- Ongelukken:
- storingen en ongelukken in installaties of tijdens transport (niet volledig). Vanaf 1980 wordt er een jaarlijks een overzicht gepubliceerd, maar alleen van Dodewaard en Borssele en vanaf 1996 van alle nucleaire installaties. Voor 1980 zelf een overzicht gemaakt
Dodewaard: ‘opbranden’ van tijdelijk personeel
Al maandenlang zijn er berichten over problemen in de kerncentrale van Dodewaard: een scheurtje in het reactorvat, vervijfvoudiging van de stralingsbelasting van het personeel in drie jaar, het ‘opbranden’ (snelle maximale jaardosis) van tijdelijk personeel, onveilige transporten van radioactief afval naar de RCN in Petten (op de vrachtbrief: "vaten met hoge straling, deze in het midden plaatsen"), het verzwijgen van storingen, etc. In de Volkskrant verschijnen de eerste berichten van “een kernfysicus waarmee wij spraken.“ De centrale maakt ook dan bekend dat er al sinds het jaar daarvoor brandstof met plutonium (‘MOX’) wordt gebruikt. In de uitvoerige antwoorden van de betrokken ministers op kamervragen op 26 april, worden de problemen niet ontkend, zelfs gezegd dat ze al lang bekend zijn bij de overheid, maar de bewindslieden zien geen reden hun beleid te herzien.
Corrosieproblemen in Dodewaard
Het lijkt een rampjaar te worden voor de centrale in Dodewaard. Hoewel het bij het beantwoorden van de Kamervragen al bekend was, werd er met geen woord over gerept, maar nu wordt duidelijk dat de centrale stilgelegd is en maanden stil zal liggen voor reparaties. Al in 1971 zijn stalen bouten bezweken, wellicht door ‘metaalmoeheid’, en in januari is er al een reparatie bij het reactorvat uitgevoerd waarbij 25 technici in drie kwartier hun maximale jaarlijkse stralingsdosis ontvingen (nadat ze tot ‘radiologische werker’ waren benoemd, en dus meer straling mochten ontvangen). Ook is het onduidelijk wat er moet gebeuren met de drab die zich ophoopt op de bodem van het reactorvat: het zijn corrosieproducten. De regering weigert echter een onafhankelijke stralingscontroledienst toezicht te laten houden. De centrale gaat eind juli weer in bedrijf.
Teveel radioactief afval: elk jaar dumpingen
Vanaf dit jaar vinden elk jaar dumpingen in zee plaats. De hoeveelheid LAVA/MAVA is zo toegenomen dat 1x per twee jaar niet meer voldoet. Bij het vervoer in juni van het afval van Dodewaard naar Petten, raakt het binnenvaartschip besmet door lekkende vaten. Blijkbaar zo erg dat “de hele buikdenning” er op een werf in Schagen uit gehaald moet worden.
Ook in 1972 wordt de London London Dumping Convention (voluit: ‘Convention on the Prevention of Marine Pollution by Dumping of Wastes and Other Matter’) opgesteld. In 1973 ratificeert Nederland het verdrag wat eigenlijk opgesteld is om wetgeving te creëren voor het dumpen van radioactief afval in zee.
KEMA: KSTR opstartproblemen
Nadat het reactorvat en de warmtewisselaar voor de KSTR in 1971 zijn geleverd, werd de bouw van de reactor, vijf jaar later dan gepland, afgerond. Aangekondigd wordt dat de reactor in mei 1972 voor het eerst met verrijkt uranium zal worden beproefd en voor het eerst kritisch zal worden. De KSTR is een grotere versie van de zgn. nulenergie-reactor die van 1956/57 tot ongeveer 1967 in bedrijf is geweest en in 1977 zal worden ontmanteld.
Pas in september ’72 vraagt de KEMA een Kernenergiewetvergunning aa voor “het in werking stellen of kritisch maken van een suspensie test reactor.“ De aanvraag wordt op 14 december door de gemeente Arnhem gepubliceerd. Er zal dan “op een nog nader in de pers aan te kondigen tijdstip“ een hoorzitting volgen. Zowel de KEMA als de regering zeggen dat een hoorzitting niet meer zal zijn dan een ‘voorlichtingsbijeenkomst’ omdat toestemming voor het inwerking stellen al verscholen zou liggen in de Hinderwet vergunning van 1957.
Volgens minister Langman (EZ) is er tot en met 1972 al 96 miljoen gulden uitgegeven aan ‘het project’ KSTR. f 50 miljoen daarvan is opgebracht door de elektriciteitsbedrijven via een directe heffing op de elektriciteitsrekening. Begin september had de KEMA nog met nadruk verklaard de reactor snel op te starten. Later, veel later, wordt bekend (als bijzin in een boek uit 2000) dat er ergens in die periode (ws. in de tweede week van september 1972), bij een poging om de reactor kritisch te maken, de pen van de schrijver (die de neutronen registreert) met een klap in de hoek slaat. De uitschieter is zo sterk dat de Kernfysische Dienst verbiedt door te gaan: er moeten eerst veranderingen aangebracht worden om een herhaling te voorkomen. En voor een prototype (waar nog steeds sprake van is) zal het hele ontwerp nog weer ingrijpend veranderd moeten worden. Men weet eigenlijk dan al dat daar geen geld voor zal zijn en besluit de proefperiode af te maken (1977) en er daarna mee te stoppen. Over het ongeluk wordt niets naar buiten gebracht, Went verklaart dat er “slechts kinderziektes“ zijn. Het is onduidelijk of naar aanleiding hiervan de vergunning is aangevraagd, maar die aanvraag zal grote consequentie hebben (en toch ook weer niet).
Overzicht storingen in kerncentrales 1972
Overzicht van de storingen die bekend zijn geworden in de Nederlandse kerncentrales in het afgelopen jaar: in Dodewaard waren er dat drie en (bij de bouw van) Borssele één. Vanaf 1980 zal er, op verzoek van het parlement, een jaarlijks overzicht komen gemaakt door de Kernfysische Dienst. We staan niet in voor de volledigheid van de door ons uit openbare bronnen samengestelde overzichten tot 1980.