meteen beroep aangetekend, vooral door Milieudefensie Arnhem, die de volgende jaren een harde juridische strijd zal leveren. Op 22 mei, drie weken nadat ze de vergunning hebben gekregen en twee weken na een eerste poging die door kortsluiting mislukt, wordt de KSTR voor het eerst echt kritisch. Dat is precies twee jaar na de mededeling in mei 1972 dat de KSTR “komende zomer“ kritisch zou worden. Toen was de reactor al een jaar subkritisch geweest.
Vergunning KSTR nietig verklaard
Na jaren procederen is er een Koninklijk Besluit die de vergunning van 1-5-1974 voor de KSTR nietig verklaard. Al eerder heeft de kerngroep van Milieudefensie in Arnhem gelijk gekregen en de hinderwetvergunning van 1957 nietig verklaard gekregen. Daar de vergunning van 1974 een wijzigingsvergunning is (voor het uitbreiden van activiteiten) van de nietig verklaarde 1957 vergunning is er geen andere mogelijkheid dan de vergunning van 1974 ook nietig te verklaren: men kan nu eenmaal geen vergunning geven voor het wijzigen van een niet-bestaande vergunning. Dit betekent in concreto dat alle genoemde nucleaire activiteiten door de KEMA sinds 1957 ZONDER vergunning gebeuren. Een pyrrus overwinning, want de experimenten rond de KSTR zijn enkele maanden geleden definitief stopgezet. En op 31 augustus besluiten de ministers dat ze niet gebruik zullen maken van hun recht het kernlab te sluiten: er wordt “al 20 jaar nuttig onderzoek verricht“ en oordelen “dat de vrees voor hinder en schade betrekking hadden op de KSTR (…) die in mei 1977 buiten werking is gesteld.“ In juli heeft de KEMA intussen een (nieuwe) vergunning aangevraagd voor verdere nucleaire experimenten.