- Verkiezingen:
- Stemverhoudingen, kabinet en kernenergie in de verkiezingsprogramma's
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Drees III
Bij deze verkiezingen behaalt de PvdA van premier Drees een goed resultaat en wordt zelfs qua stemmenaantal de grootste partij. De formatie leidt tot het derde kabinet Drees. Het kabinet bestaat uit ministers van de PvdA, KVP, ARP en CHU en een partijloze minister. Voor het eerst wordt kernenergie genoemd in een verkiezingsprogramma. Het zijn waarschuwende woorden van de PvdA: de mens moet de techniek beheersen, en niet andersom.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Drees IV
De nek-aan-nekrace tussen de KVP en PvdA wordt gewonnen door de PvdA. Pas in oktober resulteert een moeizame formatie in de voortzetting van de combinatie PvdA-KVP-ARP-CHU in het vierde kabinet-Drees.
Alleen de twee grootste partijen (PvdA en KVP) hebben een passage opgenomen over kernenergie in hun verkiezingsprogramma’s. KVP wil krachtige bevordering van de atoomenergie en ook PvdA is heel positief. Opmerkelijk want vier jaar daarvoor was het nog waarschuwend. Reden voor de koerswisseling is een rapport van het wetenschappelijk bureau: ‘De uitdaging van het atoom’
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-De Quay
Omdat de PvdA verliest bij deze door de val van het kabinet Drees vervroegde verkiezingen, wordt de KVP de grootste partij. De PSP verschijnt voor het eerst in de Kamer. In mei vormen KVP, CHU, ARP en VVD het kabinet-De Quay
De meeste partijen handhaven het programma van 1956, maar de ARP heeft een passage over kernenergie ("van vitaal belang") opgenomen.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Marijnen
De komst, met drie zetels, van de Boerenpartij, het verlies van de PvdA en het feit dat de KVP eenderde van alle zetels behaald, zijn de belangrijkste ontwikkelingen bij deze verkiezingen. In juli wordt de zittende combinatie voortgezet: KVP, VVD, ARP en CHU vormen het kabinet-Marijnen.
Vooral onder invloed van berichten over verhoogde straling door de vele bovengrondse kernproeven zijn er wat waarschuwingen, maar over het algemeen is er in programma’s (ARP, KVP, PSP en PvdA schenken er aandacht aan) een groot optimisme over wat kernenergie zal gaan brengen: “nieuwe mogelijkheden voor de vooruitgang van de gehele mensheid“, schrijft de PSP.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-De Jong
Een spectaculaire winst voor nieuwkomer D66 en flink verlies voor KVP en PvdA zijn de belangrijkste verschuivingen. In april komt het centrum-rechtse kabinet-De Jong tot stand, waaraan KVP, VVD, ARP en CHU deelnemen. Bij deze verkiezingen hebben voor het eerst 21- tot 23-jarigen actief stemrecht.
Alleen ARP (Nederland moet met de tijd mee), KVP (kernenergie voor stijgende energie-behoeften) en PvdA hebben iets over kernenergie in het programma. De PvdA lijkt iets terug te komen op haar eerdere optimisme en pleit er nu alleen maar voor dat kernenergie onder controle van de IAEA moet komen.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Biesheuvel
Grote winnaar is DS’70 van Drees jr. (nieuw met acht zetels). De zittende coalitie verliest haar meerderheid. De PPR komt, net als de Nederlandse Middenstandspartij, nieuw binnen met twee zetels. Door DS'70 bij de zittende combinatie te betrekken, kan in juli het kabinet-Biesheuvel worden gevormd. Bij deze verkiezingen is voor het eerst de opkomstplicht afgeschaft.
De CPN (alleen tegen Urenco waarin Nederland samenwerkt met de Bondsrepubliek), D66 (“krachtige sanering van de lopende projecten op het gebied van maatschappelijke toepassing van nucleaire energie is dringend noodzakelijk”) en de VVD (“kernenergie beloofd een rijke, goedkope en schone energiebron te worden“) hebben nu ook een passage over kernenergie in hun programma opgenomen. De PvdA is bezorgd over gebruik van vreedzame kernenergie voor militaire doeleinden, terwijl de ARP bezorgd is over de verontreiniging door radioactieve stoffen.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Den Uyl
Het politieke beeld verandert door de vervroegde verkiezingen door de val van het Kabinet-Biesheuvel op 29 november 1972 drastisch. KVP en CHU verliezen flink en PvdA en VVD winnen, terwijl ook de winst van de PPR fors is. Noch de vorige coalitie, noch de linkse partijen beschikken over een meerderheid. De formatie is zeer langdurig en leidt pas in mei 1973 tot de vorming van het kabinet-Den Uyl: PvdA, KVP, ARP, PPR en D66. Door de snelle verkiezingen handhaven vrijwel alle partijen hun programma uit 1971.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Van Agt
Grote winnaar is de PvdA Ook de VVD en D66 doen het goed. Het CDA, dat voor het eerst deelneemt, behaalt één zetel winst ten opzichte van het gezamenlijke resultaat van ARP, CHU en KVP in 1972. De winst van de PvdA gaat ten koste van klein-links. Ook klein-rechts verliest. Na een zeer langdurige formatie, waarbij eerst wordt gepoogd een tweede kabinet-Den Uyl te vormen (als grote winnaar van de verkiezingen), wordt in december het (CDA-VVD) kabinet-Van Agt geformeerd.
Volgens het programma van het CDA is met de toepassing van kernenergie “uiterste terughoudendheid geboden”, terwijl ze in het vorige kabinet nog de grote instigator waren voor het besluit tot de bouw van kerncentrales. De CPN vindt dat kernenergie een overheidstaak moet zijn, en D66 vindt dat zolang de problemen niet zijn opgelost het “praktisch gebruik“ niet verder uitgebreid moet worden. De PPR en PSP profileren zich als tegenstanders en PvdA is wat halfslachtig: geen nieuwe kerncentrales en geen vervolg voor Kalkar en UCN. De SGP vindt dat voorzichtigheid geboden is, maar sluit nieuwe kerncentrales niet uit.
Tweede-Kamerverkiezingen, vorming kabinet-Van Agt II
Grote winnaar van de verkiezingen is D66. De 'grote drie' CDA, PvdA en VVD verliezen. Winnaars zijn verder de RPF, de PSP en de CPN. Door het verlies van CDA en VVD verliest ook de regeringscombinatie haar meerderheid. De formatie resulteert in september in het tweede kabinet-Van Agt, waaraan CDA, PvdA en D66 deelnemen.
Het jaar met de meeste woorden gewijd aan kernenergie in de verkiezingsprogramma’s: het publieke debat staat op scherp.
Het CDA vindt “verdere bouw van kerncentrales (….) thans niet toelaatbaar, D66 wil ook Borssele en Dodewaard zo snel mogelijk gesloten net als PvdA die dat “zo snel als technisch mogelijk“ wil. De VVD wil na zorgvuldige afweging van alle relevante afwegingen snel een beslissing over de uitbreiding van het aantal kerncentrales. Verder vindt ze dat de overheid verantwoordelijk is om “juiste en evenwichtige voorlichting over de kernenergie te bevorderen, zodat onnodige ongerustheid wordt weggenomen.“ Klein-links is tegen en klein-rechts vindt dat er ("helaas" zegt de SGP) niet te ontkomen is aan kernenergie.
Tweede-kamerverkiezingen, vorming kabinet-Lubbers
Door het al snel vallen van het kabinet Van Agt/DenUyl, schrijft het minderheidskabinet Van Agt vervroegde verkiezingen uit, waarbij de VVD tien zetels wint. De PvdA herstelt zich van een zware nederlaag bij de Statenverkiezingen van maart. Grote verliezer is D66. In november bereiken CDA en VVD een akkoord over de vorming van het eerste kabinet-Lubbers.
De positie van de partijen in dit kabinet dat in 1985 zal besluiten tot de bouw van kerncentrales is verschillend, maar niet bepaald uitgesproken pro-kernenergie. CDA “verdere bouw van kerncentrales achten wij thans niet toelaatbaar“ en de VVD vindt dat, gezien de energiebehoefte en de uitslag van de BMD (die nog lang niet afgelopen is), zo snel mogelijk een beslissing moet worden genomen “over het al dan niet uitbreiden van het aantal kerncentrales.“ Alle andere partijen die zich over kernenergie uitspreken (behalve de SGP) zijn tegen. Zo vindt de PvdA dat de kerncentrales “zo snel als technisch mogelijk“ gesloten moeten worden.